OM eist in hoger beroep 36 maanden cel in `loverboyzaak'
11 augustus 2011 - Ressortsparket Den Haag
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in hoger beroep een
gevangenisstraf van 36 maanden geëist tegen een 24-jarige man uit
Rotterdam die onder andere verdacht wordt van mensenhandel gepleegd in
september 2008 t/m augustus 2009. De slachtoffers, twee jonge vrouwen,
werden door de verdachte naar Suriname gestuurd om vanuit daar cocaïne
naar Nederland te smokkelen. Door kordaat optreden van de begeleider
van één van de vrouwen konden zij op het laatste moment via de
Nederlandse ambassade in Suriname uit de handen van deze `loverboy'
worden gered.
De verdachte heeft de vrouwen ook benaderd om voor hem
telefoonabonnementen af te sluiten waarna zij een valse aangifte
moesten doen van diefstal van hun pinpasje.
De Advocaat-Generaal (OM) neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij
de twee vrouwen die geestelijk niet weerbaar waren, op ernstige wijze
heeft misbruikt. De verdachte heeft zich volgens de Advocaat-Generaal
`als een aasgier' op de jonge vrouwen gestort en hen zeer grote
risico's laten lopen waarbij hij zelf buiten schot bleef.
In deze zaak staan drie verdachten terecht. De zaken tegen de twee
medeverdachten zijn vandaag voor onbepaalde tijd aangehouden.
De rechtbank Den Haag veroordeelde de verdachte eerder tot een
gevangenisstraf van 36 maanden, conform de eis van de officier. De
verdachte en het OM stelden hoger beroep in tegen de uitspraak.
Uitspraak (naar verwachting) op 25 augustus 2011
Openbaar Ministerie