Ministerie van Defensie
Vakbonden peilen stemming in Afghanistan
4 december 2009, 14.53 uur
Vertegenwoordigers van de militaire vakbonden hebben de afgelopen week
Afghanistan bezocht. Zij spraken daar met de Nederlandse militairen
over hun werkomstandigheden.
Jean Debie (voorzitter VBM-NOV), Wim van den Burg (voorzitter AFMP),
Leon van der Hulst (vertegenwoordiger ACOM) en Rob Hunnego (voorzitter
KVMO) gingen naar Kandahar, Tarin Kowt, Deh Rawod, Chora en Kabul.
Tijdens verschillende bijeenkomsten gaven de Nederlandse militairen
hun mening over de inhoud van hun werk, de omstandigheden waaronder
zij dat doen en hun arbeidsvoorwaarden. Het kabinetsbesluit de
AOW-leeftijd te verhogen was in deze samenkomsten ook iedere keer
onderwerp van gesprek. Hierover wordt de komende tijd nog met de
bonden gesproken. Daarnaast ventileerden velen hun opvatting over het
einde van de huidige missie in Uruzgan.
Plicht
Hoofddirecteur Personeel luitenant-generaal Hans Leijh, die de
vakbondheren begeleidde, was onder de indruk van de motivatie van de
militairen in Uruzgan. "De betrokkenheid bij hun verantwoordelijke en
gevaarlijke werk is echt enorm." Defensie heeft volgens hem daarom de
plicht militairen de best mogelijke werkomstandigheden te bieden.
Tevreden
Leijh stelde vast dat, mede dankzij de kritische inbreng van de
bonden, de militairen over het algemeen zeer tevreden zijn over hun
arbeidsomstandigheden in Afghanistan. Enkele wensen bleven nog, maar
daarvan wordt direct werk gemaakt: een nieuw koffiezetapparaat in
Chora bijvoorbeed, en sneller internet in Kandahar.