Rechtbank Utrecht
Zeister broers veroordeeld voor mensenhandel
13 december - Twee broers uit Zeist van 40 en 23 jaar oud zijn maandag
door de rechtbank in Utrecht veroordeeld wegens mensenhandel,
verduistering en oplichting.
De oudste broer kreeg een gevangenisstraf van 26 maanden, waarvan 12
maanden voorwaardelijk voor mensenhandel met vijf meisjes, oplichting
en verduistering. De jongste broer kreeg voor mensenhandel met drie
meisjes - waarbij hij in twee gevallen een veel kleinere rol had dan
zijn broer - vijf gevallen van verduistering en twee oplichtingen een
gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk. Ook
kreeg hij een werkstraf van 240 uur.
De slachtoffers reageerden in eerst instantie meestal zelf op een
advertentie om in de prostitutie te werken. Met name de oudste broer
heeft een deel van de vrouwen vervolgens overgehaald om meer te werken
dan zij aanvankelijk van plan waren, ook tijdens ziekte, en min of meer
gedwongen om meer seksuele handelingen te verrichten dan zij eigenlijk
wilden. Met twee van de meisjes heeft de oudste verdachte een relatie
onderhouden en hen op die manier emotioneel extra afhankelijk gemaakt.
Een groot deel van opbrengst hielden de verdachten zelf.
Sommige vrouwen die via de twee broers werkten, waren mondig genoeg om
eigen keuzes te maken. Zij kregen ook veelal een groter deel van het
geld. Juist de meisjes ten aanzien van wie mensenhandel bewezen is
verklaard hadden echter niet die vrije keuze: het waren beïnvloedbare
meisjes, ze waren emotioneel afhankelijk, hadden dringend geld nodig,
werden misleid of ze verkeerden anderszins in een kwetsbare positie.
Bij hen was daarom volgens de rechtbank sprake van een situatie waarin
zij niet of in verminderde mate vrij waren een bewuste keuze te maken.
In zo'n geval is juridisch gezien sprake van mensenhandel, oordeelde de
rechtbank. Dat de vrouwen dat soms zelf anders zien, zoals de
verdediging had gezegd, doet daar niet aan af.
Beide broers mogen zich niet meer bezighouden met
prostitutiewerkzaamheden en escortservices. Ze moeten ook forse
schadevergoedingen betalen aan de slachtoffers, voor de oudste broer
tot een bedrag van totaal meer dan EUR 80.000,-
De rechtbank ging niet mee met de raadslieden, die
niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bepleitten, onder
meer omdat de politie te sturend bezig zou zijn geweest. De straf wel
is lager dan geëist, maar de rechtbank vindt ook niet hetzelfde bewezen
als het Openbaar Ministerie.
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 13 december 2010