UMC Utrecht


Medicijnen verbetert dwangstoornis

In haar onderzoek verdeelde psychiater Nienke Vulink 76 patiënten met een dwangstoornis in twee groepen. De ene groep ontving alleen de normale behandeling met antidepressiva, de andere groep kreeg daarnaast ook een antipsychoticum. Na tien weken bleken bij 41 procent van de patiënten met de standaardbehandeling de klachten met minstens 35 procent te zijn afgenomen. Maar in de groep die ook het antipsychoticum kreeg waren de klachten verminderd bij 69 procent van de deelnemers.

"Dit zijn klinisch zeer relevante resultaten", stelt Vulink. "De combinatie van medicijnen voor deze patiënten is beter dan alleen de gewone behandeling met antidepressiva. Maar in de patiëntengroep die beide middelen gebruikt is de uitval wel hoger. Patiënten vinden het moeilijker om de behandeling vol te houden vanwege de bijwerkingen van de medicijnen."

Vulink deed haar onderzoek met patiënten die niet eerder met medicijnen voor dwangstoornissen behandeld zijn. Voor patiënten die al langer onder behandeling zijn was al bekend dat deze combinatie van medicijnen effectief is.

De standaardbehandeling voor patiënten met dwangstoornissen bestaat naast cognitieve gedragstherapie uit antidepressiva (SSRI's). SSRI's versterken de communicatie tussen hersencellen die de boodschapperstof serotonine gebruiken. De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat bij dwangstoornissen niet alleen het serotonine-systeem maar ook het dopamine-systeem verstoord is. Vandaar de toevoeging van antipsychotica aan de behandeling. Antipsychotica werken juist op neuronen die via dopamine met elkaar communiceren.

In Nederland kampt ongeveer twee procent van de bevolking met een dwangstoornis. Het gaat bijvoorbeeld om smetvrees of om het dwangmatig meerdere malen controleren of een deur op slot zit. Hoewel de ziekte niet te genezen valt, kan het grootste deel van deze patiënten dankzij de behandeling een relatief normaal leven leiden. Bij tien tot twintig procent van de patiënten is de ziekte zo ernstig dat ze een totaal geïsoleerd bestaan leiden.

Nienke Vulink promoveert op 26 oktober aan het UMC Utrecht. Prof. dr. Herman Westenberg van het UMC Utrecht en prof. dr. Damiaan Denys van het AMC begeleidden het onderzoek. Vulink werkt als psychiater bij de Isala Klinieken in Zwolle.

Voor meer informatie, bel 088-75558850 of mail info@UMCUtrecht.nl.

donderdag 22 oktober 2009