Vakanties gehandicapten

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-CB-U-2774938

2 juli 2007

Door uw kamer is verzocht om mijn reactie op de brief van de heer Klaassen te Nieuwegein aangaande de bezuinigingen voor verstandelijk gehandicapten in zorginstellingen.

Het gaat met name om het schrappen van het organiseren van een begeleidde vakantie door de instelling waarin de broer van de heer Klaassen verblijft. Ik neem ook de andere punten van kritiek van de heer Klaassen -waskosten en begeleiding bij kopen kleding en bij theaterbezoek - mee in mijn reactie.

Het feit dat een zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten in het recente verleden wel een begeleidde vakantie wist te organiseren en dit nu niet meer doet is niet het gevolg van aan de sector opgelegde bezuinigingsmaatregelen.

Begeleiding tijdens vakanties behoort niet tot de aanspraak op AWBZ zorg, wat inhoud dat de cliënt op basis van de AWBZ geen recht op een begeleidde vakantie heeft. De cliënt heeft echter wel recht op zorg gedurende het gehele jaar. Er zijn en waren cliëntvriendelijke initiatieven van zorginstellingen om toch begeleidde vakanties te organiseren vanuit de bestaande middelen vaak in combinatie met de inzet van familieleden en/of vrijwilligers en/of een eigen bijdrage van de cliënt. De professionele zorg tijdens vakantie is een rechtmatige aanwending van AWBZ-middelen, omdat die voor een heel jaar zorgverlening bestemd zijn. De instelling waar de broer van de heer Klaassen is opgenomen heeft kennelijk in het verleden meegewerkt aan begeleidde vakanties. Ik kan mij de teleurstelling over het stoppen hiervan wel voorstellen, maar als de zorginstelling de begeleidde vakanties nu niet meer organiseert, is dat een gevolg van haar eigen beslissing. Deze wijziging in handelen is echter geen gevolg van een beleidsverandering van de rijksoverheid. Ik zou de heer Klaassen adviseren zijn klacht met de betrokken zorginstelling te bespreken. Alleen de betrokken instelling kan aangeven waarom ze haar eigen beleid aangaande begeleidde vakanties heeft veranderd.

Ingaande op de overige klachten van de heer Klaassen, merk ik het volgende op. De waskosten van kleding behoren al jaren niet tot de AWBZ-aanspraak, tenzij de kleding extra snel vuil wordt door aandoening of ziekte. Het begeleiden bij bezoek aan theater en het meegaan met het kopen van kleding behoort ook niet tot de AWBZ-aanspraak op zorg, maar is een taak van familie of vrijwilligers. De telefoonkosten behoren tot de privé-uitgaven van de cliënten.

Indien een instelling dat in het verleden wel voor haar rekening nam, geschiedde dat op vrijwillige basis. De instelling is daar niet toe verplicht. Bij wijziging van dit beleid is het wel redelijk van de instelling te verlangen dat zij daarover duidelijk met de cliënten communiceert. Ik krijg de indruk dat het daar in dit geval aan heeft ontbroken.

Ik ga er vanuit hiermee afdoende te hebben gereageerd op uw verzoek.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. J. Bussemaker