Plant Research International
biologische glastuinbouw blijft lastig
Biologische beheersing van wortelknobbelaaltjes in biologische
glastuinbouw blijft lastig
18 mrt 2010
Onderdeel: Plant Sciences Group
Voor de biologische glastuinbouw is nog geen eenvoudige, eenduidige
techniek of methode beschikbaar voor de effectieve beheersing van
problemen met wortelknobbelaaltjes. Dat blijkt uit een rapport over
onderzoek van de Plant Sciences Group van Wageningen UR dat vandaag
verschijnt.
Foto: Wortelknobbelaaltjes zorgen voor misvorming van de wortels. De
planten kunnen daardoor geen water en voedingsstoffen meer opnemen,
waardoor ze zelfs volledig dood kunnen gaan.
* Rapport: "Biologische beheersing van wortelknobbelaaltjes in de
biologische teelt van groenten en bloemen onder glas"
Bij het onderzoek werden technieken en methoden zoals biofumigatie,
afwijkende teeltsysteem en de inzet van biologische bestrijders naast
elkaar gezet. Volgens de coördinator van het onderzoek, André van
der Wurff, bestaat de oplossing voorlopig nog uit een pakket aan
maatregelen, waarbij telers een aanpak kiezen op basis van het soort
wortelknobbelaaltje, het geteelde gewas, het bedrijfstype en de
bodemsamenstelling.
Van der Wurff, medewerker van Wageningen UR Glastuinbouw van de Plant
Sciences Group: âOp dit moment wordt het stomen van de grond gezien
als de meest effectieve manier om de wortelknobbelaaltjes
(meloidogyne-soorten) te bestrijden. Maar die techniek heeft grote
nadelen: ook het andere bodemleven wordt gedood en er is veel energie
nodig. Het onderzoek richtte zich daarom op alternatieve technieken
voor de beheersing van de schade die door de aaltjes wordt
aangericht.â
De onderzoekers toetsten een groot aantal middelen voor de biologische
bestrijding van wortelknobbelaaltjes. Alleen borium en enkele nog niet
toegelaten plantenextracten waren in zekere mate effectief, maar geen
enkel middel was in staat om de aaltjes volledig te bestrijden.
Het onderzoek naar biologische grondontsmetting liet zien dat het
onttrekken van zuurstof aan de grond, door het onderwerken van vers
organisch materiaal, de best voorspelbare resultaten leverde.
Biofumigatie, door vrijkomend isothyonaat-gas na het onderwerken van
bijvoorbeeld koolbladeren, leidt niet eenvoudig tot voorspelbare
resultaten. Dat wordt veroorzaakt door de grote invloed van
bijvoorbeeld de leeftijd van de bladeren en de gebruikte koolsoort.
De inzet van de biologische bestrijder Pasteuria penetrans, een uit
Japan afkomstige bacterie, bleek effectief te zijn tegen verschillende
soorten wortelknobbelaaltjes. Zo werden de aaltjessoorten Meloidochyne
javanica en Meloidochyne incognita in het onderzoek goed bestreden.
Maar de pasteuria-bacterie bestrijdt niet alle aaltjes goed genoeg.
Daarnaast is het gebruik van de bacterie in Nederland nog niet
toegestaan.
Ook het gebruik van speciale teeltsystemen kan bijdragen aan het
beheersen van de problemen met wortelknobbelaaltjes. Het zogenoemde
Baijens teeltsysteem bleek goede mogelijkheden te bieden voor het
bestrijden van de aaltjes tijdens de teelt van komkommers. Bij dit
teeltsysteem wordt het aantal komkommerplanten van twee rijen in één
rij geplant, waarna de planten boven de grond uit elkaar worden
geleid. Zo blijven er tussen de rijen veel bredere stroken grond over,
die daardoor beter gebruikt kunnen worden voor maatregelen voor de
beheersing van de problemen met de aaltjes, bijvoorbeeld door de teelt
van aaltjesbestrijdende planten of door biologische grondontsmetting
tijdens de teelt.
Alle uitkomsten overziend, concluderen de onderzoekers dat er voor de
biologische glastuinbouw geen kant-en-klare methode of techniek
beschikbaar is voor de beheersing van de problemen met
wortelknobbelaaltjes. Van de Wurff: âBiologische telers zullen hun
eigen situatie goed moeten analyseren en kunnen dan veelal het beste
een aanpak kiezen waarbij meer dan één techniek gebruikt wordt.â
---