Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

Aan de voorzitter van de

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20017

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk 21 maart 2007 DK/CS/2007/3871

Onderwerp Bijlage(n) Oprichten van de stichting Kosmopolis Conceptstatuten Kosmopolis

Met deze brief breng ik u op de hoogte van het voornemen om de stichting Kosmopolis op te richten. Hiermee geef ik uitvoering aan artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001. De oprichting houdt direct verband met de Kabinetsbeslissing tot het oprichten van een Huis voor de culturele dialoog, waarover de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken en Cultuur eerder met de Tweede Kamer hebben gesproken.

Met de Algemene Rekenkamer heeft overleg plaatsgevonden, zoals voorgeschreven in artikel 96, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001. Daarnaast heeft, conform het kader voor stichtingen dat de minister van Financiën op 11 december 2006 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden1, overleg plaatsgevonden met het DG MOS van het ministerie van BZK en het DG Rijksbegroting van het ministerie van Financiën.

Ter toelichting ga ik hieronder in op:


1. de aanleiding en achtergrond van Kosmopolis;
2. het doel en de opzet van de stichting;
3. de vormgeving van de subsidierelatie.


1. Aanleiding en achtergrond van Kosmopolis
In opdracht van de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken en Cultuur heeft de werkgroep Pröpper de mogelijkheden verkend voor de oprichting van een activiteitenprogramma met als werktitel Huis voor de culturele dialoog. Begin juni 2006 besloot het kabinet tot een pilot van drie jaar (2006-2008) waarin onder de naam Kosmopolis een aansprekend en relevant programma gelanceerd zal worden.


1 TK 2006-2007, 25268, nr. 42.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/3

Uitgangspunt van Kosmopolis is de maatschappelijke behoefte aan meer binding tussen de burgers in onze samenleving. Kunst en cultuur worden ingezet om kennis over én contact tussen de verschillende culturen die horen bij de groepen in onze samenleving tot stand te brengen. Kosmopolis wordt een artistiek platform, waarvan het uitgangspunt is dat via tentoonstellingen, literatuur, muziek, poëzie, dans, film, overige artistieke disciplines en nieuwe media kennis over én contact tussen groepen met een uiteenlopende achtergrond tot stand komt.

Kosmopolis richt zich in het bijzonder op programmering, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande locaties. Kosmopolis fungeert hierbij als platform, als netwerk. De G-4 steden zetten ieder hun eigen stedelijke Kosmopolis op en het landelijke platform biedt coördinatie en een gezamenlijke vlag, landelijke en internationale programma's.

In het najaar van 2006 is Kosmopolis gelanceerd in de vorm van een nationaal programma. Eind 2007 zal een evaluatie plaatsvinden. De uitkomsten van die evaluatie wil ik laten meewegen bij mijn beslissing over het toekennen van subsidie voor 2008 en bij de besluitvorming over de mogelijke voortzetting en uitbreiding van de pilot.


2. Doel en opzet van de Stichting Kosmopolis
Totdat de stichting Kosmopolis is opgericht, vinden de activiteiten plaats onder de vlag van de stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA). Gezien de aard van de activiteiten is de keuze voor SICA als tijdelijke uitvoerder binnen de bestaande mogelijkheden de meest voor de hand liggende. De SICA houdt zich bezig met internationale culturele activiteiten en beleid. De bedoeling is echter dat de activiteiten zo spoedig mogelijk worden ondergebracht bij een eigenstandige privaatrechtelijke rechtspersoon, de stichting Kosmopolis.

Stichting Kosmopolis zal als doelstelling hebben: het tot stand brengen van een brede ontmoeting tussen bevolkingsgroepen langs de weg van culturele en kunstzinnige stedelijke activiteiten. De activiteiten dragen een intercultureel karakter, dat wil zeggen dat zij zich niet richten op één bevolkingsgroep of religie. Ze zijn onderscheidend ten opzichte van wat nu al gebeurt en breed toegankelijk. Ze worden georganiseerd onder de expliciete vlag van Kosmopolis.

Met inachtneming van het kader voor stichtingen heb ik onderzocht of de voorgenomen stichtingsvorm de juiste is. De stichtingsvorm van Kosmopolis sluit allereerst aan bij het ideële ­ not for profit ­ karakter van de activiteiten en het feit dat de organisatie geen winstoogmerk heeft en geen onderneming drijft. De stichting zal een platform, een netwerk zijn om de G-4 in gezamenlijkheid te laten werken aan de doelstellingen van Kosmopolis. Om de samenwerking met de stedelijke partners in te vullen is geregeld dat de bestuurssamenstelling in nauw overleg met de G-4 wordt gekozen, zodat die de samenwerking tussen Kosmopolis en de steden zal ondersteunen en verankeren. Aansluiting bij een bestaande stichting in het cultuurveld ligt om die reden al niet voor de hand. Vanwege de activiteiten van Kosmopolis op het terrein van cultuur en diversiteit zijn er raakvlakken met de activiteiten van de SICA. Zij zijn echter ook weer verschillend zodat duurzaam samenbrengen in een en dezelfde stichting tekort zou doen aan de doelstellingen van zowel Kosmopolis als SICA: De SICA richt zich primair op internationale culturele activiteiten en beleid, Kosmopolis heeft als primaire taak het aanjagen van de culturele dialoog.

Het Rijk behoort in beginsel geen betrokkenheid te hebben bij het oprichten van stichtingen. De feitelijke oprichtingshandelingen worden in dit geval verricht door de SICA. De relatie van OCW met Kosmopolis blijft beperkt tot het verstrekken van subsidie binnen de daarvoor geldende kaders. Met de gekozen opzet worden de uitgangspunten van het kabinetsbeleid ten aanzien van stichtingen gevolgd.

blad 3/3


3. Vormgeving van subsidierelatie
Ik ben voornemens de stichting Kosmopolis subsidie te verlenen op grond van de AWB, de Wet specifiek cultuurbeleid, het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen en de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen. Op grond hiervan heeft de Algemene Rekenkamer controlebevoegdheid in het kader van artikel 91, lid 1, aanhef en sub c, van de Comptabiliteitswet 2001.

Ik zal de Tweede Kamer tijdig informeren over relevante ontwikkelingen bij de realisatie van het programma.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
mede namens de minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. Ronald H.A. Plasterk