Antwoorden op kamervragen over het door de gemeente Amsterdam mede financieren van de Westermoskee

Antwoorden op de kamervragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV) over het door de gemeente Amsterdam mede financieren van de Westermoskee.

1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het bericht “Amsterdam betaalde extra voor moskee”? 1)

1. Antwoord
Ja

2. Vraag
Deelt u de mening dat een gemeente nooit mag mee betalen aan de bouw van een moskee, om de scheiding van kerk en staat te waarborgen?

2. Antwoord
Het beginsel van scheiding van kerk en staat is een fundamenteel uitgangspunt voor de inrichting van onze democratische rechtsstaat. Het houdt in de eerste plaats in dat kerken en andere genootschappen op levensbeschouwelijke grondslag als zelfstandige lichamen functioneren. De staat moet zich onthouden van bemoeienis met de belijdenis van godsdienst, behoudens in gevallen voorzien bij wet. Voor overheden betekent het beginsel van scheiding van kerk en staat bovendien dat geen partij mag worden gekozen voor een bepaalde godsdienst of levensovertuiging; zij moeten alle stromingen gelijk behandelen.[2]

Binnen deze kaders kan de verhouding tussen kerk en staat op verschillende manieren worden ingevuld. Gemeenten hebben daarin ook een zelfstandige verantwoordelijkheid. Het beginsel van scheiding van kerk en staat betekent in elk geval niet, dat tussen de staat en religieuze genootschappen geen bestuurlijke of en/of financiële betrekkingen zouden mogen bestaan. Daarbij moet echter wel steeds aan de hierboven omschreven voorwaarden worden voldaan. Of de omstandigheden in Amsterdam een directe of indirecte financiële bijdrage aan de bouw van een moskee rechtvaardigen, is in eerste plaats ter beoordeling aan de gemeente.

3. Vraag
Deelt u de mening dat de handelwijze van de gemeente Amsterdam om voor een te hoog bedrag grond te kopen van de Westermoskee om zo het financieringsgat voor de moskee te dichten, ontoelaatbaar is? Zo ja, welke stappen gaat u zetten in de richting van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam? Zo neen, waarom niet?

4. Vraag
Gaat u zorgen dat de gemeente Amsterdam het belastinggeld terugvordert?

5. Vraag
Bent u bereid het salaris van de leden van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de komende jaren te korten met 2 miljoen euro, indien dit bedrag niet kan worden teruggevorderd?

3, 4 en 5: Antwoord
Over de toelaatbaarheid van beslissingen en gevolgde procedures van het Amsterdamse gemeentebestuur moet de Amsterdamse gemeenteraad beslissen. De gemeenteraad is het democratisch gekozen orgaan dat bij uitstek aangewezen is om te toetsen of dit toelaatbaar is. Ik zal hier als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan ook geen oordeel over vellen, omdat dit tot de gemeentelijke autonomie behoort, die ik hoog in het vaandel heb staan.

Het staat het gemeentebestuur vrij om de financiële middelen die het heeft, binnen de grenzen van de wet, aan te wenden zoals het wil. Ook hier geldt natuurlijk dat de raad hierop de democratische controle moet voeren. Van dwingen tot terugvorderen kan dan ook geen sprake zijn en evenmin van korten op het salaris.

6. Vraag
Is het mogelijk om de betrokken bestuurders strafrechtelijk te laten vervolgen wegens bovengenoemde transactie?

6. Antwoord
Er zijn voorshands geen aanwijzingen die duiden op strafbaar handelen. Een strafrechtelijk onderzoek c.q. vervolging is dan ook niet aan de orde.

1) NRC Handelsblad, 2 juni 2007


2) Kabinetsnota Grondrechten in een pluriforme samenleving, Kamerstukken II 2003/04, 29 614, nr. 2.