Verder onderzoek nodig naar relatie voeding en agressie

Onderzoek naar de relatie tussen voeding en agressie wijst erop dat gedetineerden die naast de reguliere voeding voedingssupplementen gebruiken, minder agressief gedrag vertonen dan gedetineerden die geen voedingsupplementen krijgen toegediend.

Andere bepalingen met vragenlijsten over agressie en psychische klachten lieten echter weinig verschillen zien tussen beide groepen. De onderzoeksresultaten bieden aanknopingspunten voor verder wetenschappelijk debat, maar zijn nog onvoldoende voor de ontwikkeling van concrete interventies, gericht op voeding en agressie.

Het onderzoek is uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen. Aan het onderzoek hebben van eind 2005 tot maart dit jaar 221 jongvolwassen gedetineerden (jovo’s) in acht inrichtingen – op vrijwillige basis – deelgenomen. 116 gedetineerden kregen voedingssupplementen toegediend, 105 kregen placebo’s. De voedingssupplementen bestonden uit vitaminen, mineralen en essentiële vetzuren. Deze middelen werden één tot drie maanden gebruikt.

Als maat voor de agressie en regelschending werd het aantal rapporten en strafplaatsingen gehanteerd. Daarnaast werd de agressie gemeten aan de hand van vragenlijsten en observatie van de gedetineerden. Ook werden psychische klachten (zoals angst en somberheid) geregistreerd.

Uit het onderzoek blijkt een statistisch matig significant verschil tussen het aantal incidenten bij de ‘supplementengroep’ en de ‘placebogroep’. Deze resultaten van het onderzoek zijn in lijn met de uitkomst van eerder Brits onderzoek naar de relatie tussen voeding en agressie. De agressiemetingen aan de hand van de vragenlijsten en de analyse van de geregistreerde psychische klachten leverden echter geen significante verschillen op. Dit maakt dat de resultaten voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden. Ook is een generalisering van de bevindingen naar andere groepen gedetineerden op grond van dit onderzoek niet mogelijk.

De onderzoeksresultaten worden de komende tijd verder geanalyseerd. Concrete vervolgstappen zijn mede afhankelijk van de uitkomst van het wetenschappelijk discours over het onderzoek.