Problemen van arbeidsgehandicapten concreet maken

Problemen waar mensen met een arbeidsbeperking op stuiten, moeten concreet worden gemaakt. Als werkgevers weten over wie ze het hebben en met welke problemen arbeidsgehandicapten kampen, zijn ze veel eerder bereid wat extra te doen voor deze doelgroep. Dat zei staatssecretaris Bussemaker woensdag tijdens de slotconferentie van de Commissie Het werkend Perspectief.


Dames en heren,

De toekomst voorspellen is een moeilijk en soms zelfs hachelijk avontuur.
Dat blijkt ook nu weer.
Vier jaar geleden, bij de installatie van de Commissie Het Werkend Perspectief, was iedereen optimistisch over de arbeidsmogelijkheden voor mensen met een functiebeperking. Verwacht werd dat het aantal werkzoekende arbeidsgehandicapten fors zou afnemen. ‘We kunnen nu gaan oogsten’, was de mening van velen.
De realiteit is anders.
Uit cijfers komt duidelijk naar voren dat het aantal mensen met een arbeidsbeperking die de afgelopen vier jaar werk hebben gevonden, niet is toegenomen. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. De economische malaise, die haast gelijk na de installatie van de commissie, intrad, is er één van. Evenals de veranderde wetgeving ten aanzien van mensen die arbeidsongeschikt zijn.

Maar het ontbreken van mooie cijfers, betekent niet dat er de laatste jaren niks ten voordele van mensen met een arbeidsbeperking is veranderd. Er is wel degelijk het een en ander in werking gezet en daarvoor is de Commissie Het Werkend Perspectief verantwoordelijk.
De commissie heeft in deze periode prima initiatieven ontwikkeld en het debat over mensen met een arbeidsbeperking aangezwengeld. Het uiteindelijke resultaat hiervan is dat de beeldvorming rondom deze mensen verandert en dat hun arbeidspositie zich langzaam aan verbetert.
Onder andere de professionals in de zorg, die met mensen met een arbeidsbeperking werken, hebben -dankzij de CWP - een positiever beeld gekregen. En dat is natuurlijk een enorme winst. Want bedrijfsartsen, huisartsen en psychologen zijn een zeer belangrijke schakel in het reïntegratieproces. Zij kunnen er voor zorgen dat mensen niet onnodig lang ziek thuis blijven, maar weer aan de slag gaan.

En niet alleen de professionals zijn positiever gaan denken over mensen met een functiebeperking, dat geldt ook voor veel ondernemers. Die zijn door de CWP op een doeltreffende manier benaderd. Dankzij projecten als het maatjesproject en het Werkgeversforum Kroon Op Het Werk zijn arbeidsgehandicapten uit de anonimiteit gehaald en letterlijk dichter bij ondernemers gekomen. Mensen met een arbeidsbeperking zijn daardoor voor veel werkgevers niet langer een abstract, vervelend probleem, dat ver van ze af staat.

Dat mensen met een functiebeperking zelf het beste hun achtergestelde positie duidelijk kunnen maken, heb ik ook zelf mogen ervaren. Als Tweede Kamerlid ben ik op bezoek geweest bij de CWP en toen is mij een aantal concrete voorbeelden voorgeschoteld. Ik kan me nog levendig het verhaal herinneren van een man in een rolstoel die ging solliciteren en een half uur voor de afgesproken tijd bij het betreffende gebouw was. Maar het lukte hem niet op tijd op de juiste plek te komen. Dat kostte hem een uur. Gevolg: te laat en daarom afgewezen!
Ook werd mij duidelijk dat in bedrijven, waarvan de directeur een gehandicapt kind heeft, veel meer mogelijk is voor mensen met een arbeidsbeperking.

De conclusie die we van de Commissie het Werkend Perspectief meekrijgen, is dus duidelijk: we moeten de problemen waar mensen met een arbeidsbeperking op stuiten concreet maken.

Dan verandert het beeld dat velen van arbeidsgehandicapten hebben en dan worden ze niet meer gezien als een probleem, maar als een mogelijkheid, een kans. Dan wordt ook niet meer gesproken over ‘een gehandicapte’, maar over Melanie of Karel.

Dames en heren,
De afgelopen vier jaar zijn niet meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk gegaan. Ik zei dat al. Maar de afgelopen jaren heeft er wel een omslag plaatsgevonden in het denken over mensen met een arbeidsbeperking. Dankzij de Commissie het Werkend Perspectief. Ik wil dan ook iedereen die bij de commissie is betrokken complimenteren met het werk dat ze de afgelopen jaren hebben verricht en het succes dat ze hebben geboekt.

Maar na vandaag moeten we het zonder de Commissie Het Werkend Perspectief doen.
Maar gelukkig – en dat draagt zeker bij aan de borging van het werk van de commissie - zijn de werkzaamheden van de Taskforce Handicap en Samenleving, onder leiding van Hannie van Leeuwen, nog met een jaar verlengd.
Zoals u weet heeft deze taskforce tot doel om op alle levensterreinen de mentaliteit en de beeldvorming ten aanzien van mensen met een beperking positief te beïnvloeden. Ik hoop dat zij de borging verder kunnen vormgeven.

Dames en heren,
Dit kabinet vindt arbeidsparticipatie erg belangrijk en zal het dan ook geregeld op de agenda plaatsen. Ik zal daarin ook mijn verantwoordelijkheid nemen.
Dat zal ik doen door onder meer te laten onderzoeken in hoeverre werkzoekenden met een functiebeperking kunnen werken in de zorgsector. In deze sector zijn momenteel volop vacatures en dat neemt door de vergrijzing alleen maar toe. Een deel van de 10.000 brugbanen die het kabinet wil creëren voor arbeidsgehandicapten zal daarvoor zeker worden aangewend.


Daarnaast wil ik aandacht blijven besteden aan het weerbaarder maken van mensen die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn. We moeten niet alleen wachten tot werkgevers met banen komen, de werkzoekenden zélf moeten ook meer werk maken van werk. Ze moeten zich er van bewust zijn dat ze veel waard zijn en veel kunnen. Ze moeten nu, in de tijd van economische opgang, hun kansen pakken.

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het weerbaar maken van personen met een beperking of aandoening. Bijvoorbeeld door het geven van voorlichting en het organiseren van lotgenoten contact. Het Fonds PGO subsidieert deze organisaties.

Mensen helpen een baan te vinden, betekent ook dat ze geen extra hindernissen op hun weg mogen tegenkomen.


De Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte is daarvoor van belang: werkplekken moeten aangepast zijn en het openbaar vervoer verbeterd en toegankelijk. Zodat naar het werk gaan voor hen net zo eenvoudig is als voor u en mij.
Ook is voor arbeidsparticipatie van belang dat je buiten het werk maatschappelijk kunt participeren op alle levensterreinen. De gemeenten hebben hierin een belangrijke taak in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De Taskforce van Hanny van Leeuwen, die ik al eerder noemde, speelt daarbij eveneens een belangrijke rol.

Dames en heren, ik kom tot een afronding.
Dat doe ik niet met een toekomst voorspelling. Maar ik wil wel op basis van de feiten waarover we nu beschikken vaststellen dat de omstandigheden om werk te vinden momenteel gunstig zijn voor mensen met een arbeidsbeperking.

De economie kent een opgaande lijn, het kabinet maakt werk van arbeidsparticipatie en de Commissie het Werkend Perspectief heeft een mooi fundament gelegd om op verder te bouwen.
Ik verwacht ook van u – en ik richt me nu specifiek tot de werkgevers en werknemers en hun organisaties - dat u uw verantwoordelijkheid neemt. En dat u voortbouwt op de al bestaande fundamenten, zodat we niet over vier jaar, maar hopelijk al eerder, kunnen vaststellen dat we een goede oogst hebben gehad.