Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht
PB11-018 1 maart 2011 9.30 uur

Criminaliteit nauwelijks gedaald


* Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit
* Gevoelens van veiligheid niet verder verbeterd
* Een op de zes inwoners voelt zich onveilig in eigen buurt

Het aandeel Nederlanders van 15 jaar en ouder dat naar eigen zeggen te maken heeft met veel voorkomende criminaliteit, waaronder vandalisme en gewelds- en vermogensdelicten, is vorig jaar licht gedaald tot iets boven de 25 procent. Dit aandeel komt vrijwel overeen met 2008. Verder voelde ruim een kwart van de ondervraagden zich wel eens onveilig. Dat aandeel blijft de laatste jaren stabiel. Dat blijkt uit de jaarlijkse Integrale Veiligheidsmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2009 was bijna 27 procent van de Nederlandse bevolking slachtoffer van veel voorkomende criminaliteit. Vorig jaar daalde dat dit aandeel licht tot iets meer dan 25 procent. Deze lichte daling deed zich vooral bij het percentage slachtoffers van vandalisme. Ten opzichte van 2008 is het aandeel inwoners dat slachtoffer werd van criminaliteit nauwelijks gedaald. In dat jaar werd 26 procent slachtoffer van één of meer delicten Eind 2010 voelde 26 procent van de inwoners zich wel eens onveilig. Dit is nagenoeg gelijk aan beide voorgaande jaren. Het aandeel inwoners dat zich vaak onveilig voelt veranderde de afgelopen jaren nauwelijks en schommelt meestal rond de 2 procent. Inwoners voelen zich in hun eigen buurt minder onveilig dan in het algemeen. Ongeveer een op de zes inwoners gaf aan zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt. Dit aandeel wijkt niet wezenlijk af van dat in de twee voorafgaande jaren. Gevoelens van onveiligheid, zowel in het algemeen als in de eigen buurt, komen duidelijk meer voor onder de inwoners van regio's met een sterk stedelijk karakter. Zo geeft circa een op de drie inwoners van de politieregio"s Amsterdam­Amstelland, Haaglanden, Rotterdam­Rijnmond en Limburg­Zuid eind 2010 aan dat ze zich wel eens onveilig voelen. In dezelfde regio's ervaren ook meer inwoners een gevoel van onveiligheid in de eigen woonbuurt. Dit komt ook overeen met het ondervonden slachtofferschap van criminaliteit, dat in de meer stedelijke politieregio's doorgaans ook duidelijk hoger ligt dan gemiddeld .

www.cbs.nl

CBS Persbericht PB11-018

pagina 1 van 5

Toelichting
Algemeen De Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) is een grootschalig onderzoek onder de bevolking van 15 jaar en ouder over onder meer de leefbaarheid van de woonbuurt, buurtproblemen, beleving van onveiligheid, slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit en de meningen over het functioneren van de politie en gemeenten. De IVM is een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In 2010 werd de IVM voor het derde achtereenvolgende jaar uitgevoerd. De IVM-2010 is vanaf half september tot eind december 2010 landelijk/politieregionaal en (politie)regionaal/lokaal uitgevoerd. In totaal werden hierbij bijna 40 duizend mensen geënquêteerd. Op landelijk/politieregionaal niveau heeft het CBS ruim 19 duizend enquêtes afgenomen. Hierbij werden minimaal 750 respondenten per politieregio ondervraagd. Daarnaast zijn op (politie)regionaal/lokaal niveau in 21 gemeenten bijna 20 duizend personen ondervraagd. De uitvoering op dit lokale niveau is gecoördineerd en gefaciliteerd door het bureau Veiligheidsmonitor, dat hiervoor speciaal is opgericht door het ministerie van Veiligheid en Justitie en is gevestigd bij het Nicis. Omdat de IVM zowel landelijk als lokaal een steekproefonderzoek is, hebben de gepresenteerde percentages onnauwkeurigheidsmarges. Deze marges worden naast de uitkomsten zowel weergegeven in de grafische presentaties van de Landelijke rapportage als in het bijbehorende Tabellenrapport. Personen die in instellingen en tehuizen wonen, zijn in de IVM niet opgenomen. Inhoudelijk Het meten van misdaad kan op verschillende manieren gebeuren. Zo geven politieregistraties een beeld van de delicten waarvoor een aangifte is gedaan en geregistreerd. De Veiligheidsmonitor is een onderzoek onder de Nederlandse bevolking. De monitor meet onder andere de onveiligheidsgevoelens van burgers en hun ondervonden slachtofferschap. Bij het ondervonden slachtofferschap geven de ondervraagde personen aan of ze in de afgelopen 12 maanden te maken hebben gehad met bepaalde vormen van criminaliteit (zoals geweldsdelicten, vermogensdelicten en vandalismedelicten). Ze zijn dus gebaseerd op eigen ervaringen. Gegevens uit enquêtes over afzonderlijke delictsoorten kunnen sterk verschillen van registraties over misdaden. Dergelijke verschillen zijn deels te verklaren vanuit zowel het perspectief van de vraagstelling als de methode van onderzoek. Bovendien worden delicten in veel gevallen niet aangegeven of worden vanwege hun zwaartepunt bij de registratie in een andere categorie vermeld. Een belangrijk doel van de Veiligheidsmonitor is dan ook om de verborgen criminaliteit in beeld te brengen, doordat ook niet geregistreerde zaken in het onderzoek kunnen worden benoemd. Door de wijze van waarnemen (enquête op basis van een steekproef) hebben de uitkomsten een nauwkeurigheidsmarge. Ontwikkelingen zijn dan ook vaak beter te duiden door over een langere periode te kijken dan alleen ten opzichte van het vorig jaar.

CBS Persbericht PB11-018

pagina 2 van 5

Daar waar het aantal waargenomen delicten gering is, zijn de relatieve marges groot en moet nog voorzichtiger omgegaan worden met absolute aantallen en de mutaties tussen de jaren.

Tabel 1 Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens - landelijk VMR; naar IVM herleide cijfers 2005 I % Slachtofferschap van criminaliteit 2) Slachtofferschap totaal geweldsdelicten vermogensdelicten vandalismedelicten Onveiligheidsgevoelens Voelt zich wel eens onveilig Voelt zich vaak onveilig Voelt zich wel eens onveilig in eigen buurt Voelt zich vaak onveilig in eigen buurt 33,6 3,1 . . . . 29,5 2,5 . . 27,1 1,9 . . 25,3 1,9 25,5 2,1 15,4 1,8 25,8 2,4 17,0 2,0 26,3 2,4 16,5 1,9 32,4 6,3 18,3 16,4 30,7 5,5 17,5 15,2 29,1 5,7 15,7 14,7 28,6 5,6 15,0 15,0 26,1 5,4 13,2 13,6 26,9 5,7 13,3 14,2 25,4 5,5 12,5 12,7 2006 I 2007 I 1)

IVM 2008 I 2008 IV 2009 IV 2010 IV

1)

2)

Voor de periode 2005 t/m 2008-I zijn de VMR-gegevens herleid naar een vergelijkbaar niveau met de IVM op basis van de resultaten van de kleinschalig en parallel uitgevoerde VMR 2008. Hierdoor komen deze cijfers niet overeen met eerder of elders gepubliceerde reguliere VMRcijfers. Voor de periode 2005 t/m 2008-I heeft de VMR waarneming van slachtofferschap voor een groot deel betrekking op het voorafgaande jaar. Bij de IVM valt de waarneming voor het grootste deel in het jaar van onderzoek. Bron: Veiligheidsmonitor Rijk (VMR), 2005- 2008-I; Integrale Veiligheidsmonitor (IVM); 20082010.

CBS Persbericht PB11-018

pagina 3 van 5

Tabel 2 Slachtofferschap naar politieregio, IVM 2010 Slachtofferschap van criminaliteit totaal gewelds vermogens delicten delicten 1) 1) 1)

vandalisme delicten
1)

% Nederland Groningen Fryslân Drenthe IJsselland Twente Noord- en OostGelderland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Utrecht Noord-Holland Noord Zaanstreek-Waterland Kennemerland Amsterdam-Amstelland Gooi en Vechtstreek Haaglanden Hollands Midden Rotterdam-Rijnmond Zuid-Holland-Zuid Zeeland Midden- en West-Brabant Brabant-Noord Brabant-Zuid-Oost Limburg-Noord Limburg-Zuid Flevoland 25,4 23,1 21,8 16,8 22,4 19,1 19,6 23,7 24,8 24,6 24,1 25,5 28,5 36,1 26,7 30,9 24,4 31,9 23,7 20,6 25,1 27,3 26,6 21,1 25,2 24,6 5,5 6,1 4,1 3,4 5,9 3,8 4,2 4,8 5,8 5,0 3,9 5,3 6,0 7,9 5,6 7,0 6,8 7,5 5,4 4,9 4,9 4,5 5,5 4,6 6,7 5,0 12,5 11,2 10,8 8,3 8,2 9,4 9,1 12,7 11,7 10,6 7,8 11,6 7,9 9,1 11,7 11,9 12,1 13,4 13,4 15,0 17,4 13,2 17,2 11,9 16,7 11,9 9,2 12,2 13,3 13,7 11,0 10,4 11,9


-


-


-


-

+ + + -

+ +


-

12,0 12,7 12,2 11,7 12,0 14,0 20,5 + 13,8 15,1 + 11,6 14,1 10,9 10,2 11,9 15,6 13,1 8,8 14,3 12,1

+ + + -

1) Significant hoger (+) of lager (-) dan het landelijk gemiddelde. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor (IVM); 2010

CBS Persbericht PB11-018

pagina 4 van 5

Tabel 3 Onveiligheidsgevoelens naar politieregio, IVM 2010 Onveiligheidsgevoele ns voelt voelt zich zich vaak wel eens onveilig onveilig 1) 1)

voelt zich wel eens onveilig in eigen buurt

voelt zich vaak onveilig in eigen buurt

1)

1)

% inwoners 15 jaar en ouder Nederland Groningen Fryslân Drenthe IJsselland Twente Noord- en OostGelderland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Utrecht Noord-Holland Noord Zaanstreek-Waterland Kennemerland Amsterdam-Amstelland Gooi en Vechtstreek Haaglanden Hollands Midden Rotterdam-Rijnmond Zuid-Holland-Zuid Zeeland Midden- en West-Brabant Brabant-Noord Brabant-Zuid-Oost Limburg-Noord Limburg-Zuid Flevoland 26,3 21,0 18,7 18,0 21,5 19,2 18,8 28,0 25,8 28,0 24,8 23,9 26,3 36,7 29,1 32,6 25,1 31,9 22,3 18,1 30,3 25,1 27,1 25,5 31,1 24,6 2,4 1,1 1,4 1,3 1,1 0,9 1,8 2,6 2,7 1,2 1,7 1,8 1,7 4,4 1,8 4,7 1,3 3,8 1,6 1,3 2,9 2,9 3,8 1,9 2,9 2,5 16,5 13,8 8,4 10,4 11,3 11,4 10,6 15,4 14,6 16,9 12,6 14,8 17,3 26,8 17,7 24,1 15,1 21,2 12,6 11,7 18,3 16,0 17,0 15,7 22,6 16,2 1,9 1,0 1,0 1,5 0,9 0,7 0,9 1,9 1,1 1,1 1,3 2,1 1,7 4,1 1,1 3,8 1,4 2,9 1,1 0,8 1,4 2,5 3,0 1,4 2,6 2,0 -


-


-


-


-

+ + + -

+ + -

+ + + -

+ +


-


-

+

+

1) Significant hoger (+) of lager (-) dan het landelijk gemiddelde. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor (IVM); 2010

CBS Persbericht PB11-018

pagina 5 van 5


---- --