Wegener NV

Koninklijke Wegener NV ("Wegener") zal bij de rechter de boete aanvechten die de NMa heeft opgelegd op 24 augustus 2011. Het betreft een boete voor Wegener en vijf (ex-)bestuurders van in totaal EUR 20 miljoen in de zaak van de dagbladen in Zeeuws-Vlaanderen. De NMa legde die boete op 14 juli 2010 op en heeft die boete nu na een door Wegener ingestelde bezwaarprocedure in stand gelaten.

De NMa meent dat Wegener een afspraak uit het jaar 2000 heeft geschonden door de eigen Wegener uitgeverijen BN/De Stem en PZC te laten samenwerken op commercieel en redactioneel gebied. Naar de mening van Wegener is een afspraak die een dergelijke samenwerking tussen de eigen uitgeverijen zou verbieden nooit gemaakt. Wegener heeft afgesproken een structuur op te zetten die de onderlinge onafhankelijkheid van twee kleine edities van BN/De Stem en PZC in Zeeuws-Vlaanderen garandeert. Niets meer, niets minder. Dat is ook gebeurd: de beide edities worden uitgegeven door aparte vennootschappen en hebben ieder een eigen redactiestatuut en een eigen onafhankelijke hoofdredacteur. Daarmee zijn het al die tijd, conform de afspraak, onderling onafhankelijke edities geweest en dat zal zo blijven. De lezers in Zeeuws-Vlaanderen hebben zo de keuze uit twee regionale dagbladen en daarmee meer te kiezen dan 95 procent van alle Nederlanders.

Wegener kan niet begrijpen hoe de NMa in de afspraak van destijds leest dat de beide achterliggende uitgeverijen op commercieel en redactioneel gebied volledig gescheiden zouden moeten opereren. In de ogen van Wegener is die uitleg niet terug te voeren op de totstandkoming van de afspraak en ook niet op de bewoordingen van de afspraak. De afspraak ziet enkel op de twee edities met ieder een oplage van circa 10.000 in het overlapgebied Zeeuws-Vlaanderen en niet op de achterliggende uitgeverijen, die titels uitgeven met een totale oplage van bijna het tienvoudige. Daarmee zou de uitleg van de NMa een zeer zware maatregel hebben betekend voor een destijds gesignaleerd beperkt probleem. Dit zou Wegener nooit geaccepteerd hebben en zo is het ook niet afgesproken.

Wegener meent dat een uitleg die neerkomt op een strikte scheiding van beleid op alle gebieden tussen PZC en BN/De Stem niet uitvoerbaar kan zijn binnen een en hetzelfde concern. Wegener wordt in die visie volledig gesteund door de in het kader van een bezwaarprocedure ingestelde onafhankelijke Bezwaar Adviescommissie. Deze adviescommissie stelt in het advies onder andere: . "Anders dan de Raad is de Adviescommissie verder van mening dat de versterkte redactionele samenwerking tussen PZC editie Zeeuws-Vlaanderen en BN/DeStem editie Zeeland door de aanstelling van één redactiechef per 1 januari 2008 geen overtreding van het voorschrift oplevert." . "De redactionele onafhankelijkheid van beide edities blijft gewaarborgd - zij het minimaal - door de afzonderlijke redactiestatuten en hoofdredacties, waardoor enige pluriformiteit voor de lezers in Zeeuws-Vlaanderen blijft voortbestaan." . "Verder is de Adviescommissie van mening dat op basis van soortgelijke overwegingen ook de verdere coördinatie van het commerciële beleid van de twee uitgeverijen door middel van één facilitair bedrijf geen overtreding van het voorschrift oplevert."

De NMa legt dit advies echter volledig naast zich neer en handhaaft ook de naar het oordeel van Wegener buitenproportionele boete. Dezelfde Bezwaar Adviescommissie zegt hierover onder andere:

. "Samenvattend adviseert de Adviescommissie de Raad om in het besluit op bezwaar de hoogte van de boete aanzienlijk te verlagen ."

Over de aan de vijf (ex-) bestuurders opgelegde boetes zegt de Bezwaar Adviescommissie onder andere het volgende:

. Betreffende twee van de vijf (ex-) bestuurders: "Het lijkt daarom passend de beide boetes aanzienlijk te matigen .." . Betreffende één van de vijf (ex-) bestuurders: "Deze op te leggen boete dient derhalve zeer laag te worden vastgesteld." . Betreffende twee overige van de vijf (ex-) bestuurders: "Het is daarom passend de beide boetes aanzienlijk te matigen."

Mede gezien de persoonlijke belangen en integriteit van de betrokken (ex-)bestuurders is het daarom hoogst teleurstellend dat de NMa de adviezen van haar eigen Advies Commissie in deze in de wind slaat.

Kortom Wegener heeft met verbijstering kennis genomen van de houding van de NMa die zij etaleert door in het besluit van 24 augustus jl. alles bij het oude te laten en zich niets aan te trekken van de heldere conclusies van de Bezwaar Adviescommissie.

Wegener ziet de procedure bij de rechter dan ook met het volste vertrouwen tegemoet.

Apeldoorn, 31 augustus 2011

Raad van Bestuur
Koninklijke Wegener NV


---- --