Ecuador zoekt sponsors om eerste 'postpetroleumstaat' ter wereld te worden
Datum bericht: 20 oktober 2009
Beknopte samenvatting
Lavinia Warnars, studente milieu-maatschappijwetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen, deed dit jaar voor haar masterscriptie een onderzoeksstage in Ecuador en raakte zo betrokken bij een gedurfd project. Ecuador zoekt internationale sponsors om, allereerst, een natuurpark met de grootste soortenrijkdom ter wereld te beschermen en uiteindelijk van Ecuador de eerste 'postpetroleumstaat' ter wereld te maken. Op de klimaattop in Kopenhagen in december en op de laatste voorbereidende conferentie in Barcelona (begin november) proberen de Ecuadorianen internationale aandacht te krijgen voor hun plan waar de Britse prins Charles, Michail Gorbatsjov en Nobelprijswinnaar Rigoberta Menchú zich al achter geschaard hebben. En het blijft niet bij morele steun: Duitsland heeft voor de komende dertien jaar al 50 miljoen dollar per jaar beloofd. Lavinia Warnars maakt deel uit van het Ecuadoriaanse team in Barcelona en Kopenhagen.
Onder het (UNESCO) Nationaal Park Yasuní (bijna 10.000 vierkante kilometer groot; ongeveer een kwart van Nederland, in oppervlakte) in het oosten van Ecuador zit een grote bel aardolie. Belangstelling voor exploitatie is er genoeg - bijvoorbeeld uit Brazilië en China. Echter: het park is een natuurgebied met een enorme soortenrijkdom aan dieren én planten. Bovendien leven er in het hart van het park, het gebied Ishpingo-Tambococha-Tiputini (kortweg ITT), twee kleine, inheemse bevolkingsgroepen in zelfverkozen isolatie. Ook zij verdienen bescherming.
Om de huidige situatie in stand te houden, kan de aardolie onder Yasuní beter onder de grond blijven. De Ecuadoriaanse regering voelt daar wel voor. Sterker nog: die wil graag de overgang maken naar een duurzaam land en onafhankelijk worden van aardolie. Alleen: daar zijn investeringen voor nodig die Ecuador niet alleen kan dragen.
Milieurechtvaardigheid
Tussen maart en september 2009 was Lavinia Warnars, studente Milieu-maatschappijwetenschappen aan de Radboud Universiteit, in Ecuador om aan de Universidad Andina Simon Bolivar in Quito onderzoek te doen in het kader van het Yasuní-ITT-project. Dat project richt zich 'alleen nog maar' op de bescherming van het natuurpark en zijn bewoners. Warnars onderzocht niet alleen de betrokkenheid van de lokale bevolking bij het maken van de plannen en de verwezenlijking ervan, maar ook hoe Ecuador hiermee zijn positie in de wereld zou kunnen veranderen als ontwikkelingsland. 'Het gaat om nationale en internationale milieurechtvaardigheid en dat interesseert me. Wie beslist er over milieukwesties, wie worden er door die beslissingen geraakt, wie profiteert ervan en wie lijdt er onder bepaalde beslissingen? Dit project heeft dat allemaal in zich.'
Warnars hield interviews met leiders van inheemse bevolkingsgroepen uit het Yasuní-gebied die het, constateerde ze, teleurstellend vinden dat ze nauwelijks hebben kunnen deelnemen aan de ontwikkeling van het project. 'Je kunt wel veronderstellen dat zij uiteráárd heel blij zullen zijn als hun gebied met rust gelaten wordt - maar zo simpel ligt dat niet. Nu zijn er buitenlandse investeerders in het gebied aan het werk en daar krijgt de lokale bevolking geld en geschenken van - maar ook wapens, alcohol en drugs. Daar doet niet iedereen graag afstand van. Desalniettemin moeten lokale groepen, en dat heb ik ook aanbevolen aan het projectteam, voortaan meer bij het project betrokken worden.' Dat zou nog wel eens gunstig kunnen uitpakken - want Warnars constateerde ook dat veel Ecuadorianen zelf zeker het nodige willen doen om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan; de betrokkenheid bij het probleem en de eigen omgeving is groot.
Niet te onderschatten precedentwaarde
Warnars' onderzoek, waarover ze momenteel haar masterscriptie schrijft, vormt een bescheiden onderdeel van het grote Yasuní-ITT-project. 'Toch is het een mooi voorbeeld van wetenschap in dienst van de samenleving', vindt haar scriptiebegeleider Pieter Leroy, hoogleraar Milieu en beleid aan de Radboud Universiteit. 'Als je een innovatief, zeg maar gerust revolutionair voorstel als dit op de internationale agenda wilt plaatsen, heb je academici nodig die zo'n plan ondersteunen. Wij dragen hier vanuit Nijmegen graag een steentje aan bij. Maar de Ecuadoriaanse inbreng is uiteraard vele malen groter.' Bijzonder is zeker, beaamt Leroy, dat een student op deze manier betrokken raakt bij een veel groter plan dat een omwenteling teweeg moet brengen in het denken over afhankelijkheid van aardolie. 'De precedentwaarde van dit voorstel is niet te onderschatten.'
Warnars is enorm enthousiast - en dat heeft ook iets te maken met haar ideeën over milieurechtvaardigheid. Want wat Ecuador te verliezen heeft, is een verlies dat niet alleen dat land aangaat. En wat er te winnen valt, kan de rest van de wereld wat opleveren. 'Ecuador heeft veel potentie om zich onafhankelijk te maken van aardolie. Het land ligt op de evenaar en leent zich dus prima voor zonne-energie. Er staan al wat windmolens op de Galapagoseilanden, die ook bij Ecuador horen. Verder zijn er vulkanen die kunnen zorgen voor geothermische energie. En er zijn rivieren die kunnen bijdragen aan energie uit water. Bovendien heeft Ecuador, onder andere door de Amazone en de beschutting van de Andes, in verhouding vooralsnog minder last van de gevolgen van klimaatverandering dan andere Zuid-Amerikaanse landen. Daardoor zijn delen van het land, bijvoorbeeld Yasuní, 'vluchthavens' geworden voor dieren- en plantensoorten die elders al verdwijnen.'
Lobbyen in Barcelona en Kopenhagen
Lavinia Warnars
Voor de bescherming van de natuur, het tegengaan van ontbossing, nieuwe aanplant van bossen en vooral de alternatieve energie zijn grote investeringen nodig: ruim 7 miljard dollar in totaal in de komende dertien jaar. Ecuador stelt voor dat rijke landen hun uitstoot van broeikasgassen binnen de gestelde grens kunnen houden door te investeren in dit initiatief.
Het Ecuadoriaanse projectteam gaat daarvoor lobbyen op de klimaattop in Kopenhagen (begin december) en ook op de laatste voorbereidende conferentie voor die top, die van 2 tot 6 november plaatsvindt in Barcelona. Lavinia Warnars zal als projectteamlid bij beide conferenties aanwezig zijn - net als haar Ecuadoriaanse scriptiebegeleider Carlos Larrea en de minister van Buitenlandse Zaken, Fander Falconí - en presentaties verzorgen. Ook wil ze de reacties daar op het initiatief opnemen in haar scriptie die ze, hopelijk, in december 2009 afrondt.
Niet alleen regeringen, ook particulieren, steden, bedrijven en NGO's kunnen het Yasuní-ITT Initiative steunen.
In augustus publiceerde het tijdschrift Energy for Sustainable Development een artikel van Lavinia Warnars en haar Ecuadoriaanse scriptiebegeleider Carlos Larrea: '
Meer over Yasuní
Klimaattop Kopenhagen
Radboud Universiteit Nijmegen