Datum 17 maart 2010 2010Z03195/2010D09182
Onderwerp Onderzoek commissie Kist
-
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 21 januari 2010 heeft de toenmalige
Staatssecretaris toegezegd uw Kamer te informeren over de onderzoeksopdracht
aan de Commissie Kist inzake de opbrengstneutraliteit van de invoering van de
OV-chipkaart.
Met deze brief breng ik u op de hoogte van de opdracht die ik aan de Commissie
Kist heb verleend. Centrale doelstelling van het onderzoek is het vooraf toetsen
van de eis van opbrengstneutraliteit per decentrale overheid.
Het onderzoek van de Commissie Kist richt zich op de volgende
onderzoeksvragen:
1. Onderzoek op welke wijze de tarieven in de duale fase van de OV-chipkaart
door de decentrale overheden worden berekend en vastgesteld.
2. Geef op basis van dit onderzoek, voorafgaand aan de toets van het ministerie
van VenW bij het besluit tot uitzetten van het NVB, per decentrale overheid een
oordeel over de opbrengstneutraliteit.
3. Bied per decentrale overheid inzicht in de kosten van de aanschaf van de OV-
chipkaart voor de reiziger.
4. Bied per decentrale overheid inzicht in de bandbreedte in de afwijkingen die
ontstaan voor groepen reizigers (spreiding).
Mede naar aanleiding van de recente mediaberichten heb ik de Commissie Kist
gevraagd om in het onderzoek ook in te gaan op bijzondere kwesties zoals die in
de provincie Zuid-Holland, waarbij in één scenario sprake zou zijn van een
terugval in het aantal reizigers zodra de OV-chipkaart het enige betaalmiddel is.
a
agina 1 van 2
P
De Commissie Kist zal per decentrale overheid rapporteren over zijn bevindingen.
Ons kenmerk
Gestart wordt met de Stadsregio Amsterdam. Mede vanwege dit onderzoek VENW/DGMo-2010/2657
verwacht ik niet eerder dan medio april 2010 mijn voornemen tot een besluit
kenbaar te maken over het verzoek van de Stadsregio Amsterdam om het NVB uit
te zetten. De Stadsregio Amsterdam is daarvan op de hoogte gesteld. Het spreekt
vanzelf dat ik dit voornemen direct naar de Tweede Kamer zal sturen, zodat uw
Kamer in de gelegenheid is hierover met mij te spreken, alvorens ik het
voornemen per ministeriële regeling omzet in een daadwerkelijk besluit.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 2 van 2
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat