ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman AO energie
Bijdrage Esmé Wiegman AO energie
dinsdag 01 februari 2011 16:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter.
Ik wil graag beginnen met het Europese energiebeleid. Stevige Europese
doelen voor duurzame en energiebesparing zijn nog steeds hard nodig.
Nederland staat kritisch tegenover Europese financiering van
energie-infrastructuur. Dat is enigszins begrijpelijk, omdat koplopers
op deze manier niet beloond zullen worden. Tegelijkertijd heb ik toch
ook wel een beetje de indruk dat onder het mom van het
subsidiariteitsbeginsel door de regering misschien wel heel gemakkelijk
geprobeerd wordt onder allerlei harde afrekenbare doelstellingen uit te
komen. Tevens merk ik een spanningsveld tussen enerzijds het standpunt
dat totstandkoming van de infrastructuur volgens de minister door de
markt moet worden gefinancierd en anderzijds de keuze die bij de
splitsing is gemaakt dat de infrastructuur in overheidshanden moet
blijven. Wat betekent dit alles voor de ontwikkeling van infrastructuur
die niet zomaar door de markt wordt opgepakt? Ik denk daarbij
bijvoorbeeld aan de smart grids, wind op zee, het stopcontact dat
gerealiseerd moet worden, en decentrale infra. Wat is daarin de taak
van de overheid en is de minister van plan om dat soort zaken voor zich
uit te schuiven of zullen die naar zijn oordeel juist op zeer korte
termijn gerealiseerd moeten worden?
De totstandkoming van een interne energiemarkt vindt de minister zeer
belangrijk om zo goedkoop mogelijk een CO2 -arme economie te
bereiken, maar ook dat lijkt mij wat gemakkelijk gezegd. Een interne
energiemarkt leidt toch hoofdzakelijk tot goedkopere energie en niet
automatisch tot schonere energie. Ik ben benieuwd wat er naar de mening
van de minister meer moet of kan gebeuren op dit vlak.
Dan de gasrotonde. Nederland ontwikkelt zich als gastrotonde maar wij
zijn niet de enigen. De eisen aan gaskwaliteit kunnen strenger worden,
maar dat zou ook wel weleens ten nadele kunnen zijn vanwege ons
laagcalorische Groningse gas. Ik ben ook erg benieuwd hoe dat zich
verhoudt tot onze concurrentiepositie en tot het risico dat Nederland
een soort afvoerputje wordt van een slechte kwaliteit gas.
Eventuele maatregelen zouden nog wel kosten met zich mee kunnen brengen
voor de belastingbetaler. Er wordt onderzoek gedaan. Ik heb ook
begrepen dat naast de Brattlestudie er ook door KEMA onderzoek is
gedaan en dat er al verschillende rapporten zijn verschenen. Een aantal
ervan hebben wij nog niet gezien. Graag zou ik deze rapporten willen
ontvangen. Het lijkt mij goed dat dit alles ook betrokken wordt bij de
kosten-batenanalyse die gemaakt moet worden.
Dan nog een enkele opmerking over SDE en SDE-plus. Allerlei mooie
woorden worden daaraan gewijd in de stukken. De green deal hangt
daarbij steeds in de lucht, maar ik ben heel erg benieuwd wanneer er nu
eindelijk eens actie komt. Groene ondernemers zitten al bijna een jaar
in onzekerheid over de toekomst van duurzame energie. De ChristenUnie
ziet graag een betrouwbare overheid. Breed gedragen suggesties liggen
voor het oprapen, zoals het burgerinitiatief Nederland krijgt nieuwe
energie. Als burgerinitiatief is dat weliswaar afgewezen, maar de
suggesties die vanuit de betrokken groep worden gedaan zijn natuurlijk
niet minder interessant. Graag hoor ik hierop de reactie van de
minister.
De minister heeft zich nog geen fan getoond van zonnestroom. Hij kan
echter deze krachtige sector niet negeren want het aandeel groeit nog
steeds en in andere landen overtreft zonnestroom de verwachtingen. De
Technische Universiteit Delft laat weten dat er mogelijkheden zijn om
zonnestroom nog beter te laten renderen. Wat gaat de minister met deze
suggestie doen? Lopen we nu niet het risico dat we kennis verliezen aan
andere landen?
De heer Van Vliet (PVV): Ik hoorde u zeggen dat zonne-energie nog beter
gaat renderen. Dit suggereert dat het nu al goed rendeert. Kunt u dat
toelichten? Volgens mij rendeert zonne-energie namelijk helemaal niet
goed.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Goed, beter,
best. De Technische Universiteit laat weten dat zonnestroom meer
rendabel kan zijn. Het is mij bekend dat de resultaten nu nog
onvoldoende zijn, maar feit is dat de techniek op dit punt zich wel
verder ontwikkelt. Het is dan nu de vraag of we wat er in Nederland
gebeurt aan ontwikkeling op dat terrein naar het buitenland laten
verdwijnen of dat we de zonnestroom wel degelijk goed in de gaten
houden en we die in Nederland een plek geven.
Ik ga ervan uit dat offshore-windenergie wordt opgenomen in de green
deal. Wanneer komt er nu eindelijk een reactie van de Taskforce
Windenergie op Zee? We hebben helderheid nodig voor investeerders en
voor het vergunningenbeleid en de infrastructuur.
Tot slot het kernafval. Het is nog steeds een theoretische en dus geen
praktische werkelijkheid dat we kernafval effectief kunnen opwerken.
Dat heb ik vorig jaar al opgemerkt bij de behandeling van de wet
hierover. Directe opslag van gebruikt splijtstof bij COVRA in Borssele
zou risicovolle transporten naar Frankrijk kunnen voorkomen en
vermindert de radioactieve belasting van milieu en verspreiding van
radioactieve afvalstoffen. Ik wil eigenlijk de minister tegenspreken.
Hij zegt dat de keuze voor opwerking is aan de exploitant. Dat lijkt
mij dus niet. Als opslag niet mogelijk is, zoals ook blijkt uit de
notitie, en er toch weer sprake is van opwerking, zijn daarvoor
simpelweg internationale verdragen en nieuwe contracten nodig. Dan komt
die overheid wel degelijk om de hoek kijken. Kortom, de conclusie uit
de feitennotitie en de beantwoording in het schriftelijk overleg zijn
ontnuchterend. Bij de veronderstelde duurzaamheid van kernenergie zijn
nog grotere vraagtekens te plaatsen. De ChristenUnie heeft altijd
gesteld dat het denken over kernenergie niet stil behoeft te staan maar
dat voor het "doen" en zeker voor de uitbreiding van kernenergie aan
een belangrijke voorwaarde zal moeten worden voldaan: er moet een
duurzame en betrouwbare oplossing zijn voor het kernafval. Zeker uit de
schriftelijke beantwoording blijkt dat die er nog niet is.
Esmé Wiegman