Congres BOink

Intro
• Allereerst dank dat ik uw congres mag openen. Leuk hier te zijn, bij al die betrokken ouders! Leuk ook dat het thema van dit congres, ‘Een 10 voor de kinderopvang!’, hetzelfde is als één van de speerpunten van mij beleid: namelijk werken aan meer kwaliteit. Ons uitgangspunt is van ‘goed naar beter’ met als doel dat meer ouders hun kind met een gerust hart naar de kinderopvang laten gaan.
• Op die verhoging van de kwaliteit kom ik zo nog terug. Eerst twee andere punten die u en mij bezighouden:
1. de harmonisering van de opvang voor kinderen van 0-4
2. de uitvoering van de motie Van Aartsen/Bos, de BSO

1. Harmonisering voorzieningen 0-4 jaar
• Eén van de grote problemen van dit moment is dat te veel kinderen de basisschool al beginnen met een taalachterstand. Die achterstand halen ze de jaren erna niet of nauwelijks meer in. En dat heeft natuurlijk consequenties voor hun verdere schoolloopbaan en later op de arbeidsmarkt.
• Daarom nemen we maatregelen om taalachterstand al in een vroeg stadium op te sporen en aan te pakken. Ik wil dat alle kinderen die dat nodig hebben educatieve programma’s krijgen voor hun taalontwikkeling.
• Vraag die je daarbij kunt stellen: is het zinvol twee soorten voorzieningen te houden: ‘witte’ kinderdagverblijven voor kinderen van werkende ouders en ‘zwarte’ peuterspeelzalen voor kinderen van niet-werkende ouders?
• Die vraag heb ik nog niet beantwoord. Maar voor mij staat voorop dat ik segregatie wil tegengaan en verder de taalontwikkeling wil stimuleren, onder meer door kinderen met elkaar te laten spelen en van elkaar te laten leren.
• Het kabinet trekt de komende jaren fors geld uit om deze plannen te realiseren: in het coalitieakkoord is immers 700 miljoen euro gereserveerd voor kinderopvang.


2. BSO-Van Aartsen/Bos
• Dan de ‘beroemde’ motie Van Aartsen/Bos, de BSO dus.
Allereerst even wat feiten: de kinderopvang in Nederland is razendsnel gegroeid. In 1990 was de totale capaciteit van de opvang 20.000 plaatsen. Nu is die zo’n 225.000 plaatsen, waarvan meer dan 300.000 kinderen gebruikmaken. Vooral de BSO is enorm gegroeid: sinds 1 januari 2007 maar liefst 13% ten opzichte van medio 2006! In 6 maanden tijd zijn er dus zo’n 11.000 plaatsen bijgekomen!
• De oorzaken van de groei zijn bekend: de florerende economie en de sterke kostendaling en het gebruiksvriendelijker worden van de opvang.
Bovendien, zoals uw voorzitter Gjalt Jellesma zegt: “Het idee dat kinderen bij de BSO slechter af zijn, wordt losgelaten”.
• Kortom, precies wat we wilden: ouders die arbeid en zorg beter weten te combineren, meer arbeidsparticipatie van vrouwen én een positiever beeld van de kinderopvang.
• Een ‘successtory’. Maar wel één met – helaas – forse en vooral vervelende groeistuipen.

Groeistuip
• De meest problematische groeistuip van dit moment is natuurlijk het capaciteitsprobleem, met als gevolg de wachtlijsten.
• Oorzaak is vooral gebrek aan geschikte uitbreidingslocaties.
• Probleem is daarbij niet alleen het geld – de kosten voor huisvesting lopen via de Wet kinderopvang en zijn verwerkt in de uurprijs die de overheid vergoedt. Dit voldoet in principe.
• Nee, het probleem is vooral tijd. Het kost tijd om de juiste locaties te vinden en het kost tijd om deze te verbouwen. Het zijn de gemeenten die hierbij een cruciale rol spelen.
• Wat je ziet, is dat er gemeenten zijn die op slimme en creatieve manieren de huisvesting voor BSO’s regelen. Wat wij nu doen, is dit soort succesvolle voorbeelden bekendmaken zodat anderen daarvan kunnen leren. Zie de website van OCW en die van schoolenopvang.nl.
• Voor wat voorbeelden heb ik ‘ns gekeken wat hier in Utrecht gebeurt:
o Het klinkt misschien niet zo spannend, maar het werkt wél: een ambtelijke werkgroep. Hier in Utrecht is er zo’n werkgroep voor de huisvesting van BSO’s. Ze bedenken samen met de instellingen en onderwijsorganisaties concrete oplossingen: zoals bijvoorbeeld nu sport- en scoutinglocaties.
o Ander voorbeeld: de Maliebaanschool, ook hier in Utrecht. Die heeft ruimte gevonden door de aula en enkele andere gemeenschappelijke ruimten te delen met de kinderopvang. De BSO groeit zo van 30 naar 50 plaatsen.
• Voor de organisatie van nieuwe, creatieve vormen van buitenschoolse opvang heb ik overigens de subsidieregeling Kwaliteit in de kinderopvang met euro 5 miljoen verhoogd.

Motie Tichelaar/Rutte
• U weet dat afgelopen dinsdag de Tweede Kamer de motie Tichelaar/Rutte heeft aangenomen over de wachtlijsten in de BSO. De Kamer verzoekt het kabinet:
o sluitende afspraken te maken met gemeenten over het oplossen van knelpunten op onder andere het gebied van vergunningen en gebouwen.
o Inventarisatie van de eventuele overige knelpunten en uiterlijk voor Prinsjesdag een sluitend plan van aanpak aan te bieden over de maatregelen om de wachtlijsten weg te werken en de knelpunten op te lossen,

• We gaan naast de al ingezette acties ook met deze motie aan de slag.
• Nogmaals, de BSO is een succes, en die groeistuipen pakken we aan. Wel moeten we ons realiseren dat we scholen niet kunnen dwingen iets te regelen wat niet kan.
• Vaak hoor ik dat ouders denken dat ze per 1 augustus recht hebben op een BSO-plaats voor hun kind. Dat klopt niet helemaal. De school moet tot het uiterste gaan, maar kan niet gedwongen worden om iets te doen wat gewoon niet kan.
• Iets anders is dat we ook nog niet exact weten hoe groot de wachtlijsten zijn. Ouders kunnen hun kind op verschillende plaatsen inschrijven en de wachtlijsten zijn niet voor alle dagen van de week even groot. Wat ik dus nu ga doen, is die wachtlijsten nader bekijken. Ook hierover zal ik de Kamer voor Prinsjesdag informeren.
• En tot slot: we moeten niet vergeten dat verreweg de meeste scholen de BSO wél geregeld hebben per 1 augustus. En dat verreweg de meeste kinderen dus wél naar de BSO kunnen.


3. ‘Een 10 voor de kinderopvang’
• Dan naar het thema van vandaag: ‘Een 10 voor de kinderopvang!’. Samen werken aan meer kwaliteit.
• Zoals gezegd, is kwaliteitsverhoging ook een van mijn speerpunten. Met als doel dat ouders hun kind met een gerust hart naar de kinderopvang sturen. Waarom? Omdat we nog beter moeten uitstralen dat opvang niet alleen een oplossing is voor ouders, maar óók waardevol voor kinderen. En hogere kwaliteit zal daar een bijdrage aan leveren.

Verhoging van de kwaliteit
1. Het opleidingsniveau van de leidsters is, naast groepsgrootte, dé bepalende factor voor kwaliteit in de kinderopvang. Het verhogen van het opleidingsniveau is een richting om naar te kijken als we de kwaliteit willen verhogen.
2. Ook naar de aansluiting van opleidingen op de buitenschoolse opvang laten we op dit moment onderzoek doen. De opleidingen moeten beter aansluiten op wat kinderen, ouders en andere betrokkenen belangrijk vinden. De sector zelf neemt concrete initiatieven om al op korte termijn de opleidingen te verbeteren en de bestaande kennis beter te verspreiden. Dat gebeurt door regionale convenanten tussen ROC’s en instellingen. Een mooi voorbeeld hiervan is het convenant dat op 16 mei 2006 door het Mondriaan College in Den Haag is afgesproken met de kinderopvangorganisaties in de regio.
• Over deze onderwerpen spreek ik de komende tijd met de sector en andere betrokkenen. Samen bekijken we hoe we onze doelstellingen het beste kunnen realiseren. En het doel waar het omgaat, is uiteindelijk een goede opvang voor kinderen waar ouders met een gerust hart hun kinderen naar toe willen brengen. Ook U! En op Prinsjesdag zal ik dan de concrete plannen presenteren.


Slot
• Kinderopvang is ‘hot’. Het is een onderwerp dat op dit moment midden in de belangstelling staat. Het raakt honderdduizenden ouders en honderdduizenden kinderen. En we staan op het punt een belangrijke stap te maken in de maatschappelijk acceptatie: van een noodzakelijk kwaad tot waardevol voor onze kinderen. Die stap kan niet zonder met zijn allen samen te werken aan hogere kwaliteit. Met de instellingen, met de overheid en met u, als ouders. Samen gaan we voor die 10 voor de kinderopvang!’