Rijksoverheid
Datum 26 augustus 2011
Antwoorden kamervragen koopmans (CDA) over schadebedragen voor de Nederlandse teelt en handel
Geachte Voorzitter, Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Koopmans (CDA) over schadebedragen voor de Nederlandse teelt en handel (ingezonden 26 juli 2011 met aanvullingen op 27 juli; respectievelijk Kamerstukken 2011Z15769 en 2011Z15837).
1 Kunt u de schadebedragen voor de Nederlandse teelt van 157 mln. (t/m 15 juli) en 80 mln. voor de Nederlandse handel bevestigen? Na de EHEC-uitbraak in Duitsland heeft de sector wekelijks de schade voor de Nederlandse teelt en handel in kaart gebracht. De sector heeft aangegeven dat de schade tot en met week 28 (15 juli) voor de Nederlandse teelt 157 mln. bedroeg. Dit betreft schade door prijsval en product dat uit de markt is genomen. De sector heeft tot en met week 26 (1 juli) ook de schade voor de Nederlandse handel in beeld gebracht. Deze bedroeg op 1 juli 85 mln. 2 Kan het zo zijn dat Nederland als braafste jongetje van de Europese Unie (EU) met zijn voorzichtige claim van 27 mln. bij overschrijding van het budget van 210 mln. pondspondsgewijs wordt mee gekort? Ingevolge de toepasselijke Europese regelgeving dienen een correcte, betrouwbare, goed onderbouwde en realistische declaraties door lidstaten te worden ingediend. Dat heeft Nederland gedaan. Bij onjuiste declara
ties zal de Europese Commissie de opgave niet alleen bijstellen en het teveel gedeclareerde terugvorderen, maar tevens een boete opleggen. Een eerste controlebezoek van de Europese Commissie heeft uitgewezen dat Nederland een correcte opgave heeft gedaan. De Europese Commissie heeft verschillende lidstaten reeds aangesproken op mogelijke onjuiste opgave. De Commissie heeft aangegeven in alle betreffende lidstaten controlebezoeken uit te voeren.
In de Landbouwraad van 19 juli 2011, heb ik er voor gepleit dat alle lidstaten een correct beroep doen op het noodfonds. Na deze Landbouwraad heeft een aantal lidstaten hun aanvankelijke claim aangepast zodat de totaalclaim nu 227 mln. bedraagt. Daarop heeft de Europese Commissie aangegeven binnen de lopende begroting nog wat ruimte te zien en besloten geen korting toe te passen. De Nederlandse claim is niet herzien en is voor 100% gehonoreerd. 3 Wilt u pleiten voor verhoging van dit EU-noodfonds, nu aanvullend beleid vanuit Brussel, waarvoor Nederland heeft gepleit, binnen het budget niet mogelijk lijkt? Ik acht het EU-noodfonds van 227 mln., waarvan 27 mln. naar Nederlandse bedrijven is gegaan, het hoogst haalbare. Ik zie geen mogelijkheden voor aanvullende Europese of nationale financiering van het noodfonds. In de EU is geen steun voor verdere ophoging. Naast het EU-noodfonds is er een extra openstelling van de Europese promotieregeling voor verse groenten en fruit gekomen
ten bedrage van 15 mln. de komende 3 jaren. Ook vanuit Nederland zal een beroep op deze regeling worden gedaan. Ik vind het van groot belang dat het consumentenvertrouwen in verse groenten (en in het bijzonder in het Nederlandse product) zo snel mogelijk weer op niveau is. Extra promotie kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Ik heb er daarom voor gepleit dat de Commissie op ingediende programma's voortvarend besluit. 4 Bent u ook van mening dat deze schade buiten het ondernemersrisico voor de Nederlandse telers en handelaren valt? De EHEC-uitbraak en de daaropvolgende vraaguitval heeft laten zien hoe kwetsbaar de markt is en hoe belangrijk consumentenvertrouwen is. Dit zijn evenwel elementen die tot het ondernemersrisico behoren. De Gemeenschappelijke Marktordening Groente en Fruit heeft binnen de gegeven kaders een deel kunnen ondervangen. De Europese Commissie zal in het najaar een evaluatie uitvoeren, waarbij ook het instrumentarium wordt betrokken. 5 Welke mogelijkhe
den zijn er om via nationaal beleid de bedrijven en sector tegemoet te komen binnen het EU staatssteunkader? Binnen de gegeven kaders heeft de EU en het kabinet de mogelijke maatregelen genomen. Ook is nationaal een jaar uitstel van aflossing onder de lopende nationale garantieregeling gegeven en is de situatie betiteld als calamiteit zodat ondernemers een beroep konden doen op de regeling voor werktijdverkorting. Via het noodfonds en via de extra promotieregeling zijn er extra middelen beschikbaar gekomen om bedrijven en sector deels tegemoet te komen. Verder heeft de Belastingdienst ondernemers in de sector aangegeven dat voorlopige belastingaanslagen op verzoek kunnen worden verlaagd en dat eventuele teruggaven versneld zullen worden behandeld.
Daarnaast kunnen de betreffende ondernemers de Belastingdienst om uitstel van betaling verzoeken of in overleg met de Belastingdienst een betalingsregeling treffen in gevallen waarin dat nodig is. 6 Deelt u de mening dat ook voor kiemgroenten ondersteunende maatregelen nodig zijn (bijv. compensatie van de geleden schade)? De Europese Commissie heeft het noodfonds opengesteld voor een beperkt aantal gewassen en heeft daarover overleg gevoerd met de lidstaten. In overleg met de sector heeft Nederland er voor gekozen niet te pleiten voor het opnemen van kiemgroenten in het Europees noodfonds. Weliswaar hebben ook de producenten van kiemgroenten schade geleden, maar dit geldt voor vele andere gewassen evenzeer. 7 en 8 Op welke wijze kunt u het opheffen van het European Food Safety Authority (EFSA)-advies om geen rauwe kiemgroenten te eten, bespoedigen? Gaat Nederland, in navolging van Duitsland, de kiemgroente intrekken? Het advies van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA)
aan consumenten is om niet zelf kiemgroenten voor eigen consumptie te telen en deze ook niet rauw te consumeren.1 Op advies van de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) wordt in Nederland momenteel alleen nog het eten van rauwe fenegriekkiemen ontraden. Dit consumptieadvies is in lijn met het advies van de autoriteiten in het UK, Duitsland en Denemarken. De consumptie van kiemgroenten is in ons land vrijwel op peil gebleven. De Nederlandse afzet van kiemgroenten binnen de EU (voornamelijk Duitsland) ligt, als gevolg van geslonken consumentenvertrouwen, echter nog onder het normale niveau. Ik verwacht dat door snelle invoering van een adequaat hygiëneprotocol in combinatie met algemene en gerichte promotieactiviteiten het consumentenvertrouwen weer spoedig zal herstellen. De sector (producenten van kiemgroenten) is in overleg met het Productschap Tuinbouw en de nVWA om een hygiëneprotocol op te stellen. Daarnaast heeft de Nederlandse sector een overleg in Europees verband georg
aniseerd met producenten van kiemgroenten om tot een Europese afstemming te komen. 9 en 10 Welke actie zult u nemen indien DG Concurrentie het instellen van mededingingsmaatregelen, waardoor vervolgschade voor de telers kan worden beperkt, afwijst?
Advies begin juli: Based on their assessments, EFSA and ECDC strongly recommend advising consumers not to grow sprouts for their own consumption and also not to eat sprouts or sprouted seeds unless they have been cooked thoroughly. They should be cooked until steaming hot throughout, not just warm. Toevoeging op 21 juli: Public authorities in Member States may further adapt this advice to reflect their specific situation at national level.
Gaat u nu versneld de Nederlandse mededingingsregels aanpassen zodat de topsector glastuinbouw kan overleven? Welke bijdrage levert het productschap/sector zelf? Op 12 augustus jl. heeft de Europese Commissie laten weten het instellen van tijdelijke marktmaatregelen die verder gaan dan de gemeenschappelijke marktordening niet toe te staan. De sector heeft zelf in het kader van het manifest `Consument Centraal' de nodige ideeën genoemd ter versterking van de afzet. De belangrijkste bouwstenen zijn: het opvoeren van de consolidatie, het versterken en professionaliseren van de ketensamenwerking en het ontwikkelen en vermarkten van meer onderscheidende producten en concepten. Het wordt tijd om deze ideeën om te zetten in daden. Een sector die sterker gericht is op het bedienen van de markt, zal daardoor al een minder kwetsbare marktpositie hebben. AANVULLENDE VRAGEN DD. 27 juli 2011Z15837 1 en 2 Klopt het dat DG Agri positief op het Nederlandse initiatief, om tijdelijke marktbeheersm
aatregelen (passend binnen GMO) welke gedragen en gefinancierd wordt door de Nederlandse glastuinbouwsector, heeft gereageerd? Waarom is het initiatief dan alsnog doorgeleid naar DG Competition? Bent u bereid DG Agri te wijzen op het feit dat de marktbeheersmaatregelen onder het Integrale GMO verordening regime vallen en dus onder zijn verantwoordelijkheid valt? Op 12 augustus jl. heeft de Europese Commissie laten weten het instellen van tijdelijke marktmaatregelen die verder gaan dan de gemeenschappelijke marktordening niet toe te staan. Het betreft hier een besluit van de Europese Commissie waarbij in de voorbereiding daarvan verschillende diensten van de Europese Commissie betrokken zijn. Het is niet aan een lidstaat om te bepalen op welke wijze besluitvorming binnen de Europese Commissie zou moeten plaatsvinden dan wel hoe verantwoordelijkheden zouden moeten worden verdeeld. De tijdelijke marktbeheersmaatregelen zoals deze waren voorgesteld door de sector omvatten afspraken va
n private partijen waarbij werd voorgesteld om aan aanbodbeperking te doen. Dergelijke afspraken passen niet binnen de GMO en vereisen daarom een ontheffing van de Commissie. De afspraken waarvoor de ontheffing wordt gevraagd, raken direct aan het mededingingsrecht. 3 Deelt u de mening dat geen sprake kan zijn van een precedentwerking omdat de situatie rondom EHEC specifiek is te omschrijven? Hoewel ik de kans klein acht, kan er zich in de toekomst een nieuwe situatie voordoen waarin sprake is van dezelfde, of in grote mate vergelijkbare omstandigheden, als de huidige EHEC-crisis.
4 Bent u bekend met het feit dat een derde van glastuinbouwbedrijven inmiddels in bijzonder beheer zit bij de bank en dat er kans is op technisch failliet verklaring bij het teeltwisselmoment in september? Ja. 5 Deelt u de mening dat deze kwestie ernstige impact heeft voor de topsector glastuinbouw in Nederland? De EHEC-crisis geeft eens te meer aan dat de sector - ondanks zijn technologische toppositie - op de markt kwetsbaar is. Momenteel bezint de sector zich op deze kwetsbare positie. In het kader van het topsectorenbeleid zal ik hierover het gesprek met de sector aangaan. 6 Speelt een onderbezetting door vakantie bij beide DG's een rol bij de trage voortgang van het proces? Deelt de Stas de opvatting dat in deze kwestie de dagen tellen? Bent u bereid om alles in het werk te stellen om het initiatief van de sector goedgekeurd te krijgen? Nee. Zie verder mijn antwoord op vragen 9 en 10 van de vragenset van 26 juli.
dr. Henk Bleker Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie