ChristenUnie
André Rouvoet spreekt in nieuwe hoedanigheid
vrijdag 23 maart 2007 11:20 In het debat over de 'Wet bevordering
voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding' sprak Rouvoet (Jeugd
en Gezin) voor het eerst in zijn nieuwe hoedanigheid als minister in
de Kamer.
Zijn eerste bijdrage:
Laat ik beginnen met te zeggen dat het voor mij een voorrecht is om
vandaag in deze hoedanigheid in uw Kamer te staan. De collega van
Justitie was zo vriendelijk om te vermelden dat het mijn eerste debat
is in deze hoedanigheid. Dit is des te aardiger omdat mijn allereerste
debat in deze zaal ook in zijn aanwezigheid was. Toen stond hij in het
regeringsvak en ik aan de andere kant. Nu staan wij beiden hier, maar
het voelt opnieuw wel prettig.
Hoewel er veel gevoelige en pijnlijke aspecten kleven aan het
onderwerp dat wij vandaag bespreken, echtscheiding en de gevolgen
ervan voor kinderen, is het een onderwerp dat raakt aan het hart van
mijn portefeuille. Het belang van de kinderen staat erbij centraal. Ik
zal vanuit mijn portefeuille met name ingaan op het ouderschapsplan en
op een aantal vragen die daarmee samenhangen. Dit wetsvoorstel is
ingediend door een vorig kabinet, maar het moge mede door de passage
in het coalitieakkoord duidelijk zijn dat het onderwerp -- de gevolgen
van echtscheiding voor kinderen -- ook voor dit kabinet een belangrijk
thema is. De heer Van der Staaij heeft gevraagd of met dit
wetsvoorstel de genoemde passage uit het coalitieakkoord wordt
afgevinkt als zijnde afgehandeld. Dat is niet het geval; het onderwerp
van echtscheiding en de gevolgen ervan voor kinderen zal ongetwijfeld
later in deze kabinetsperiode terugkomen. Ik zal straks nog iets
zeggen over in welk verband dat zou kunnen.
Ik ben er, mede gezien de door de Kamer gemaakte kanttekeningen,
erkentelijk voor dat dit wetsvoorstel zo snel op de agenda is gezet
vanwege het belang van het onderwerp. Dit sluit aan bij een breed
levend gevoel in de samenleving dat het kind centraal dient te staan,
ook bij echtscheiding en beëindiging van relaties. Dat kwam tot
uitdrukking bij de behandeling van het al vaak genoemde wetsvoorstel
van de heer Luchtenveld, maar ook bij de schriftelijke voorbereiding
van het wetsvoorstel waarover wij het vandaag hebben. Ik ga uiteraard
niet de gehele memorie van toelichting naar voren halen om aan te
geven wat de bedoeling van de regering is met dit wetsvoorstel, maar
ik proef op een aantal punten een grote mate van overeenstemming. Die
punten wil ik graag kort aanstippen.
De rode draad, het centrale motief van dit wetsvoorstel is dat
ouderschap niet eindigt bij scheiding. Daarmee heb je het eigenlijk
kort samengevat. Over modaliteiten valt te spreken, vragen zijn te
stellen, maar de centrale notie is het besef dat beide ouders
verantwoordelijk blijven voor de verzorging, opvoeding en ontwikkeling
van hun kinderen, ook na echtscheiding. Ik heb de indruk dat dit besef
ook in de Kamer breed wordt gedeeld. Met dit wetsvoorstel willen wij
proberen om problemen en conflicten rondom echtscheiding te voorkomen,
met name als er kinderen bij betrokken zijn. Daartoe dient het
ouderschapsplan, waarover ik het nodige zal zeggen, met daarin een
aantal minimumeisen. Ook daarover kom ik uiteraard nog te spreken.
Zijn er toch problemen, dan is er de weg van mediation, de
mogelijkheid van jeugdzorg en uiteindelijk de rechter die zo nodig
dwangmiddelen kan toepassen. Een aantal vragen op dit vlak zijn al
beantwoord door de collega van Justitie; op een enkel punt zal ik nog
terugkomen.
Het uitgangspunt van het ouderschapsplan is dat de band met beide
ouders behouden dient te blijven. Daarvoor is het belangrijk dat
ouders voor de aanvang van de echtscheidingsprocedure afspraken maken
over alle aspecten van de echtscheiding, in het bijzonder over de
kinderen. Het ouderschapsplan kan een cruciale bijdrage leveren aan
het verminderen van echtscheidings- en omgangsproblemen. Het belang
van het kind staat daarbij centraal. Uit onderzoek blijkt dat
conflicten voor, tijdens en na een echtscheiding van grote invloed
zijn op de ontwikkeling van een kind. Het ouderschapsplan is een
stimulans om de belangen van het kind centraler te stellen in het
echtscheidingsproces. De scheidings- en omgangsproblematiek wordt
onder andere verminderd door te dejuridiseren. Als ouders gezamenlijk
tot afspraken over de verzorging komen, is de kans groter dat die naar
tevredenheid worden uitgevoerd. Beide ouders kunnen daar vervolgens
natuurlijk op worden aangesproken.
De regering realiseert zich uiteraard dat de werkelijkheid weerbarstig
is. Niet in alle gevallen valt te voorkomen dat echtscheidingen toch
problematisch verlopen, met nare gevolgen voor de kinderen. Wat de
overheid en de wetgever kunnen doen op het vlak van relaties tussen
mensen, heeft zijn grenzen. Het belang van dit wetsvoorstel is dat
ouders op hun verantwoordelijkheid worden gewezen en dat normen worden
gesteld over hoe de belangen van kinderen worden gediend bij
echtscheiding.
De geachte afgevaardigden hebben een groot aantal vragen gesteld over
het ouderschapsplan. Ik loop daarvan een aantal categorieën langs in
de hoop daarmee iedereen recht te doen, ook als ik niet elke keer
iedereen bij naam noem. Indien ik er onvoldoende in slaag om de vragen
te beantwoorden, dan weten de woordvoerders ongetwijfeld de
interruptiemicrofoon te vinden. In dat geval zal ik proberen om in
tweede termijn mijn leven te beteren.