Politiebond ACP

ACP: `Hoogte verkeersboetes bron van onbegrip en agressie'

De ACP is vandaag door verschillende media benaderd over wat zij vindt van de frustraties van politiemensen over de hoogte van boetes. De ACP vraagt al langere tijd aandacht voor het onderwerp boetes in relatie tot het werkplezier van en geweld tegen politiemensen.

Dit jaar zijn de verkeersboetes met vijftien procent verhoogd. Voor boetes geldt dat de politiek (bestuurders) verantwoordelijk is voor het bepalen van de randvoorwaarden waarbinnen politiemensen werken. Een politieke keuze die niet zichtbaar wordt in Den Haag, maar bij politiemensen op straat. Zij worden immers geconfronteerd met scheldende en huilende burgers. Al eerder zei ACP-voorzitter Gerrit van de Kamp in het IKON radioprogramma De Andere Wereld het volgende over dit onderwerp: "In ons land zijn de boetes langzamerhand het doel geworden en niet langer het middel. Met als consequentie dat de hoogte van de straf en de overtreding niet meer met elkaar in verhouding staan." De ACP heeft de politiek destijds ook opgeroepen om haar verantwoordelijkheid te pakken.

Veiligheid

De ACP stelt zich de vraag of het boetebeleid in ons land zijn doel niet voorbij schiet. Het lijkt er op dat boetes worden gebruikt om de schatkist te spekken. De politieman/-vrouw wil echter geen ambtenaar van de belasting zijn. Gerrit van de Kamp: "Boetes zijn, hoe terecht ze ook uitgedeeld worden, een bron geworden van onbegrip en agressie. Niet bij iedereen, maar wel bij veel mensen. De agressie en het onbegrip richten zich niet tegen het bevoegd gezag, maar tegen de politie die uitvoert wat bestuurders aan wetgeving en beleid hebben bepaald." De ACP voorziet dan ook dat de verhoging van de boetes ook problemen oplevert voor de veiligheid van de politiemensen die de bekeuringen moeten uitdelen.