TNS NIPO

8 oktober 2008

Weinig draagvlak voor inperking afsteektijden vuurwerk

Overlast door vuurwerk is bij lange na niet het belangrijkste probleem ten tijde van de jaarwisseling, zo vinden Nederlanders. Slechts vijf procent van hen vindt dat de politie met Oud en Nieuw topprioriteit zou moeten geven aan het in goede banen leiden van het afsteken van vuurwerk. Vier op de tien Nederlanders (41%) zijn van mening dat de politie zich meer zou moeten richten op het aanpakken van geweld tegen hulpverleners. Het aanpakken van vandalisme heeft voor ruim een kwart (27%) prioriteit. Daarmee bestaat er amper draagvlak voor inperking van de afsteektijden: deels uit principiële, maar voornamelijk vanuit praktische bezwaren. Wel vinden Nederlanders het nodig om de ergste overlast door vuurwerk te bestrijden, bijvoorbeeld op wijkniveau, of door burgers zelf. Dat zou de onveiligheidsgevoelens verminderen en vuurwerk terugbrengen tot de kern: een uiting van feestvreugde. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO, in opdracht van het ministerie van BZK.

Het belangrijkste bezwaar tegen inperking van de afsteektijden van vuurwerk is de stelling dat 'de politie er toch niet in zal slagen de nieuwe afsteektijden te handhaven'. Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders gerede twijfels hebben over de handhaving van de huidige tijden. Temeer omdat burgers zelf niet goed op de hoogte zijn van de huidige tijden; iets dat dit onderzoek bevestigt.

Argumenten voor inperking en handhaving vuurwerktijden De belangrijkste argumenten voor inperking van de tijden dat er vuurwerk mag worden afgestoken, zijn: 'vuurwerk hoort bij de jaarwisseling' (dus rond middernacht), 'inperking vermindert de overlast' en 'andere mensen zijn bang om over straat te gaan als er vuurwerk wordt afgestoken'. De belangrijkste argumenten voor handhaving van de afsteektijden (of verruiming, hoewel dat voor slechts een zeer marginale groep een optie is) zijn eveneens uiteenlopend: 'de politie kan de inperking van de huidige tijden niet handhaven', 'kinderen moeten overdag de gelegenheid hebben om vuurwerk af te steken', 'ik ervaar het afsteken van vuurwerk niet als overlast', en 'overdag is er minder alcohol in het spel'.

Afsteektijden?
Slechts een op de drie Nederlanders is goed op de hoogte van de huidige afsteektijden van vuurwerk. De helft van de Nederlanders is voor verandering van deze tijden, de andere helft is voor behoud van de huidige tijden. Verruiming van de huidige tijden is voor bijna geen enkele Nederlander een optie, inperking echter wel. Het populairste afsteekalternatief is 31 december vanaf 22.00 uur tot en met Nieuwjaarsochtend 2.00 uur, gevolgd door de jaarwisseling zelf als beginpunt met 2.00 uur als eindpunt.

Overlast in de publieke ruimte
Zes op de tien Nederlanders (58%) zijn van mening dat vuurwerk overlast veroorzaakt in de publieke ruimte. Dit hoeft echter niet te betekenen dat ze daar ook zelf hinder van ondervinden. De helft van de Nederlanders (50%) vindt dat haar persoonlijke veiligheid bedreigd wordt als er vuurwerk wordt afgestoken op straat. Slechts een kwart (25%) zegt persoonlijke overlast te ervaren van vuurwerk; mogelijk omdat mensen die zich bedreigd voelen de straat niet op gaan.

Schade door vuurwerk van anderen
Een op de tien Nederlanders (10%) zegt veel schade door vuurwerk te ondervinden: voor een deel is dit psychische of fysieke schade, voor een deel is dit materiële schade. Dat kwam, volgens de getroffenen, in alle gevallen door het afsteekgedrag van anderen. Volgens een meerderheid van de Nederlanders die overlast of persoonlijke schade ondervinden, is knalvuurwerk daar in hogere mate voor verantwoordelijk dan siervuurwerk.

Vier op de tien Nederlanders vinden vuurwerk leuk zonder het zelf af te steken Mensen die zelf af en toe vuurwerk afsteken, hebben eigenlijk altijd een positieve houding tegenover vuurwerk. Opvallend is, dat vier op de tien Nederlanders (42%) het leuk vinden om naar vuurwerk te kijken zónder het zelf af te steken. Twee op de tien Nederlanders (19%) vinden het zowel leuk om vuurwerk af te steken als er naar te kijken, maar voor een ongeveer even grote groep (20%) 'hoeft vuurwerk helemaal niet'. De meerderheid van de Nederlanders (64%) heeft de afgelopen vijf jaarwisselingen géén vuurwerk afgestoken. Siervuurwerk wordt door bijna alle gebruikers afgestoken (94%), knalvuurwerk door slechts een op de vijf mensen die vuurwerk afsteken (20%).

Bovenstaande informatie is een greep uit het TNS NIPO-rapport Vuurwerk gepeild, dat is gebruikt in het advies naar aanleiding van de nieuwjaarsproblematiek van de Commissie De Graaf aan minister Guusje ter Horst.

Download het rapport:
Vuurwerk gepeild - Kwantitatief onderzoek rond uitbreiding vuurwerkverbod oud en nieuw (528 Kb)

F2745 | TNS NIPObase CASI | Het veldwerk vond plaats van 23 tot en met 28 juli 2008 en van 31 juli tot en met 1 augustus 2008. Hierbij werden 534 Nederlanders van achttien jaar en ouder ondervraagd (n=534).

Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Tim de Beer (tel: 020 522 53 99), Anouk Kopijn (tel: 020 522 55 97) of Jacqueline van Oosterom (tel: 020 522 53 76).