Rijksoverheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag
Directie Mensenrechten, Goed Bestuur en Humanitaire Hulp Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Roy Hans T 070-348 4312 F 070-348 6647 dmh-hh@minbuza.nl
Datum 2 augustus 2011 Betreft Beantwoording vragen van de leden De Caluwé en Ten Broeke over hongersnood in Oost-Afrika
Onze Referentie DMH/HH-273/11 Uw Referentie 2011Z15504
Geachte Voorzitter, Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Caluwé en Ten Broeke over hongersnood in Oost-Afrika. Deze vragen werden ingezonden op 13 juli 2011 met kenmerk 2011Z15504.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Ben Knapen
Pagina 1 van 3
Antwoorden van Ben Knapen, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden De Caluwé en Ten Broeke (VVD) over hongersnood in Oost-Afrika. Vraag 1 Bent u bekend met het bericht "Horn of Africa drought: Kenya pressed over Ifo II camp"? Antwoord op vraag 1 Ja. Vraag 2 Onderschrijft u de stelling van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Antonio Guterres, dat de huidige hongersnood in de Hoorn van Afrika de ergste humanitaire ramp wereldwijd betreft? Antwoord op vraag 2: De situatie is inderdaad buitengewoon ernstig. Ethiopië, Kenia, Somalië en Djibouti kampen met de ergste droogte in 60 jaar. Op 20 juli jl. heeft de VN verklaard dat er in twee gebieden in Somalië sprake is van hongersnood dit is de eerste keer in twintig jaar dat er volgens de VN in Somalië sprake is van hongersnood. Vraag 3 Kunt u bevestigen dat tienduizenden vluchtelingen het risico lopen te verhongeren zolang noodhulp hen niet bereikt omdat het vluchtelingenkamp ten noordoosten van Nairobi, geschikt voor 40 000 mensen, niet opengesteld wordt door de Keniaanse regering? Vraag 4 Deelt u de mening dat, gezien de omvang van deze humanitaire ramp, alle beschikbare hulpmiddelen zonder uitstel moeten worden ingezet en dit kamp in gebruik moet worden genomen om onnodig verder lijden te voorkomen? Antwoord op vragen 3 en 4: Kenia biedt momenteel onderdak aan ruim 600.000 vluchtelingen, waarvan het overgrote deel in vluchtelingenkampen wordt opvangen. Hulporganisaties zijn actief in alle kampen. Om de overbevolkte vluchtelingenkampen in Dadaab in het Noordoosten van Kenia te ontlasten, realiseerde de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR met toestemming van de Keniaanse autoriteiten een uitbreiding van het nabijgelegen Ifo-vluchtelingenkamp. Deze uitbreiding zal ruimte bieden aan ongeveer 40.000 vluchtelingen (zie verder het antwoord op vraag 6). Het is inderdaad van belang dat hulporganisaties over voldoende middelen kunnen beschikken om de toegestroomde vluchtelingen hulp te bieden. Daarom heb ik 2 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR voor het regionale hulpverzoek van deze organisatie. Dit maakt deel uit van een additionele bijdrage van 5 miljoen euro voor humanitaire hulp in de Hoorn van Afrika. Vraag 5
Directie Mensenrechten, Goed Bestuur en Humanitaire Hulp Onze Referentie DMH/HH-273/11
Pagina 2 van 3
Met welke middelen, via bilaterale en multilaterale kanalen, heeft Nederland bijgedragen aan de totstandkoming van dit kamp? Welk bedrag is met deze Nederlandse bijdrage aan de totstandkoming van het kamp gemoeid? Antwoord op vraag 5: In 2010 heeft Nederland 500.000 euro via UNHCR bijgedragen aan de uitbreiding van het Ifo-vluchtelingenkamp. Daarnaast kan UNHCR zowel de Nederlandse ongeoormerkte bijdrage (42 miljoen euro in 2011) als de hierboven genoemde additionele bijdrage van 2 miljoen euro op basis van de noden van zijn doelgroep inzetten. Vraag 6 Dringt u er per direct bij Kenia op aan het vluchtelingenkamp te openen? Kan de minister bij de Europese Raad van ministers van Buitenlandse Zaken van maandag 18 juli aanstaande bepleiten dat ook in Europees verband bij Kenia wordt aangedrongen op opening van het kamp? Antwoord op vraag 6: Nederland gaf op 14 juli 2011 tijdens de informele bijeenkomst van Europese bewindspersonen verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking (informele OS-raad) in Sopot, Polen, aan dat de kampuitbreiding zo snel mogelijk geopend moet worden, en dat de EU Kenia moet steunen. Daarnaast heeft Nederland in Nairobi geregeld overleg met de Keniaanse regering over de vluchtelingensituatie, zowel bilateraal als binnen EU-verband, waarbij meermaals is gepleit voor openstelling van de uitbreiding, zo ook tijdens mijn bezoek aan Kenia op 19 juli jl. Ook andere donoren en de VN hebben bij de Keniaanse autoriteiten aangedrongen op een spoedige oplossing voor deze kwestie. De Keniaanse Minister-President Raila Odinga kondigde op 14 juli jl aan dat de uitbreiding van het Ifo-vluchtelingenkamp binnen afzienbare termijn opengesteld zal worden. Ik ben verheugd over deze aankondiging. Tijdens mijn bezoek aan Dadaab op 19 juli jl. bleek de nieuwe faciliteit echter nog niet te zijn geopend. De Nederlandse ambassade in Nairobi volgt de voortgang nauwlettend en oefent samen met partners, waar nodig, druk uit op Kenia om de toezegging gestand te doen. Ik heb begrip voor de uitdagingen waar de Keniaanse autoriteiten voor staan bij de opvang van het grote aantal vluchtelingen, en waardeer hun inspanning om tot een oplossing te komen.
Directie Mensenrechten, Goed Bestuur en Humanitaire Hulp Onze Referentie DMH/HH-273/11
Pagina 3 van 3
---- --