Wageningen Universiteit en Researchcentrum
16 aug 2011
Nummer: R
Veel spring- en dressuurpaarden kampen met gewrichtsproblemen. Door
selectie via de nakomelingen en DNA-informatie van hengsten kan de
aandoening fors afnemen, blijkt uit Wagenings onderzoek.
Â
Als het kraakbeen in de gewrichten van paarden niet goed verbeent,
ontstaat osteochondrose (ook wel bekend als OC). De aandoening kan
leiden tot gezwollen gewrichten, beschadiging van botweefsel en pijn
bij de dieren. OC ontstaat bij veulens en na ongeveer een jaar is
herstel niet meer mogelijk. Prijzige spring- en dressuurpaarden die
kampen met OC, kunnen een sportieve loopbaan wel vergeten, brengen
minder op of moeten een kostbare operatie ondergaan. De paardensector
wil OC dus graag uitbannen via een fokkerijprogramma.
Â
Het KWPN (Koninklijke Warmbloed Paardenstamboek Nederland), de
fokkerij-organisatie voor spring- en dressuurpaarden, stelde een
dataset van 811 paarden beschikbaar aan Ilse van Grevenhof van
Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR. Die ging met behulp
van röntgenfotoâs na of de paarden OC onder de leden hadden.
Â
De fokkerij-organisatie selecteert via de hengsten. Die worden
uitgebreid beoordeeld op uiterlijke kenmerken, zoals hun
sportprestaties en OC. âVoor het bepalen van de erfelijke aanleg voor
OC is die beoordeling niet zo betrouwbaarâ, zegt Van Grevenhof. âDe
hengst kan een genetische aanleg hebben voor OC, maar onder gunstige
omstandigheden zijn opgegroeid. Want naast erfelijke aanleg
beïnvloeden ook omgevingsfactoren als het voer en de stalvloer of OC
zich openbaart. Een hengst kan geen zichtbare symptomen hebben van OC,
maar de aandoening toch genetisch doorgeven.â
Â
Daarom beoordeelde ze de röntgenfotoâs van 25 nakomelingen per hengst.
Daarbij zag ze grote verschillen in de aanwezigheid van OC tussen
veulentjes van de verschillende hengsten. Aan de hand daarvan kon ze de
erfelijke aanleg voor de aandoening uitrekenen. Die bedraagt 23
procent. âDat is best veelâ, zegt Van Grevenhof. âDe erfelijke aanleg
van paarden voor dressuur bedraagt 15 procent en op dat kenmerk wordt
al veel gefokt.â
Â
Van Grevenhof weet niet welke genen van het paard gerelateerd zijn aan
OC, maar dat is ook niet nodig. Door van meerdere hengsten 60.000
DNA-merkers te identificeren en die af te zetten tegen de aanwezigheid
van OC bij de nakomelingen, is de genetische aanleg van de hengst voor
OC via zijn bloed te bepalen. Wil deze genomische selectie slagen, dan
heeft ze echter wel de gegevens van enkele duizenden paarden nodig.
Zoveel gegevens zijn er nu nog niet, maar over enkele jaren wel. |
Albert Sikkema
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.