Rijksvoorlichtingsdienst

Atsma maakt aanvraag per broeikasgasinstallatie voor ETS-bedrijven mogelijk

Bij de toewijzing van CO2-rechten wil staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) een gelijk speelveld bevorderen voor grotere bedrijven met meerdere broeikasgasinstallaties. Dat draagt bovendien bij aan behoud van een aantrekkelijk investeringsklimaat. Bij de toewijzing en het monitoren van CO2-emissierechten krijgen bedrijven daarom de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen per broeikasgasinstallatie in plaats van voor het bedrijfsterrein als geheel. Dat heeft staatssecretaris Atsma mede namens minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) vandaag in een brief aan VNO-NCW laten weten.

Tot nog toe vond de toewijzing en het monitoren van CO2-emissierechten uitsluitend plaats per bedrijfsterrein. Vooral voor grote chemische bedrijven met veel installaties kan de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen per broeikasgasinstallatie financieel voordelig uitpakken. Een aanvraag per installatie betekent voor een bedrijf wel meer administratieve lasten. Bedrijven zullen zelf de afweging moeten maken of de toename van administratieve lasten opweegt tegen het voordeel dat met de nieuwe berekeningsmethode is te behalen.

Met dit besluit kiest het kabinet voor een aanpak die aansluit bij de werkwijze in Vlaanderen. Het besluit is geheel in lijn met de EU-richtlijn emissiehandel en de Wet Milieubeheer. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu bereidt nu een wijziging voor van de Regeling handel in emissierechten. Voor bedrijven die kiezen voor een aanvraag per installatie geldt, dat de NEa de indeling in installaties vooraf moet toetsen en goedkeuren. Daarbij houdt de NEa vast aan de reeds geldende definitie van broeikasgasinstallaties zoals in de EU-richtlijn en de Wet Milieubeheer omschreven. De nieuwe mogelijkheid heeft geen invloed op het milieueffect van het emissiehandelssysteem.

Voor het lopende toewijzingsproces zal al worden ingespeeld op de mogelijkheid, welke juridisch nog verder moet worden uitgewerkt. Alle bedrijven zullen afzonderlijk zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd door de NEa. De nieuwe berekeningsmethode zal voor een beperkt aantal bedrijven met een groot bedrijfsterrein en meerdere installaties van belang zijn.

Dit besluit komt voort uit intensief en constructief overleg dat de afgelopen maanden is gevoerd tussen het rijk, VNO-NCW en vertegenwoordigers van bedrijven die onder het systeem van CO2-emissiehandel vallen.

Noot voor redacties (