Vilans
* PERSBERICHT: Meer optimale medicatie behandeling voor cliënten door
verbetertraject medicatieveiligheid
PERSBERICHT: Meer optimale medicatie behandeling voor cliënten door
verbetertraject medicatieveiligheid
Utrecht, 8 februari 2011- Veel mensen in de langdurende zorg gebruiken
verschillende soorten medicijnen. Als dat er gelijktijdig vijf of meer
medicijnen zijn, spreken we ook wel van polyfarmacie. De kans op
fouten neemt hierbij toe. 31 teams uit 19 zorgorganisaties die
deelnamen aan het verbetertraject van Vilans, kenniscentrum langdurende
zorg en IVM (Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik), wisten het
aantal medicatie incidenten met 48% te verminderen.
Door verkeerd medicijngebruik belanden er jaarlijks 19.000 mensen in
het ziekenhuis en overlijden er elk jaar 1.250 mensen.
Medicatieveiligheid & Polyfarmacie
Dit succesvolle verbetertraject, uitgevoerd in het kader van Zorg voor
Beter, werd voor de vierde keer aangeboden. De specifieke aandacht voor
polyfarmacie in dit traject had als doel cliënten de meest optimale
medicatie behandeling te bieden. "Veel ouderen hebben te maken met
meerdere aandoeningen tegelijkertijd waarvoor medicatie nodig is. De
kans op interacties en bijwerkingen stijgt met het toenemen van het
aantal gebruikte medicijnen. Het vermijden van medicatiefouten is bij
polyfarmacie dan ook extra lastig. Goede samenwerking tussen de
verschillende disciplines zoals arts, apotheker en zorgverlener is bij
polyfarmacie dan ook noodzakelijk", aldus projectleider Marijke
Wigboldus van Vilans.
Ideale samenwerking
Vilans ontwikkelde samen met het IVM een procedure `Periodieke
Medicatiebeoordeling in zorginstellingen' die de ideale samenwerking
tussen verschillende disciplines beschrijft. Tijdens het verbeterjaar
voerden de deelnemers deze procedure uit in de eigen organisatie. Bij
75% van de organisaties is dat goed gelukt met als resultaat betere
medicatie behandeling voor cliënten. Wigboldus schetst de ideale
situatie rondom medicatieveiligheid: "Minimaal één keer per jaar moet
er een medicatiebeoordeling plaatsvinden samen met de apotheker en
(huis)arts. In verpleeghuizen moet dat twee keer per jaar gebeuren."
Bij voorkeur in een gesprek tussen arts, apotheker en een medewerker
van de zorginstelling.
De apotheker is daarbij verantwoordelijk voor de farmaceutische zorg en
controleert de medicatie, toedieningsvorm en dosering. De huisarts is
verantwoordelijk voor een goed voorschrijfbeleid. De medewerker van de
zorginstelling brengt tijdens die gesprekken de cliëntgebonden
medicatieproblemen in na overleg met de cliënt(vertegenwoordiger).
"Neem bijvoorbeeld een cliënt die moeite heeft met het slikken van veel
pillen. Dan kun je bekijken of de dosis één keer ingenomen kan worden
in plaats van verdeeld over een aantal keer op de dag. Rekening houden
met voorkeuren van cliënten bevordert het juist innemen van de
voorgeschreven medicatie."