Reumatoïde artritis is niet één ziekte
31 mei 2011
Geen nieuwe behandelingen tegen reuma zonder wetenschappelijk
onderzoek. Geen goed onderzoek zonder uitwisseling en samenwerking.
Vorige week werd het jaarlijkse Europese reumacongres (EULAR)gehouden.
Dit jaar in London met 16000 bezoekers uit 69 landen. Ingrid Lether,
manager Onderzoek en Informatie van het Reumafonds en voorlichter Nique
Lopuhaä waren er bij. Wat waren de hoogtepunten?
"Het wordt steeds duidelijker dat reumatoïde artritis niet 1 ziekte is,
maar dat er verschillende vormen zijn die ook verschillend behandeld
moeten worden. Vroeg behandelen, op maat behandelen en samenwerken
krijgt steeds meer aandacht", somt Ingrid Lether op.
"Uit veel onderzoeken blijkt dat het erg belangrijk is dat
reumatologen dicht op de ziekte zitten, snel behandelen en de
behandeling ook snel aanpassen aan het ziekteverloop. 'Tight Control'
heet dat. Die behandeling moet geprotocolleerd verlopen. Dus aan de
hand van een duidelijke richtlijn die door alle artsen wordt gebruikt."
"Er is in onderzoek momenteel ook veel aandacht voor diagnosestelling;
hoe kan dat sneller en beter? En voor het meten van de
ziekteactiviteit, want hoe meet je bijvoorbeeld dat iemand in
'remissie' is en wanneer hij kan stoppen met medicijnen?"
Nique vult aan: "Het was een inspirerend congres. Zo was er een
onderzoek waaruit blijkt dat mensen met reuma die met de nieuwste
medicijnen (biologicals) worden behandeld vaak minder tevreden zijn dan
zij die de gangbare medicijnen gebruiken behandeld. Hoe dat komt? Dat
heeft alles te maken met de verwachtingen die zij hebben over de
behandeling. Sommigen verwachten gewoon te veel van nieuwe middelen.
Waar die verwachting vandaan komt is ook voor discussie vatbaar."
"Er was zo veel nieuws. Bijvoorbeeld dat tandvleesontstekingen een
risicofactor zijn voor het ontwikkelen van auto-immuunziekten, zoals
reuma. Van roken wisten we al dat het een risicofactor is, en ook
daarover werd opnieuw onderzoek gepresenteerd. "
Ingrid: "Maar ook over artrose was er veel te melden. Bijvoorbeeld dat
ook bij artrose gekeken wordt naar of je het eerder en sneller kunt
diagnosticeren. Alleen weten we eigenlijk helemaal nog niet wat 'vroege
artrose' is, want je kunt het pas écht artrose noemen als je
afwijkingen op de röntgenfoto ziet. En die zie je pas laat. Dus wordt
er onderzoek gedaan naar of je met MRI eerder afwijkingen ziet. En dat
blijkt ook inderdaad het geval te zijn. En er wordt ook veel onderzoek
gedaan naar 'markers', stofjes in het bloed die artrose kunnen
aantonen. En heb je eenmaal een stofje te pakken dat typisch voor
artrose is (een marker), dan kun je daar misschien ook wel een
anti-stofje tegen maken waardoor je het proces van de artrose zelf kunt
aanpakken. En dan kun je artrose net zo behandelen als andere vormen
van reuma, namelijk door het ziekteproces te remmen of te stoppen."
Op de EULAR komen wetenschappers, artsen, behandelaars en patiënten
samen om de nieuwste inzichten en ontwikkelingen in de bestrijding en
behandeling
Reumafonds