ChristenUnie
'Palestijnen hebben ook aan vrede te werken'
maandag 31 mei 2010 21:28 The Rights Forum - met Dries Van Agt -
streeft een rechtvaardig Midden-Oostenbeleid na, maar vertelt daarbij
het halve verhaal. Dat schrijft Tweede Kamerlid Joël Voordewind vandaag
in dagblad Trouw. Voordewind beschrijft een betere route naar een
rechtvaardig Midden-Oostenbeleid dan het leggen van de bal bij alleen
Israël. Felle woorden over Israël en vrome woorden over de Palestijnen
doen geen recht aan het conflict, en al helemaal niet aan de oplossing.
'Zonder levensvatbare Palestijnse staat geen tweestatenoplossing,
zonder tweestatenoplossing geen vrede' stellen ex-premier Dries van Agt
en Martin Siepermann vast namens The Rights Forum, dat zich sterk maakt
voor een rechtvaardig Midden-Oostenbeleid. Dit klopt helemaal, Van Agt
en consorten slaan hier de spijker op de kop. Maar ze vergeten - bewust
of niet - een aantal zaken die bijdragen aan de vrede en aan een
rechtvaardig Midden-Oostenbeleid. Van Agt vertelt het halve verhaal.
Vrede én een levensvatbare Palestijnse staat zijn nu namelijk
onmogelijk door de tweestrijd tussen Hamas en Fatah. Het scheppen van
voorwaarden voor vrede is uiteraard een verantwoordelijkheid van
Israël, maar ook van de Palestijnen. Ook zij moeten een bijdrage
leveren aan het verbeteren van de weg richting vrede. Zolang de
Palestijnen niet met één mond spreken, is het voeren van
onderhandelingen over een tweestatenoplossing niet mogelijk. Tot die
tijd blijft het een conflict van drie 'staten': Israël, Gaza en de
Westelijke Jordaanoever. Dat Van Agt niet schrijft dat de Palestijnen
ook een van de sleutels tot vrede in handen hebben, is hem en zijn
geestverwanten kwalijk te nemen.
"Israël zal moeten kiezen tussen vrede en bezetting", schrijft Van Agt.
Was het maar zo eenvoudig! Israël betaalt dagelijks een prijs voor zijn
bestaan: raketbeschietingen vanuit Gaza, constante dreiging vanuit Iran
en Hezbollah, en buurlanden die Israël liefst in de Middellandse Zee
zien verdwijnen. Van Agt vraagt meer repressie, maar dat wordt op
Israël al veel uitgeoefend. Dit neemt niet weg dat bevriende landen -
zoals Nederland - kritisch kunnen zijn richting de Israëlische
overheid.
Uiteraard is het verkeerd dat Israël bevriende staten provoceert door
nieuwe bouwplannen aan te kondigen in tijden dat dit de vrede absoluut
niet dient. Maar Israël heeft uiteindelijk geluisterd naar haar
kritische vrienden en heeft mede op aandringen van de VS en Nederland,
de bouwplannen in Oost-Jeruzalem stilgezet. Dit is een concessie die
bedoeld is om de vrede voor de Israëliërs en de Palestijnen te dienen
en meer betekent dan op het eerste gezicht lijkt. Bouwplannen zijn op
zich meestal niet als provocatie bedoeld; waar de bevolking door
natuurlijke aanwas groeit, moet worden gebouwd. Het is goed om te zien
dat beide partijen bereid zijn met elkaar - al is het indirect - om
tafel te zitten en te werken aan vrede.
Een Israëlisch lidmaatschap van de Oeso - een economisch
samenwerkingsverband voortgekomen uit het Marshallplan en dus niet een
politiek verband zoals Van Agt doet voorkomen - kan een middel zijn dat
leidt tot vrede of stappen in die richting. Oeso-leden moeten namelijk,
behalve onderling, ook bijdragen aan economische ontwikkeling van
niet-lidstaten. Met Israël als enig Oeso-lid in het Midden-Oosten heeft
Israël straks een belangrijke taak in het verbeteren van de economische
positie van zijn buurlanden. Zoals Europese landen in de tweede helft
van de 20ste eeuw hebben laten zien, kan dat leiden tot voorspoed en
vrede. Een hoopvolle gedachte.
Binnen deze gedachte past het streven van de ChristenUnie om in
bilateraal en EU-verband te komen tot het stimuleren en subsidiëren van
samenwerking tussen Israëliërs en Palestijnen, om ervoor te zorgen dat
voor beide de economische groei toeneemt en er wederzijdse
afhankelijkheid én vertrouwen ontstaat. Een goede aanzet hiertoe zou
kunnen zijn, inhakend op de herstarte gesprekken tussen de twee, een
vervolg te organiseren op de Gaza-top in Sharm el-Sheik van januari
vorig jaar, waar 4,5 miljard is toegezegd maar waarmee nog niets gedaan
is.
Dit is een betere route naar een rechtvaardig Midden-Oostenbeleid dan
het leggen van de bal bij alleen Israël. Felle woorden over Israël en
vrome woorden over de Palestijnen doen geen recht aan het conflict, en
al helemaal niet aan de oplossing.