ChristenUnie
Grote steden niet opzadelen met onmogelijke OV-aanbesteding
donderdag 10 februari 2011 16:50 Dat het kabinet wil verkennen hoe de
efficiency van het openbaar vervoer in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam
beter kan, vindt de ChristenUnie een `prima' plan. Maar om dat goed te
doen, moet wel van tevoren zijn vastgesteld wat het minimale
kwaliteitsniveau moet zijn. "Aan de hand van die eisen aan reistijd,
lijnvoering, frequenties en zitplaatsen, moeten de private
vervoersbedrijven bepalen of zij die kwaliteit kunnen leveren voor
beschikbare budget. Anders moet de minister op zoek naar andere wegen
op kwalitatief openbaar vervoer de grote steden te waarborgen, want ze
kan de steden niet opzadelen met een onmogelijke
aanbestedingsopdracht", stelt Tweede Kamerlid Esmé Wiegman donderdag in
het spoeddebat over de aanbestedingen in het OV.
De bijdrage van Esmé Wiegman aan spoeddebat
Voorzitter, de ChristenUnie is voor een goed openbaar vervoer. Vooral
in de grote steden is dit een goed alternatief voor de auto. Maar ook
een noodzaak want anders slibben de binnensteden volledig dicht. In
Frankrijk en Duitsland worden in veel steden tramnetten uit de grond
gestampt. In Nederland wachten we nog steeds op de visie van de
minister op het openbaar vervoer waar de Kamer al 2 jaar geleden om
heeft gevraagd.
Waarom is die visie er nog niet? Dat komt omdat deze minister geen geld
heeft. Tijdens de coalitieonderhandelingen is er een dure rekenfout
gemaakt. De minister heeft dit al een paar keer erkend. Waarom is de
minister toen zij dat constateerde niet naar collega De Jager gegaan om
dit op te lossen? Waarom laat de minister de reiziger en het personeel
nu met het probleem zitten? Zelfs commerciële vervoerders zeggen dat de
nu nog te behalen efficiencywinst maximaal zo'n 50 miljoen is en niet
120 miljoen. Het probleem is nog veel groter, want ook op de zogenaamde
brede doeluitkering wordt gekort. Dat is nog eens 200 miljoen waarvan
een belangrijk deel ook door de grote steden moet worden opgebracht.
Je kunt niet wegbezuinigen wat al bezuinigd is. De minister moet nu,
volgens mij tegen haar zin, een botte bijl bezuiniging verdedigen. De
minister zegt dat het beeld dat veel lijnen zullen verdwijnen niet
klopt. Dit is nog totaal niet aannemelijk gemaakt door de minister. Er
zullen vast op minder drukke lijnen kleinere bussen kunnen worden
ingezet, er is ook vast nog wel te sleutelen aan de dienstregeling, en
de drie stadsvervoerders zouden samen kunnen werken, maar daar haal je
niet 320 miljoen mee binnen!
De minister gaat een verkenning doen naar mogelijke
efficiencymaatregelen. Prima. Maar de ChristenUnie wil dat de minister
eerst aangeeft wat de grenzen zijn met duidelijke garanties. Welk
kwaliteitsniveau zal het OV in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
gegarandeerd houden in termen van reistijd, lijnen, frequenties en
zitplaatsen? Vervolgens moet op basis van deze kwaliteitscriteria
worden getoetst of dit redelijkerwijs door de markt geboden kan worden
met het beschikbare budget. Als dat niet kan dan moet de minister terug
naar het kabinet.
Het amendement van de ChristenUnie om de bezuinigingen op het OV in
ieder geval voor 2011 terug te draaien is verworpen. Hoe kijkt de
minister daar nu tegenaan? Ik voorzie dat de minister de aanbesteding
van het OV straks nog verder moet uitstellen. Want voorzitter, de grote
steden moeten niet opgezadeld worden met een onmogelijke
aanbestedingsopdracht. Dan schuift de minister haar problemen af op de
grote gemeenten en uiteindelijk op de reiziger. En die reiziger met een
hoofdletter R moest toch voor deze minister voorop staan? Die reiziger
schiet niets op met de aangekondigde stakingen in het OV. Ik vroeg mij
vanochtend af: Kunnen reizigers hun declaraties voor geld terug
indienen bij deze minister? Want het kan toch niet de bedoeling zijn
dat de 3 grote steden en hun vervoerders ook dit nog moeten bekostigen?
Motie van het lid Wiegman-Van Meppelen Scheppink
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de regering een verkenning wil doen naar
efficiencyverbetering in het openbaar vervoer in de drie grote steden;
overwegende, dat voor efficiencyverbetering heldere kaders nodig zijn
over het minimaal vereiste kwaliteitsniveau;
verzoekt de regering
- in overleg met de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
een minimaal kwaliteitsniveau voor het openbaar vervoer in deze
gemeenten vast te stellen,
- daarbij op hoofdlijnen criteria voor reistijd, lijnvoering,
frequenties en zitplaatsen op te stellen,
- een onafhankelijke toets te laten uitvoeren naar de
haalbaarheid van dit kwaliteitsniveau binnen de kaders van de
voorgenomen bezuinigingen op de BDU en de specifieke OV-bezuinigingen
voor de drie grote steden
- en de Kamer hierover uiterlijk 1 juli 2011 te informeren
en gaat over tot de orde van de dag
Wiegman-Van Meppelen Scheppink
Esmé Wiegman