Toegankelijkheid en hulphonden

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-CB-U-2773645

27 juni 2007

Hierbij wil ik ingaan op het verzoek bij brief van 24 mei 2007 van de vaste commissie voor VWS om een reactie te geven op de petitie “Help hulphonden” van de Nederlandse Vereniging van Geleidehonden.
Met de petitie is aandacht gevraagd voor meerdere ervaringen van gebruikers van hulp- of blindegeleidehonden waarbij hen vanwege hun hond de toegang tot vervoersmiddelen en (voor publiek opengestelde) gebouwen wordt geweigerd.
Tevens vraagt de petitie om de toegang voor (gebruikers van) hulp- en geleidehonden in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) goed te regelen.

Ik deel het uitgangspunt zoals ook in de petitie verwoord dat hulp- en geleidehonden in principe toegelaten dienen te worden, maar dat zich in specifieke situaties uitzonderingen kunnen voordoen.
Zoals begin dit jaar is aangegeven in de beantwoording van de vragen over dit onderwerp door de leden Van Miltenburg (VVD) en Ferrier (CDA), is in de CBL Hygiënecode 2002 voor de supermarkten weliswaar bepaald dat huisdieren geweerd moeten worden uit de supermarkt, maar dat een uitzondering hierbij wordt gemaakt voor blindengeleidehonden en hulphonden. Deze honden dienen wel te worden toegelaten.
In aanvulling op deze antwoorden kan ik nog melden dat het bedrijfschap Horeca en Catering in de nieuwe Hygiënecode voor de horeca de passage heeft opgenomen dat blindengeleidehonden en hulphonden worden toegelaten, net zoals in de CBL Hygiënecode 2002 voor de supermarkten.
De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ziet toe op de juiste uitvoering van deze codes.

Ook in het openbaar vervoer en het algemene taxivervoer is het uitgangspunt dat honden in principe worden toegelaten maar dat alleen in uitzonderlijke situaties een hond kan worden geweigerd (genoemd worden bijvoorbeeld hinder of ongeneeslijke ziekte). Dit is vastgelegd in de vorm van Algemene Voorwaarden voor deze vervoersbranches. Indien de reiziger een andere ervaring heeft kan hij daarover bij de vervoerder een klacht indienen en eventueel bij de landelijke geschillencommissies voor Openbaar Vervoer dan wel Taxivervoer.

In het Coalitieakkoord heeft het kabinet aangegeven de uitbreiding van de Wgbh/cz met kracht te willen voortzetten. Op dit moment loopt in opdracht van mijn departement een extern onderzoek naar de uitbreiding van de Wgbh/cz met het gehele terrein van het aanbieden van goederen en diensten. Dit onderzoek richt zich onder meer op de sectoren detailhandel, horeca, internet en sportvoorzieningen waarbij de toegankelijkheidsproblemen die mensen met beperkingen ondervinden in kaart worden gebracht evenals de eventuele spanning met de voor de sector relevante regelgeving. De inhoud van de petitie is op mijn verzoek bij het onderzoek betrokken. De Kamer zal eind 2007 over de resultaten van het onderzoek worden geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker