Niet-westerse vrouwen melden zich later bij de verloskundige


07-04-2015
NIVEL: niet-westerse-vrouwen en verloskundige zorg

Eerste en tweede generatie niet-westerse vrouwen maken minder gebruik van verloskundige zorg dan Nederlandse vrouwen. Er zijn meerdere factoren die daarbij een rol spelen, zoals de herkomst van hun partner of hun sociaal economische situatie. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL waarop
Agatha Boerleider donderdag 2 april promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam.

Niet-westerse vrouwen in Nederland benutten de mogelijkheden van prenatale zorg (zorg voor de geboorte) anders dan Nederlandse vrouwen. Terwijl bijna 8% van de Nederlandse vrouwen niet optimaal gebruik maakt van verloskundige zorg, geldt dat voor ruim 22% van de eerste generatie en 16% van de
tweede generatie niet-westerse vrouwen, zo blijkt uit de gegevens van vrouwen uit 20 verloskundepraktijken.

Verklaring
"Voor zowel de eerste als tweede generatie niet-westerse vrouwen is dit minder optimale gebruik te verklaren uit sociaal-culturele factoren, zoals geen partner of een eerste generatie allochtone partner", vertelt Boerleider. "Terwijl bij de eerste generatie ook sociaaleconomische factoren
spelen zoals een laag gemiddeld netto huishoudinkomen."

Laat bij de verloskundige
De vrouwen die niet optimaal gebruik maakten van de verloskundige zorg, bleken zich vooral laat in de zwangerschap te hebben aangemeld bij de verloskundige. Vroeg beginnen met verloskundige zorg heeft bijvoorbeeld als voordeel dat vrouwen tijdig geinformeerd kunnen worden over de gevaren van
roken, alcohol en het belang van gezonde voeding.
Uit interviews met deze vrouwen bleek dat zij zich er niet van bewust waren dat ze zwanger waren, dachten geen toegang te hebben tot de verloskundige zorg - omdat ze bijvoorbeeld illegaal in Nederland verbleven - of daar niet klaar voor waren, bijvoorbeeld omdat ze hun familie nog niet hadden
verteld dat ze zwanger waren of een abortus overwogen.

Streven naar optimale zorg
Agatha Boerleider interviewde voor haar promotieonderzoek ook verloskundigen en kraamverzorgenden over hun ervaringen met niet-westerse clienten. Hieruit bleek onder meer dat de taalbarriere, de beperkte kennis over de organisatie van de zorg rond zwangerschap en geboorte en de belangrijke rol
van de familie de zorgverlening aan niet-westerse vrouwen bemoeilijken. Agatha Boerleider: "Desondanks proberen verloskundigen en kraamverzorgenden optimale zorg te leveren door bijvoorbeeld alert, proactief, creatief en flexibel te zijn, en deze vrouwen bij de hand te nemen en uitleg te geven
over het Nederlands zorgsysteem. Door zelf oplossingen en maatregelen te bedenken, doen ze net wat meer dan gebruikelijk is bij de zorg voor de meeste autochtone zwangeren."

Subsidie
Verloskunde Academie Amsterdam Groningen
EMGO/VUMC
Ministerie van OCW