Wereldklasse. de Düsseldorfer schilderschool 1819-1918


De tentoonstelling staat onder auspiciën van de Federale Minister voor Buitenlandse Zaken, Guido Westerwelle, en de Ambassadeur van de Verenigde Staten van Amerika, Philip D. Murphy.

BERLIJN, 20110824 -- Het Museum Kunstpalast met zijn unieke verzameling van werken van de Düssel¬dorfer Schilderschool toont na meer dan 30 jaar een grote overzichtstentoonstelling over dit thema. Het doel van de curator, Dr. Bettina Baumgärtel, hoofd van de schilderijengalerie, bestaat erin met dit uniek overzicht de wegwijzende betekenis en internationale uitstraling van deze in 1819 opgerichte Schilderschool weer op de voorgrond te plaatsen, zijn continuïteit tot in de moderne tijd, maar ook nieuwe onderzoeksresultaten te tonen

In drie galerieën worden op een tentoonstellingsoppervlakte van 2300 m2 ca. 450 belangrijke schilderen met scènes uit geschiedenis en literatuur, landschappen en waterwerken, genrescènes, stillevens en beeltenissen zowel uit eigen bestand als uit internationaal gerenommeerde openbare en privéverzamelingen gepresenteerd, die de kwaliteit en de veelzijdigheid van de kunstenaars rondom de Düsseldorfer schilderschool verduidelijken.


Voor de eerste keer terug in Europa wordt in de tentoonstelling het in Düsseldorf ontstane monumentale geschiedkundige schilderij „Bestorming van de Teocalli Tempel  door Cortés en zijn troepen“ van Emanuel Leutze  uit het Wadsworth Atheneum Museum of Art, Hartford, Connecticut, getoond. Ook Albert Bierstadts schilderij „Yosemite Vallay, California“ uit het Toledo Museum of Art, hoort bij tot heden nog nooit in Duitsland tentoongestelde werken.


De internationale uitstraling van de Düsseldorfer Schilderschool


Onder de Europese schilderscholen van de 19de eeuw nam de  Düsseldorfer Schilderschool een halve eeuw lang de eerste plaats in. Toen begon, wat tot heden verder gaat: Düsseldorf ontwikkelde zich tot een levendig kunstcentrum met internationale uitstraling.


Onder Wilhelm von Schadow ontwikkelde de Düsseldorfer Kunstacademie zich tot een internationale draaischijf voor nieuwe kunstideeën en inspiraties. Hierbij hoorde de “Art der Lehre”, die nauw verbonden opleidings- en leergemeenschap van meesters en scholieren evenals de in kunstenaarstijl en thema gepresenteerde eenheid van poëzie en natuur. Tot het succes van de academie droeg ook bij dat Schadow, die in 1826 uit Berlijn kwam, zijn beste scholieren van daar naar Düsseldorf met zich trok: Theodor Hildebrandt, Julius Hübner d. Ä., Christian Köhler, Carl Friedrich Lessing, Heinrich Mücke en Carl Ferdinand Sohn.


Kunstenaars uit de hele wereld kwamen naar de Rijn om aan de academie te studeren of privé les te krijgen, zoals ook de Noor Hans Fredrik Gude, de Finse Fanny Churberg, de uit Duitsland afkomstige US-Amerikanen Emanuel Leutze en Albert Bierstadt, de Zwitser Arnold Böcklin of de Rus Iwan Schischkin. Sommige bleven slechts enkele maanden en namen de geleerde materie mee naar huis, anderen bleven hun hele leven lang en vormden het kunstleven van Düsseldorf. Omgekeerd stonden de Duitse kunstenaars open voor internationale impulsen en werkten soms nauw samen met deze in Düsseldorf wonende kunstenaars samen.


Met het oog op meerdere generaties ingeweken scholieren en in vergelijking met leidinggevende schilderscholen in Europa en de USA (bijvoorbeeld de Hudson River School) wordt in de tentoonstelling met behulp van talrijke voorbeelden de internationale uitstraling van de kunst van Düsseldorf in de 19de en de vroege 20ste eeuw duidelijk gemaakt.


De weg van de  Düsseldorfer Schilderschool naar de Moderne Tijd


Als opvolging van de sinds 1872 als leraar voor landschapschilderen aan de academie van Düsseldorf werkzame Duits-Balt  Eugène Dücker vond de Düsseldorfer Schilderschool eind 19de eeuw de weg naar de moderne tijd. De nieuwe generatie schilderscholieren uit Düsseldorf oriënteerde zich aan de Haager School, maar in toenemende mate ook aan Franse voorbeelden, zoals de impressionisten. Met de in 1909 opgerichte  „Sonderbund“ vond de moderne beweging in Düsseldorf zijn duidelijkste expressie, at vooral de wegwijzende tentoonstellingen van de vereniging met participatie van de Europese avant-garde in het Kunstpaleis van Düsseldorf aantonen. 


Ongeveer 450 expositiestukken uit de hele wereld


Onder de ongeveer 450 expositiestukken wordt niet alleen de olieschilderkunst, maar ook de veelzijdigheid van de grafische productie van de schilderschool, van de ontwerptekening tot het geïllustreerde boek, voorgesteld. Daarbij komen sculpturen, die de nauwe samenhang van de schilder- en beeldbouwproductie in Düsseldorf tonen. Naast het omvangrijke eigen bestand maken talrijke hoogkaraats geleende werkers uit internationale openbare en privéverzamelingen een buitengewoon globaal overzicht van de Düsseldorfer Schilderschool en de kunst van de 19de en de vroege 20ste eeuw mogelijk.


Bij de instellingen die werken uitgeleend hebben horen o.a. de Alte Nationalgalerie (Berlijn), de Nationale Tretjakow Galerie in Moskou, de Nationale Eremitage (St. Petersburg), het Nationaal Museum in Oslo, het Nationaal Museum Stockholm en de Terra Foundation for American Art (Chicago). Bij de tentoongestelde werken hoort o.a. Paul Delaroches „De moord van de zonen van Eduard IV.“ , uit het Louvre, maar ook de unieke verzameling van meesterwerken uit de 19de eeuw uit verschillende landen met hetzelfde thema. Zo wordt bijvoorbeeld een incunabel der Dresdener romanticus, Ludwig Richters „Überfahrt über den Schreckenstein“, met vijf andere, op hetzelfde thema gebaseerde werken gepresenteerd, o.a. met de als Noorse nationaal icoon beschouwde „Bruidstocht in de Hardangerfjord“ van Adolph Tidemand.


Nieuwe onderzoeksbevindingen


In de tentoonstelling en in de catalogus worden de verbanden tussen de beeldhouwkunst en de Düsseldorfer Schilderschool evenals de relaties tussen fotografie en de Düsseldorfer Schilderschool verduidelijkt. Er komen nieuwe onderzoeksvragen, o.a. op het gebied van een nieuwe analyse van de religieuze kunst van de Nazarener, evenals in kunstsociologische vragen van de gezelligheidscultuur en de netwerkvorming. Maar ook aspecten van de zelf- en externe commercialisatie evenals van de popularisering van de kunst, een gebied, waarin de Düsseldorfer Schilderschool pionier blijkt te zijn, worden behandeld. Als resultaat in het onderzoekssegment vrouwelijke kunstenaars presenteert de tentoonstelling voor de eerste keer ook vrouwelijke kunstenaars die in de grote tentoonstelling over de Düsseldorfer Schilderschool in 1979 niet vertegenwoordigd waren





Ingezonden persbericht