Groen!
"Europese Visserijministers moeten boter bij de vis doen"
door Bart Staes (Europese fractie) op 12 december 2010 in "Voeding en
landbouw"
De Europese ministers van Visserij komen maandag en dinsdag bijeen om
de jaarlijkse vangstquota voor veel vissoorten vast te stellen.
Minister Kris Peeters zit als Europees voorzitter voor het laatst de
visserijraad voor en het is zijn kans om nu eindelijk te doen wat hij
al vaker preekte: het Europees visserijbeleid richting duurzaamheid
sturen. "Jarenlang zeggen beleidsmakers dat ze rekening houden met
wetenschappelijke adviezen, maar in de praktijk wint elke keer opnieuw
het korte termijn denken. Mariene ecosystemen én de visserijsector zijn
zo ten dode opgeschreven," aldus Europees parlementslid Bart Staes
(Groen!).
"Als we doorgaan met het huidige beleid en visserijpraktijken, dan
blijven tegen 2020 van de 136 visbestanden in Europese wateren nog
slechts 6 tot 8 soorten over." Dat zei Europees commissaris voor
visserij Maria Damanaki eind september in het Europees parlement.
Damanaki pleit terecht voor een zeer ambitieus hervormingsprogramma
voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, waarvoor zij over enkele
maanden plannen op tafel zal leggen. "Het is heel eenvoudig: de
visserij zal duurzaam worden of zal niet zijn. Als we rekening willen
houden met toekomstige generaties is er eigenlijk geen keuze," aldus
Bart Staes. "We weten dit al vele jaren maar het hervormen van het
Europese visserijbeleid is al twee keer mislukt. Het roer moet om en
het is nu of nooit. De Europese visserijministers kunnen de komende
twee dagen laten zien dat ze de boodschap eindelijk écht begrepen
hebben en bereid zijn tot een cultuuromslag gebaseerd op duurzaamheid."
Lege Zee?
De rol van de Europese lidstaten is hier cruciaal, want de bevoegde
ministers moeten de hervormingen samen met het EP goedkeuren, maar
vooral het vervolgens ook uitvoeren en controleren. En daar loopt het
fout. Zij bewegen op officiële bijeenkomsten altijd weer richting
gevestigde korte termijn belangen en de status quo. Staes: "Een heel
recent voorbeeld was de ICCAT ( International Commission for the
Conservation of Atlantic Tunas ) die eind november in Parijs werd
afgesloten. ICCAT moet jaarlijks beslissen hoeveel Atlantische tonijn
en andere grote vis er mag gevangen worden. Europees voorzitter Kris
Peeters heeft daar de oren laten hangen naar lidstaten als Frankrijk en
Spanje die een sterke tonijnvisserij hebben. Daarmee staat de
blauwvintonijn als soort weer een stap dichter bij uitsterven."
Staes hekelt de lidstaten die wetenschappelijke adviezen stelselmatig
negeren: "Dit terwijl we weten dat liefst 88% van de Europese
visbestanden overbevist is. Bovendien is er het probleem dat we steeds
in diepere wateren gaan vissen én er een sterke illegale visvangst is.
Damanaki zei het als volgt: ` Er zijn ministers die zeggen voor
bescherming van het mariene milieu te zijn, voor duurzame visserij maar
dan vervolgens de quota verhogen' . Als de wetenschap adviseert om het
quotum voor een bepaalde vissoort op 10.000 ton te houden, wordt het na
de visserijraad bijvoorbeeld 20.000."
Staes: "Begin november stelde Peeters zelf nog dat `wetenschappelijk
advies essentieel is voor een duurzame visserij'. Maar met wetenschap
wordt steeds opnieuw - zie ICATT - een loopje genomen door overheden.
Een groep Britse wetenschappers analyseerde hoe er met quota wordt
omgegaan. Ze tonen aan dat voor 68.5% van de gevallen de door de
Europese visserij ministers toegekende quota hoger waren dan het advies
van de wetenschappers. Uit hun cijfers blijkt ook dat in de periode van
na 2003 de quota-overstijgingen groter waren dan in de periode van vóór
de hervormingen. In de jaren 1987-2007 werd 52 keer een volledige
visvangststop aanbevolen. Geen enkele keer werd een moratorium
ingesteld. Dit alleen al komt neer op het toestaan van het vissen van
ongeveer 418.000 ton vis tegen wetenschappelijk advies in. Dit jaar
gepubliceerd onderzoek in Nature toont aan dat de productiviteit van
visserijbestanden de laatste eeuw spectaculair is gedaald door
industriële visserij. De ministers laten begaan tot de zee leeg is, zo
lijkt het"
Staes: "Ook Kris Peeters doet dat al jaren als bevoegd minister voor
visserij in Vlaanderen. Het beste en meest eenvoudige voorbeeld is
bijvoorbeeld de VLAM die ook dit jaar er weer in slaagde om een vis te
promoten die overbevist is: de zeeduivel. Het gaat om een diepwatervis,
waarbij het wetenschappelijk advies is om de visserij-inspanning ervan
te beperken omdat de soort wordt beschouwd als heel gevoelig voor
overexploitatie. De Vlaamse overheid spendeert geld om de consumptie
van zeeduivel aan te wakkeren."
Boomkor
Ander voorbeeld. Begin 2009 presenteerde het Vlaamse visserij-instituut
ILVO een studie aan Peeters, waaruit bleek dat omschakeling van de
verwoestende en dure boomkorvisserij richting duurzame visserij niet
alleen ecologisch noodzakelijk was, maar ook economisch leefbaar. Want
ecologisch is de boomkor niet duurzaam. In Vlaanderen zit die op 80 %
bijvangsten: op elke duizend kilo vis, wordt 800 kilo vis en zeedieren
dood terug in zee gegooid (omdat ze te klein zijn of niet tot de soort
behoort waarvoor de reder een quotum heeft). En het kost zo'n 2,5 liter
olie per kilo gevangen vis!"
Staes: "Peeters sprak daar lovende woorden en vervolgde met aan de
aanwezige reders te zeggen dat hij toch mooi de quota had verhoogd, mét
respect voor de wetenschap. Die wetenschappelijke gegevens heb ik
opgevraagd, maar nooit mogen ontvangen. Er is géén sprake van
omschakeling van de Vlaamse visserijvloot, integendeel. De Vlaamse
overheid subsidieert met Europees geld het zogenaamd energiezuiniger
maken van boomkorvloot. Maar die 60% subsidie voor energie-efficiëntere
motoren komt in de praktijk neer op het opdrijven van de boomkor-
destructiviteit en bovenal op het bestendigen van de boomkor met nog
eens 20 jaar, vanwege de afschrijftijd van de motoren. Of hoe Europese
gelden dienen om de meest destructieve visserijmethode te subsidiëren."
SDVO opheffen
De Vlaamse overheid en bepaalde actoren als de Rederscentrale en de
Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO), presenteren zich
als vriend van de visserijsector. Het tegendeel is waar. De SDVO
weigert elke verantwoording ondanks dat ze tot 2009 minstens tien
miljoen belastinggeld ontving. Er vindt geen enkele onafhankelijke
controle plaats over wat er gedaan wordt met die gelden. Staes: "Reeds
eind 2008 klaagde ik de praktijken van de SDVO aan. Peeters zei
destijds steevast geen gezag over SDVO te hebben. Intussen blijkt dat
ook Peeters heeft begrepen dat de SDVO niet deugt: het leed op 2 jaar
tijd maar liefst 7 miljoen euro verlies, geld van de noodlijdende
visserijsector vermoedelijk verbrast door verkeerde beleggingen. In het
kader van subsidies uit het nieuwe programma van het Europees
Visserijfonds werd geen enkel SDVO-project goedgekeurd en bovendien
moest het SDVO zelfs 100.000 euro terugbetalen aan de Vlaamse overheid.
Opheffen die club, er is al teveel tijd en geld verloren!"
Volgens Staes zal het overleven van verschillende vissoorten vooral
afhangen van ons gezamelijke consumentengedrag: "In het geval van
tonijn: simpelweg geen tonijnsushi meer. Het is daarom hoopgevend dat
enkele grote ondernemingen zoals Delhaize, Carrefour en Ikea afgelopen
week het `Tuna Market Manifesto' van de milieuorganisatie WWF
ondertekenden en zo afspraken om geen Atlantische of mediterrane
blauwvintonijn meer te verkopen."
Ook in de Verenigde Staten hebben hervormingen van het visserijbeleid
vele jaren geduurd en kwamen die pas echt van de grond toen de
grootdistributie het roer omgooide: "In Nederland hebben de
supermarkten beslist dat tegen 2011 alleen nog maar `goede vis', dus
duurzaam gevangen vis verkocht zal worden. In België is momenteel
eenzelfde evolutie aan de gang. Ketens als Delhaize en Colruyt, Center
Parks of Burger King kopen bijna uitsluitend nog duurzaam gevangen of
gekweekte vis in, vaak geïmporteerd uit landen als IJsland. De Vlaamse
overheid zou afspraken kunnen maken met de grootdistributie om afname
van Belgische, duurzame vis te verzekeren. Maar dan moet dat aanbod er
wel komen."