SER-commissie wil eenvoudige gerechtelijke procedure voor eenvoudige zaken
29 maart 2007 -
Er moet een eenvoudige procedure bij het kantongerecht komen voor het
beslechten van geschillen tussen consument en ondernemer. Zo wordt het
makkelijker om naar de kantonrechter te stappen. Deze eenvoudige
procedure is sneller en goedkoper dan de huidige
dagvaardingsprocedure. Maar de huidige dagvaardingsprocedure moet wel
blijven bestaan, zodat mensen kunnen kiezen. Voordeel van de
dagvaardingsprocedure is namelijk dat deze meer rechtswaarborgen
biedt.
Dat schrijft de Commissie voor Consumentenaangelegenheden van de SER
in een advies aan minister Hirsch Ballin van Justitie. Aanleiding voor
het advies is de behoefte aan een betere toegang van de burger
(consument en ondernemer) tot het recht. Als inspiratiebron heeft
daarbij gediend de Europese procedure voor geringe vorderingen, die
alleen voor grensoverschrijdende zaken binnen Europa geldt.
Verbeterde toegankelijkheid
De SER-commissie ziet de eenvoudige procedure als een goede aanvulling
op het werk van de geschillencommissies. De burger kan nu ook op die
terreinen waar nog geen geschillencommissie is, sneller en goedkoper
zijn recht halen. Het is bovendien een belangrijke aanwinst voor die
burgers die de voorkeur geven aan een uitspraak van een rechter boven
een bindend advies van een geschillencommissie. De eenvoudige
procedure zou ook gebruikt moeten kunnen worden voor geschillen tussen
ondernemers onderling en tussen particulieren.
Burgers hoeven niet meer eerst naar de deurwaarder te gaan, maar
kunnen hun zaak langs elektronische weg aanhangig maken bij de
griffie. Ook een advocaat is niet meer verplicht. Verder zal er zo min
mogelijk gebruik worden gemaakt van kostbare bewijsmiddelen, zoals
getuigenverhoor en deskundigenbericht. En er zal alleen een mondelinge
behandeling komen als partijen dat willen en de rechter dat nodig
vindt.
Eens over verhoging maximumbedrag, oneens over precieze uitwerking
De SER-commissie stelt allereerst voor om de competentie van de
kantonrechter voor consumentenzaken te verhogen van de huidige 5.000
euro naar 25.000 euro. Dat zal de toegang tot het recht voor de burger
sterk kunnen verbeteren.
Binnen de SER-commissie wordt verschillend gedacht over het
maximumbedrag van de vordering voor de eenvoudige procedure. De
consumentenleden en de onafhankelijke leden willen de grens leggen bij
25.000 euro. De ondernemersleden willen de maximumgrens voor de
eenvoudige procedure lager leggen, namelijk bij 5.000 euro. Daarboven
moet de normale dagvaardingsprocedure worden gevolgd. Zij vinden dat
alleen als beide procespartijen daarmee instemmen ook bij een bedrag
boven de 5.000 euro de eenvoudige procedure kan worden gevolgd.
Bij beide standpunten wordt binnen de maxima nog een financiële grens
gelegd waarboven ruimer met kostbare bewijsmiddelen en een mondelinge
behandeling kan worden omgegaan.
De SER-commissie vindt unaniem dat de grens voor hoger beroep bij de
kantonrechter moet worden opgetrokken van 1.750 euro tot 2.000 euro.
Bovendien moet de eenvoudige procedure binnen zes maanden worden
afgehandeld.