Nivel
Leerboek over communicatie in de zorg
NIVEL: communicatie in de zorg 10 februari 2011 | Hoe komt een
zorgverlener in een gesprek tegemoet aan de behoeften van een patiënt,
zonder zijn eigen doelstellingen uit het oog te verliezen? Hoe betrek
je zieke kinderen bij het gesprek? Hoe communiceer je met ouderen? Een
nieuw leerboek over communicatie biedt verpleegkundigen en andere
zorgverleners houvast.
Communicatie is een invloedrijk instrument, dat bijdraagt aan de
kwaliteit van leven en het welzijn van veel patiënten, stelt Sandra van
Dulmen, programmaleider bij het NIVEL en een van de auteurs van het
boek 'Communiceren in de zorg', een boek over het gesprek tussen
verpleegkundige en patiënt. Dit gesprek kan plaatsvinden op de
polikliniek of op een afdeling van een ziekenhuis, in een verpleeg- of
verzorgingshuis, bij een patiënt thuis of in een huisartsenpraktijk, of
op elke andere plek waar een patiënt en een verpleegkundige elkaar
ontmoeten.
Veranderende rol
Communicatie met patiënten is een belangrijk onderdeel van het werk van
verpleegkundigen. De auteurs gaan in op de veranderende rol van de
verpleegkundige, de veranderingen in de taakafbakening met de arts en
de vaardigheden die de verpleegkundige moet beheersen, waar goed
communiceren er één van is. Het gesprek tussen verpleegkundige en
patiënt komt terug in de preventieve, acute, chronische en intensieve
zorg. Omdat de communicatie met bepaalde patiëntengroepen specifieke
eisen stelt aan het gesprek, wordt in het boek apart aandacht besteed
aan verschillende belangrijke patiëntengroepen en gespreksdoelen.
Ouderen of kinderen
Naast een theoretisch kader biedt het boek ook antwoorden op praktische
vragen zoals: waar moet ik in de communicatie met ouderen speciaal op
letten? En waarin verschilt dat met een gesprek met zieke kinderen? Hoe
kan ik mijn patiënt informatie geven over een behandeling zodat hij of
zij die informatie ook onthoudt? Bij ouderen bijvoorbeeld moet je
rekening houden verminderd geheugen, gehoor, gezichtsvermogen, met het
sociale vangnet. Maar ook met de zorgen en vragen van de patiënt en
diens behoefte aan informatie. Hou er rekening mee dat emotioneel
belastende informatie bijvoorbeeld over de prognose het onthouden in de
weg kan staan, vertelt Sandra van Dulmen. Bij kinderen moet je
duidelijk maken dat je echt de mening van het kind wil weten, je echt
tot het kind richten. Je vraagt bijvoorbeeld de ouders pas later te
reageren en je vraagt het kind wat het zelf wil weten. Bij allochtonen
probeer je te achterhalen in hoeverre iemand zich identificeert met
westerse ideeën over gezondheid, wat ze precies verwachten en in
hoeverre ze de informatie begrijpen.
Auteurs
De drie auteurs doen al jarenlang onderzoek naar communicatie in de
zorg. Sandra van Dulmen is programmaleider bij het NIVEL (Nederlands
instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg), Julia van Weert is
universitair hoofddocent gezondheidscommunicatie bij de Amsterdam
School of Communication Research (ASCoR) van de Universiteit van
Amsterdam, Jesse Jansen is onderzoeker bij the Sydney School of Public
Health (Screening and Test evaluation Program) en het Centre for
Medical Psychology and Evidence-based Decision-making (CeMPED) van de
Universiteit van Sydney in Australië.
Samenwerkingspartners
- Universiteit van Amsterdam (ASCoR)
- Universiteit van Sydney (CeMPED)
---
Meer informatie
* Dulmen, S. van; Weert, J. van; Jansen, J. Communiceren in de zorg.
Groningen: Noordhoff, 2010. 128 p.