Onderzoek (financiele) haalbaarheid privatisering WGA loont


Met het privaat verzekeren van het WGA risico wordt een forse premie- aanpassing van het UWV per 1 januari a.s. voorkomen

TILBURG, 20100824 -- Wegéon adviseert werkgevers om nu een onderzoek financiële haalbaarheid privatisering WGA op te starten en niet langer te wachten op een besluitvorming vanuit Den Haag. Werkgevers, die de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) nu nog bij het UWV hebben verzekerd, krijgen in 2011 opnieuw te maken met een behoorlijke lastenverhoging. Uit de juni-nota van het UWV blijkt namelijk dat de WGA -premie in 2011 naar verwachting met minimaal 11 procent stijgt. Privaat verzekeren heeft (financiële) voordelen. Wacht dus niet langer!

Eigenrisicodragen heeft absoluut voordelen en biedt grote besparingsmogelijkheden, maar die moeten vooraf wel goed in kaart worden gebracht. Wegéon kan daarbij ondersteunen. Met het financiële rapport "Financiële haalbaarheid WGA" laat Wegéon in één oogopslag naast de premievoordelen ook de overige voordelen en aandachtspunten zien.

Relaties van Wegéon (een landelijk werkende casemanagement organisatie, welke namens werkgevers de actieve uitvoering van de verzuimregie rol voert) worden bovendien ook na de wachttijd WIA intensief m.b.t. verzuim en re-integratie begeleid en hebben gratis toegang tot de diensten van de Stichting Centraal Orgaan Bezwaar en Beroep Eigenrisicodragers (COBBE), het private uitvoeringsorgaan voor de bezwaar en beroepsprocedure, welke eigenrisicodragers moeten hebben.

Piet Hein Donner (minister Sociale Zaken) liet de Tweede Kamer voor de val van het kabinet nog weten de WGA volledig te gaan privatiseren. Tot die tijd kunnen werkgevers eens per halfjaar kiezen of zij het WGA- risico willen onderbrengen in een publieke of private verzekering. Door de val van het kabinet is de verplichte privatisering in de ijskast terecht gekomen.

Linkels, directeur Wegéon en bestuurslid COBBE, meldt dat inmiddels een kleine 30 procent van alle werkgevers uit het publieke bestel is gestapt. Vooral kleine werkgevers zitten tot op vandaag nog bij het UWV omdat ze enerzijds niet weten dat ze het risico ook privaat kunnen verzekeren en anderzijds omdat het om een ingewikkelde materie gaat. Onwetendheid dus! Hiermee laten de kleine werkgevers veel (financiële) voordelen liggen, aldus Linkels.

Verzekeraars kunnen maatwerk leveren en zijn daardoor efficiënter. Dit maatwerk aangevuld met een juiste ondersteuning van een arbodienst bespaart de werkgever veel geld. Traditionele arbodiensten stoppen de verzuimbegeleiding na de wachttijd WIA. Bij het privaat verzekeren van het WGA- risico is dit niet verstandig. Dit geldt overigens ook voor het "standaard" ontslag geven na de WIA- beoordeling. Met het ontslag geven na de WIA- beoordeling is er namelijk tussen de werkgever die eigenrisicodrager voor de WGA is en de (ex) werknemer geen gezagsverhouding meer en kan de (ex) werknemer dus niet meer aangestuurd worden op zijn re-integratieverplichtingen.

Werkgevers weten bij verzekeraars qua premiestelling waar ze aan toe zijn. Bij het UWV schommelt de premie elk jaar fors. Zo steeg voor kleine werkgevers (met een loonsom van minder dan euro 730.000, -) de premie voor 2010 met 118 procent. Grote werkgevers betalen een premie binnen een bepaalde bandbreedte en in veel gevallen is ook die gestegen. Bij verzekeraars ligt de premie vast voor drie tot vijf jaar.

De rekenpremie (van het gedifferentieerde deel van de WGA) is momenteel 0,59 procent en wordt vanaf 1 januari 2011 0,66 procent. Opnieuw een forse verhoging! Afhankelijk van de WAO en WGA-instroom sinds 2004 vindt er vervolgens een korting of opslag op deze rekenpremie plaats. Werkgevers met veel instromers gaan meer betalen dan de rekenpremie. Werkgevers met weinig instromers gaan minder betalen. Het verzuimbeleid uit het verleden bepaalt dus de premie. De premie aanpassing heeft een flinke stijging van de sociale lasten tot gevolg. Niet alleen voor de werkgever maar ook voor de werknemer. Veel werkgevers kiezen er namelijk voor om 50 procent van de premie door te belasten aan de werknemer.
De minimum gedifferentieerde WGA premie bedraagt nu 0,59 procent voor kleine werkgevers en 0,06 procent voor grote werkgevers. De maximum premie voor kleine werkgevers is 1,59 procent en voor grote werkgevers 2,12. De grens klein/groot ligt op 730.000 euro (gemaximeerde premieloon). Een eventuele aanpassing voor 2011 van bovengenoemde percentages en de grens klein/ groot wordt in november 2010 bekend gemaakt.

Vlak voor het kabinet viel, werd er gespeculeerd op een verplicht uittreden. Minister Donner wilde de gehele markt privatiseren, wat mogelijk ongunstig kan uitpakken voor schone werkgevers (werkgevers met een laag verzuim en een lage WAO en WGA- instroom) die blijven zitten bij het UWV. Linkels denkt dat een verplichte privatisering van de WGA nog wel even kan duren. Het tijdstip van de verplichte uittreding is sinds de val van het kabinet niet duidelijk en het ligt niet in de lijn der verwachting dat hierover binnen een afzienbare tijd duidelijkheid over zal komen.

Vrijwillig uittreden, kan tweemaal per jaar, wie per 1-1-2011 het WGA-risico onder wil brengen bij een verzekeraar, moet dat voornemen voor 1-10-2010 bij de Belastingdienst melden. Wachten op een verplichte privatisering vanuit de overheid en in de tussentijd de premiestijgingen van het UWV maar accepteren hoort volgens Linkels niet tot risicomanagement. Hij adviseert werkgevers daarom nu te laten onderzoeken of privatisering van de WGA voordelig is.

Tot slot geeft Linkels een tip. Bij het privaat gaan verzekeren van de WGA kan een werkgever (meestal) volstaan met het verzekeren van zijn werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werkgever dient hierbij wel een goede
administratie bij te houden en attent te zijn op het omzetten van contracten van bepaalde tijd naar onbepaalde tijd en de verlenging van contracten met bepaalde tijd, zodat niet automatisch een contract voor onbepaalde tijd ontstaat.