ActiZ: inspanningen om ontslagen thuiszorg te voorkomen

29.03.2007 / 17:14 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Actiz

Actiz

ActiZ, organisatie van zorgondernemers, zet zich maximaal in om gedwongen ontslagen in de thuiszorg te voorkomen. Dat bracht ActiZ vandaag naar voren in een overleg met staatssecretaris J. Bussemaker van VWS rond de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Vanaf de invoering per 1 januari 2007 blijken de meeste gemeenten vooral de goedkoopste vorm van huishoudelijke verzorging toe te delen, waarvoor alleen zogeheten alfahulpen ingezet kunnen worden. Thuiszorgorganisaties hebben daardoor te kampen met een overschot aan eigen medewerkers voor huishoudelijke verzorging. ActiZ wil alle mogelijkheden voor omscholing en herplaatsing verkennen teneinde deze broodnodige krachten voor de zorg te behouden.

Huishoudelijke verzorging kent twee uitvoeringsvormen: Huishoudelijke Hulp 1 (HH1) en de zwaardere zorgvorm HH2. De tarieven die voor beide gelden, bedragen respectievelijk circa 14 euro en circa 20 euro. Vóór 1 januari 2007 lag de verhouding in de vraag naar beide op ongeveer 25 procent HH1 tegenover 75 procent HH2. De thuiszorgorganisaties bepaalden, mede op basis van AWBZ-normen, tot de invoering van de WMO zelf hoe de geïndiceerde huishoudelijke verzorging moest worden uitgevoerd. Daarbij speelde onder meer de vraag of een cliënt in staat was om de rol van werkgever op zich te nemen, aangezien HH1 door een alphahulp wordt verricht die niet in dienst is van de thuiszorgorganisatie. Met de invoering van de WMO is de keuze tussen HH1 en HH2 bij de gemeenten neergelegd. Uit een enquête van ActiZ onder de leden blijkt dat de verhouding tussen beide nu spiegelbeeldig is ten opzichte van de vroegere situatie; driekwart van de toegewezen huishoudelijke verzorging betreft de goedkopere variant van HH1.

Omscholing en herplaatsing
Door de grote verschuiving van de vraag van HH2 naar HH1 hebben de thuiszorgorganisaties een overschot aan personeelscapaciteit voor het verrichten van HH2. Voor dit moment maakt onderzoek van ActiZ duidelijk dat het landelijk om circa 3.200 medewerkers gaat (1.300 fte). Het inzetten van vaste medewerkers tegen HH1-tarief zou voor thuiszorgorganisaties tot verliezen leiden. Het omscholen van deze medewerkers om hen in te kunnen zetten voor andere vormen van verzorging (en verpleging) zou, mede gezien de toekomstige tekorten op de arbeidsmarkt van de zorg, de meest ideale oplossing zijn. De middelen die daarvoor door staatssecretaris Bussemaker zijn toegezegd (20 miljoen euro), bieden daarbij ondersteuning. Ook zullen mogelijkheden voor herplaatsing worden bekeken. Actiz heeft overigens al in december vorig jaar een uitgewerkt plan van aanpak bij VWS neergelegd. Wanneer dat alles onvoldoende soelaas biedt, kunnen leden van ActiZ gedwongen ontslagen niet uitsluiten.

Overleg
De werkgelegenheidsproblematiek als gevolg van de invoering van de Wmo kwam vandaag aan de orde in een overleg tussen staatssecretaris J. Bussemaker (VWS), ActiZ, gemeenten en vakbonden. Ook de staatssecretaris zet zich in om het personeel voor de zorg te behouden. ActiZ wil met de staatssecretaris objectieve en verifieerbare informatie verzamelen om de exacte omvang van de problematiek in kaart te krijgen. De staatssecretaris zei steun van de rijksoverheid toe wanneer alle betrokken partijen op regionaal niveau tot werkbare afspraken komen. Inmiddels werken op verschillende plekken gemeenten en thuiszorg-organisaties aan oplossingen. Ook de indicering en de tarieven van huishoudelijke verzorging komen daarbij ter sprake.

ActiZ
ActiZ is de brancheorganisatie van circa 500 zorgondernemers, waaronder het merendeel van de thuiszorgaanbieders. Haar leden bewegen zich in de markt van zorg, wonen, welzijn, preventie en aanverwante diensten. Met een jaarlijkse omzet van circa 12 miljard euro en 400.000 werknemers behoort de branche tot de grootste economische sectoren van ons land.


Noot voor de redactie