De groei van Centra voor Jeugd en Gezin

'Formuleer een landelijk basismodel voor de Centra voor Jeugd en Gezin. Leg in dit basismodel uitsluitend de minimale vereisten in functies, taken en herkenbaarheid vast.’

Deze en andere aanbevelingen doet het onderzoeksteam van bureau DSP aan het Rijk. DSP onderzocht in opdracht van het ministerie voor Jeugd en Gezin praktijkervaringen bij zeven gemeenten die deelnemen aan het programma ‘Opvoeden in de buurt’. Het ministerie van VWS heeft met deze gemeenten en de bijbehorende stadsregio’s, waaronder Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, afgesproken dat ze voorstellen doen tot verbetering van het jeugdbeleid. In deze opzet staan de Centra voor Jeugd en Gezin centraal. Bij het onderzoek van DSP waren ook enkele middelgrote en kleine gemeenten betrokken, waaronder Almelo, Delft en Lelystad.

Fysiek loket

De onderzoekers hebben interviews afgenomen met wethouders en beleidsmedewerkers van de deelnemende gemeenten. Wat opvalt is dat de meeste ondervraagden het Centrum voor Jeugd en Gezin als een fysiek loket beschouwen. In hun ogen is het een gebouw in de stad of een wijk. De meesten vinden bovendien dat de centra ook écht hulp moeten bieden en niet louter een verwijsfunctie hebben. Het merendeel wil daadwerkelijk de naam Centrum voor Jeugd en Gezin gaan voeren.

Bij vrijwel alle gemeenten staan de Centra voor Jeugd en Gezin nog in de kinderschoenen, met uitzondering van de grote steden. In Amsterdam worden sinds 2002 Ouder Kind Centra opgezet voor de leeftijdsgroep 9 maanden tot 4 jaar. Momenteel telt de hoofdstad veertien Ouder Kind Centra in elf verschillende stadsdelen. Binnen deze centra zijn de volgende functies ondergebracht: jeugdgezondheidszorg, kraamzorg, verloskundigen, opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering. Ze werken nauw samen met kinderopvang en peuterspeelzalen.

Oké-punten

Almere telt twee Centra voor Jeugd en Gezin in de vorm van Oké-punten. Ze zijn gevestigd in de gezondheidscentra die de stad in elke wijk heeft. Hun belangrijkste taak is het geven van informatie en advies aan ouders en aan jongeren tot 24 jaar. Het is de bedoeling om in alle wijken van Almere Oké-punten in te richten. De procescoördinator en brandpuntfunctionaris zijn opvallende nieuwe functies in de Oké-punten. Bij meer complexe casussen wordt de procescoördinator ingezet. De brandpuntfunctionaris komt in actie als de hulpverleningsaanpak is vastgelopen en er snel ‘doorgepakt’ moet worden.

Extra gezinscoaches

Den Haag wil nog dit jaar met twee Centra voor Jeugd en Gezin starten en hun aantal geleidelijk uitbreiden tot tien. De Haagse centra gaan zich nadrukkelijk richten op het opvoeden en beschermen van jongeren in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. De partners van jeugdgezondheidszorg kunnen meteen bij de ingebruikname van de centra het Elektronisch Kinddossier gaan gebruiken.

Den Haag denkt de huidige gezinszorg te kunnen verbeteren door versterking van deze opvoedsteunpunten, de inzet van extra gezinscoaches en de uitbreiding van ambulante hulp. De gemeente wil voor gezinnen een hulppakket samenstellen, waarvan bijvoorbeeld schulphulpverlening een onderdeel is.

De gemeente Rotterdam telt nu drie JONG-centra in drie deelgemeenten. In deze centra bevinden zich het consultatiebureau, de jeugdgezondheidszorg (4-19 jaar) en de voorpostfunctionaris van bureau Jeugdzorg. In de JONG-centra werken pedagogen, die inspringen bij opvoedproblemen. De gemeente wil in 2008 tien Centra voor Jeugd en Gezin realiseren die voortbouwen op de bestaande JONG-centra.