Koolmees stemt liefdeslied af op stadslawaai
Barry White wist het, en mannetjeskoolmezen weten het ook: wil je
scoren bij de dames, dan moet je zo laag mogelijk zingen. Maar om boven
stadslawaai uit te komen zijn hoge noten juist beter. De Leidse bioloog
Wouter Halfwerk onderzocht de rol van toonhoogte bij communicatie
tussen stadsvogels. De onderzoeksresultaten zijn verschenen in
tijdschrift PNAS.
Vruchtbaarheid
Koolmezen gaan hoger zingen om boven stadslawaai uit te komen
Koolmezen gaan hoger zingen om boven stadslawaai uit te komen
Halfwerk en zijn collega's van de onderzoeksgroep Behavioural Biology
van het Institute Biology Leiden ontdekten dat mannetjeskoolmezen
liedjes met veel lage tonen zingen wanneer de vrouwtjes op de piek van
hun vruchtbaarheid zijn. Het mannetje dat de laagste noten haalt, maakt
de meeste kans. Vrouwtjeskoolmezen gaan zelfs vreemd als hun mannetje
niet laag genoeg op de toonladder zakt.
Stadslawaai
De mannetjeskoolmezen, maar ook andere stadvogels van mannelijke kunne,
zien zich echter voor een probleem gesteld: hoe komen ze boven het
lawaai van mensen en verkeer uit? Resultaten uit eerder onderzoek
suggereren dat ze dat doen door liedjes met hogere noten te zingen. Uit
metingen van het Institute Biology Leiden blijkt dat dit een effectieve
aanpak is om beter gehoord te worden, maar de keerzijde van de medaille
is dat die liedjes minder indruk maken op de vrouwtjes. Die vallen
immers op laag.
Onderscheiden
De onderzoekers voorspellen dat stadsvogels daarom zullen overstappen
op andere akoestische eigenschappen om zich te onderscheiden van
concurrerende mannetjes. De onderzoeksresultaten laten zien dat
vogelsoorten die vertrouwen op lage noten om partners aan te trekken,
het meest te lijden hebben van stadslawaai. Dit verklaart waarom deze
soorten die in buurt van drukke wegen leven zich in kleinere aantallen
voortplanten dan soortgenoten op rustiger plekken.
Artikel
Wouter Halfwerk, Sander Bot, Jasper Buikx, Marco van der Velde, Jan
Komdeur, Carel ten Cate and Hans Slabbekoorn
Low-frequency songs lose their potency in noisy urban conditions
doi: 10.1073/pnas.1109091108
Universiteit Leiden