ChristenUnie


Bijdrage Esmé Wiegman AO orgaandonatie

Bijdrage Esmé Wiegman AO orgaandonatie

woensdag 08 oktober 2008 13:17

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Juist afgelopen week zijn berichten naar buiten gekomen dat het aantal transplantaties is afgenomen. Er staat nog steeds een groot aantal mensen op de wachtlijsten. De persoonlijke verhalen zijn indringend. Wij denken aan het verhaal van Kim Moelands in haar boek Ademloos, dat ik hier bij een collega op tafel zie liggen. Alom leeft het besef: er moet wat gebeuren, er moet wat veranderen. Aan de vrijblijvendheid moet een einde komen.

Er moet wat veranderen, maar wat moeten wij precies veranderen om het aantal transplantaties toe te laten nemen en de wachtlijsten weg te werken? Waar zetten wij op in? Mijn eerste vraag aan de minister is: zet u in op het verhogen van het aantal donorregistraties of op het aantal orgaantransplantaties?

Maar om het aantal transplantaties te vergroten, moet er ook in het systeem wat veranderen. De ChristenUnie heeft daartoe eerder dit jaar voorstellen ingediend. Mensen moeten niet tot een keuze gedwongen worden, maar mogen wat ons betreft wel tot een keuze gedrongen worden. De ChristenUnie steunt de voornemens op het gebied van voorlichting, gericht op kennis, attitude en gedrag. Maar de ChristenUnie wil meer. Maak van het huidige toestemmingssysteem een indringend keuzesysteem.

Wat bedoelen wij daarmee? De fractie was in 2005 bereid een grote stap te zetten. Dat heeft toen niet geleid tot de steun van een Kamermeerderheid voor de door ons gewenste motie. En opnieuw is de vraag "wat nu" aan de orde. Voor de ChristenUnie ligt het niet voor de hand om verder te gaan dan in 2005 bij het steunen van de motie-Kant c.s. is gebeurd. Geen ADR-stelsel zonder meer dus. Wel een stelsel dat het risico op foutieve registraties hoegenaamd uitsluit, de rol van nabestaanden respecteert en recht doet aan verschillende opvattingen die leven.

Nu de constatering is dat de onzekerheid groot is of er onder het ADR-systeem meer donoren kunnen komen dan onder het huidige systeem met aanvullende maatregelen, acht de ChristenUnie het niet verantwoord het systeem te wijzigen in een ADR-systeem. Simpelweg stellen dat met een keuze voor een ADR-systeem de overheid aantoont een bijdrage te willen leveren, vinden wij veel te kort door de bocht.

De ChristenUnie hecht aan het uitgangspunt dat het kiezen om al dan niet donor te zijn in de eerste plaats een zaak is van burgers onderling. Burgers zijn geen eigendom van de staat. Burgers staan in relatie tot elkaar. Een belangrijke vraag is hoe moet worden omgegaan met het fenomeen dat mensen niet of nog niet kunnen kiezen, omdat zij er nog niet uit zijn. De ChristenUnie meent dat mensen het recht hebben de keuze om al dan niet als donor te worden geregistreerd uit te stellen, omdat zij nog niet tot een overtuigende en doorleefde afweging hebben kunnen komen.

Een in de ogen van de ChristenUnie-fractie verkiesbare tussenvariant zou zijn om bovenop de garanties tegen misregistratie die in 2005 zijn geformuleerd tot een registratievorm te komen die mensen de mogelijkheid biedt, de keuze te maken om nog niet te kiezen. Met de keuze voor deze middenweg worden mensen die zichzelf nog niet in staat achten om hierover een besluit te nemen niet meegesleurd in een besluit.

Waar sprake is van nood, mag het nodige worden gevraagd om deze nood te lenigen. Waar orgaandonatie van wezenlijke betekenis is voor het verbeteren van de leefsituatie van ernstig zieken, mag daarom worden ingezet op verhoging van de bereidheid van potentiële donoren om inderdaad de keuze voor orgaandonatie te maken. Daarom steunt de ChristenUnie de koers van het kabinet om een positieve boodschap te laten doorklinken, dat orgaandonatie een goede zaak is, en om te appelleren aan onderlinge solidariteit.

Ik heb nog een aantal andere opmerkingen naar aanleiding van de voorstellen van de minister. Onderscheidt de optie "ja, mits mijn nabestaande instemmen" zich herkenbaar van de blijvende bestaande optie "ik laat de beslissing aan mijn nabestaanden"? Wordt dit onderscheid ook duidelijk als de vraag en keuze aan de nabestaanden wordt voorgelegd? Of is er sprake van een verwaterde keuze voor de nabestaanden, die meer onduidelijkheid dan duidelijkheid schept?

De discussie moet niet blijven cirkelen rondom het systeem, waaraan juist in de praktijk zoveel te veranderen en te verbeteren valt. De systeemdiscussie staat het antwoord in de weg op de vraag welke dingen wij kunnen doen die werkelijk effect hebben. De ChristenUnie vraagt het kabinet, zich in te zetten voor informatie aan de nabestaanden en nader in te gaan op de vraag waarom zij weigeren. Weten zij genoeg van procedures? Is bijvoorbeeld genoegzaam bekend wat het begrip "hersendood" betekent? En hoe ga je met nabestaanden om die een onmogelijke vraag op een onmogelijk moment krijgen? Hoe begeleid je hen?

Kabinet, zet in op het wegnemen van financiële en organisatorische drempels. Uitname van organen moet goed ingebed worden in de structuur in ziekenhuizen. Behandel donorzorg als medische zorg, en ondersteun mensen die willen doneren en die daardoor een paar weken uit de running zijn financieel, zodat inkomensverlies kan worden opgevangen.

Orgaandonatie steunt op basis van bereidwilligheid van de ene burger jegens de andere. Orgaandonatie moet belangeloos zijn. Orgaandonatie op basis van het principe "alleen als u bereid bent te doneren, kunt u een donatie van een ander ontvangen", of zelfs orgaandonatie omwille van concrete voordelen, wijst de ChristenUnie daarom af als onethisch.

De ChristenUnie vraagt om een indringend keuzesysteem, waarmee mensen indringender voor de keuze worden geplaatst zich al dan niet als donor te laten registreren. Dit laat onverlet dat de vrije keuze aan de mensen zelf blijft, en dat dus orgaandonatie een zaak blijft tussen burgers onderling, getypeerd als naastenliefde voor wie daar wel voor kiezen, en dit als naastenliefde beleven -- ik denk daarbij aan het motto van een Amerikaanse campagne "Don´t take your organs to heaven, we need them here" -- en met blijvend respect voor degenen die daar niet voor kiezen. Aan de vrijblijvendheid moet een einde komen, aan de vrijwilligheid wat de ChristenUnie betreft niet.