Donner haalt onrust over WAO-verhoging weg
Een verhoging van de WAO-uitkering impliceert niet dat
arbeidsongeschikten worden gekort op hun aanvullende private
verzekeringen. Die mededeling deed minister Donner onlangs aan de
Tweede Kamer, nadat een aantal Kamerleden de vrees had uitgesproken
dat de voorgenomen verhoging zou leiden tot een verlaging van de
uitkering op aanvullende verzekeringen. Donner stelde de Kamer gerust:
de verhoging levert wat verzekeraars betreft geen enkel probleem op.
Hoewel de nieuwe Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) vorig
jaar is ingevoerd, vallen sommige mensen nog onder het oude
WAO-regime. Zij krijgen van de overheid een uitkering van zeventig
procent van hun laatstverdiende loon en kunnen dat aanvullen via
private verzekeringen, zoals de WAO-excedent- en WAO-hiaatverzekering.
Het kabinet Balkenende-IV heeft in het coalitieakkoord vastgelegd dat
de WAO-uitkering wordt verhoogd van zeventig naar 75 procent.
Kamerleden Van Hijum (CDA), Heerts (PvdA) en Ulenbelt (SP) waren bang
dat die maatregel voor verzekeraars aanleiding zou zijn de uitkering
uit aanvullende verzekeringen te verlagen, zodat het beoogde voordeel
niet bij de arbeidsongeschikte werknemer, maar bij de verzekeraar of
het pensioenfonds terechtkomt.
Ao-percentage is bepalend
Het ministerie van SZW vroeg het Verbond daarop wat de consequenties
zijn van de verhoging van de WAO-uitkeringen. Op basis van een
inventarisatie onder zijn leden concludeerde het Verbond dat de
verhoging geen gevolgen heeft voor de hoogte van lopende uitkeringen
uit aanvullende verzekeringen. De polisvoorwaarden zijn namelijk
zodanig opgesteld, dat de hoogte van de uitkering op basis van een op
het polisblad genoemd verzekerd bedrag wordt vastgesteld, dat naar
rato van het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt uitgekeerd. Niet
het uitkerings-, maar het arbeidsongeschiktheidspercentage is dus
bepalend, waardoor een verhoging van de WAO-uitkering geen
consequenties heeft.
Verzekerd!, mei 2007
Verbond van Verzekeraars