Uitvoering motie Smilde c.s. kamerstuk 30 300 XVI, nr.42 inzake uitbreiding opleidingsplaatsen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MEVA/BO-2763020

1 mei 2007

In zijn brief d.d. 18 januari 2007 (kenmerk DBO-2744210) heeft voormalig minister van VWS, de heer Hoogervorst, u toegezegd zich in te spannen om de uitbreiding van 250 naar 325 opleidingsplaatsen physician assistant (PA) en nurse practitioner (NP) met ingang van 1 september 2007 structureel te maken, zodra daarvoor een onderbouwing is aangeleverd.

De HBO-raad heeft op verzoek van VWS een onderzoek geëntameerd naar de behoefte op de arbeidsmarkt aan PA’s en NP’s. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de arbeidsmarkt voor de PA en NP zich gunstig ontwikkelt. Van een terugloop van de behoefte is geen sprake. Zo verwacht 76% van de ziekenhuizen dat het aantal NP’s dat ze in dienst hebben de komende jaren zal stijgen. Voorts verwacht 56% van de ziekenhuizen dat het aantal PA’s dat ze in dienst hebben de komende jaren zal stijgen. Geen enkel ziekenhuis verwacht dat de behoefte aan deze functionarissen zal dalen. De redenen die de respondenten geven voor het aanstellen van PA’s en NP’s en hun verwachting dat deze functies de komende jaren in aantal zullen toenemen, sluiten vrijwel naadloos aan bij de pleidooien voor taak- en functiedifferentiatie om de knelpunten op de zorgarbeidsmarkt aan te pakken. Het is de verwachting dat door taak- en functiedifferentiatie de kwaliteit van de zorg wordt verbeterd, de kosten beter kunnen worden beheerst en het loopbaanperspectief wordt vergroot. Voor de respondenten blijken dit de belangrijkste redenen te zijn om PA’s en NP’s in dienst te nemen en om daarvan in de toekomst nog meer gebruik te gaan maken.
Daarnaast blijkt uit gegevens van de HBO-raad, dat de belangstelling om de opleiding tot PA respectievelijk NP te gaan volgen groter is dan het huidige aantal beschikbare opleidingsplaatsen van 325.

In zijn brief d.d. 12 december 2005 (TK 30300 XVI, nr 102) over de aangenomen moties inzake de VWS-begroting 2006 heeft mijn ambtsvoorganger de Tweede Kamer toegezegd dat de motie Smilde c.s. (TK 30 300 XVI, nr. 42) over een toename van het aantal opleidingsplaatsen physician assistant (PA) en nurse practitioner (NP) zal worden uitgevoerd, met inachtneming dat het aantal studenten moet sporen met de behoefte. Voor 2005 en 2006 is het aantal opleidingsplaatsen PA en NP uitgebreid van 250 naar 325 op jaarbasis. Het betrof hier vooralsnog een incidentele uitbreiding in afwachting van een adequate onderbouwing van de behoefte aan PA’ers en NP’ers.
Naar aanleiding van de gegevens die de HBO-raad heeft aangeleverd, concludeer ik dat een reductie van de huidige instroomcapaciteit van 325 naar 250 opleidingsplaatsen bij de opleidingen PA en NP niet strookt met de behoefte aan deze nieuwe beroepen. Ik heb dan ook besloten om vanaf 1 september 2007 op de begroting van VWS financiële middelen te reserveren voor jaarlijks een instroom van 325 eerstejaarsstudenten in de opleidingen PA en NP.

De motie Smilde c.s. verzoekt de regering een meerjarenperspectief als leidraad te nemen bij de toekenning van middelen in haar begroting, uitgaande van ten minste 400 opleidingsplaatsen PA en NP. Zodra ik een adequate onderbouwing heb van de behoefte in de zorg aan PA’s en NP’s waaruit blijkt dat een stijging van 325 naar 400 gerechtvaardigd is, zal ik dit overwegen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink