Uitlatingen oud-fractievoorzitter Leefbaar Delft niet onrechtmatig
Den Haag , 11-11-2011
Kern van de uitspraak
De uitspraak van het hof dat de uitlatingen over voormalig
VVD-wethouder van de gemeente Delft door de oud-fractievoorzitter van
Leefbaar Delft niet onrechtmatig zijn, blijft in stand.
Achtergrond
Over een VVD-wethouder van Delft hebben de toenmalige fractievoorzitter
van Leefbaar Delft en de partij Leefbaar Delft in een reeks publicaties
uitlatingen gedaan die erop neerkwamen dat de wethouder corrupt is en
dat hij van zijn positie als wethouder misbruik heeft gemaakt. Volgens
de oud-wethouder zijn deze uitlatingen onrechtmatig omdat zij de
grenzen van de vrijheid van meningsuiting hebben overschreden.
In mei 2004 dineerde de wethouder in een Italiaans restaurant in Delft.
De restauranteigenaar, met wie de oud-wethouder tijdens zijn bezoek aan
het restaurant in gesprek was, heeft van dat gesprek opnamen gemaakt.
Op deze camerabeelden zou te zien zijn dat de wethouder telefonisch
vertrouwelijke informatie verstrekte. De restauranteigenaar toonde de
opnamen een jaar later onder meer aan de toenmalige fractievoorzitter
van Leefbaar Delft. Vanaf 2 mei 2005 hebben de fractievoorzitter van
Leefbaar Delft en de partij Leefbaar Delft in diverse publicaties
gesuggereerd dat de oud-wethouder corrupt zou zijn en zijn positie als
wethouder zou hebben misbruikt. De fractievoorzitter van Leefbaar Delft
heeft aangifte gedaan tegen de wethouder wegens corruptie en schending
van het ambtsgeheim. Deze aangifte is geseponeerd vanwege gebrek aan
bewijs.
Procedure bij rechtbank en hof
De oud-wethouder heeft een procedure aangespannen tegen onder andere de
oud-fractievoorzitter van Leefbaar Delft en Leefbaar Delft. Hij vordert
onder meer een verklaring dat de publicaties onrechtmatig zijn.
Op 25 juli 2007 heeft de rechtbank in Den Haag beslist dat een deel van
de publicaties onrechtmatig zijn (LJN BB0333)
Op 16 maart 2010 heeft het Haagse hof in hoger beroep beslist dat de
oud-fractievoorzitter van de politieke partij Leefbaar Delft en
Leefbaar Delft niet onrechtmatig hebben gehandeld door de bewuste
uitlatingen en publicaties te doen (LJN BL7588).
Volgens het hof maken de uitlatingen deel uit van het politieke debat,
waar in beginsel behoefte bestaat aan een ruime uitingsvrijheid. De
uitlatingen richten zich niet op het privé-leven van de wethouder maar
op zijn gedrag en handelwijze als openbaar bestuurder.
Procedure bij de Hoge Raad
De oud-wethouder heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak
van het hof Den Haag van 16 maart 2010. Advocaat in cassatie: mr.
K.G.W. van Oven in Den Haag en mr. E.J. Dommering in Amsterdam.
De oud-fractievoorzitter van Leefbaar Delft heeft in cassatie verweer
gevoerd. Advocaten in cassatie: mr. J.H.W. van Wijk en mr. S.M. Kingma
in Den Haag. Leefbaar Delft heeft in cassatie verstek laten gaan.
Advocaat-generaal mr. J.L.R.A. Huydecoper heeft de Hoge Raad op 12
augustus 2011 geadviseerd de uitspraak van het hof in stand te laten.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad laat de uitspraak van het hof in stand. De uitlatingen van
de oud-fractievoorzitter van Leefbaar Delft over de oud-wethouder van
Delft waren volgens het hof niet onrechtmatig. Volgens de Hoge Raad
heeft het hof op de juiste wijze de uitlatingen op hun toelaatbaarheid
getoetst. Tegen elkaar moeten worden afgewogen: aan de ene kant het
belang dat een burger niet door publicaties wordt blootgesteld aan
lichtvaardige verdachtmakingen en aan de andere kant het belang dat
niet door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek mogelijke
misstanden in de samenleving kunnen blijven voortbestaan. Het hof heeft
afdoende gemotiveerd dat in dit concrete geval in het openbare debat de
grenzen van de aan de fractievoorzitter en Leefbaar Delft toekomende
vrijheid van meningsuiting niet zijn overschreden.
Gevolgen van deze uitspraak
De uitspraak van het hof Den Haag is definitief.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 11
november 2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Den Haag, 11 november 2011,
Mireille Beentjes, communicatieadviseur
Tel. 070-3611236
Uitspraken: BU3917
Zie het origineel
Hoge Raad der Nederlanden