UMC Utrecht


Een op de elf nieuwe hiv-besmettingen resistent tegen medicatie

Patiënten die reeds behandeld worden tegen hiv dragen het virus toch over. Een deel van de patiënten heeft dus onveilige seks. In ruim negen procent van alle nieuwe hiv-besmettingen blijkt het virus resistent te zijn tegen één of meerdere medicijnen - al vóór de behandeling dus.

Dat blijkt uit het Europese SPREAD-onderzoek, waarvan arts-microbioloog Annemarie Wensing van het UMC Utrecht de eerste resultaten beschrijft in haar proefschrift.

SPREAD is een Europees onderzoek waar 33 landen aan meedoen. De bedoeling is jaarlijkse nieuwe aangemelde hiv-gevallen in West-Europa te onderzoeken op de aanwezigheid van resistente virussen.

In de eerste ronde zijn duizend patiënten onderzocht. In negen procent van de gevallen bleek de infectie veroorzaakt te zijn door een hiv-variant die resistent is. Het is een verontrustende ontwikkeling dat resistente virussen zich verspreiden, maar het gaat vooral om een beperkte resistentie tegen medicijnen die al langere tijd beschikbaar zijn.

Het bedreigt niet direct de effectiviteit van de huidige therapie. Waarschijnlijk verspreiden hiv-varianten met uitgebreide resistentie zich moeilijker omdat ze minder goed functioneren dan oorspronkelijke therapie gevoelige virussen.

Het surveillanceprogramma is het vervolg van het CATCH-onderzoek. In 2003 bleek daaruit dat bijna 10 procent van 1633 hiv-positieve patiënten uit 19 Europese landen virussen bij zich droeg die resistent waren tegen één of meer medicijnen. Het nieuwe, prospectieve SPREAD-onderzoek bevestigt deze resultaten.

"Het blijft ontzettend belangrijk om bij nieuwe besmettingen virussen te onderzoeken op resistentie", concludeert Wensing. Zij is dagelijks coördinator van het SPREAD-programma, waarvan de afdeling Virologie van het UMC Utrecht initiatiefnemer is. "Verder moeten artsen niet te licht denken over hiv-varianten met slechts één resistentie-mutatie. Dat verlaagt de drempel tot resistentieontwikkeling tegen combinatietherapie. Artsen moeten daarom altijd een therapie voorschrijven die minimaal drie nieuwe mutaties van het virus vereist voordat resistentie optreedt. Dan is de kans het kleinst dat het virus door de therapie heen breekt."

Annemarie Wensing promoveert op 27 november aan de faculteit geneeskunde van de Universiteit Utrecht.

Voor nadere informatie:
UMC Utrecht, In- en Externe Communicatie
Brigitte Lobée, tel. 030 250 8580.

vrijdag 23 november 2007