Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
20 maart 2007 BVE/Stelsel/KenO/9897
Onderwerp
Nieuwe leren en onderwijstijd
Naar aanleiding van het ordedebat op 14 maart 2007 vroeg u ons om een brief over het nieuwe leren
en onderwijstijd. Die onderwerpen staan volop in de maatschappelijke belangstelling. Wij oriënteren
ons thans hierop. Op de uitkomst daarvan lopen we nu niet vooruit. Wel stellen wij u hierbij op de
hoogte van activiteiten die op dit moment lopen en de momenten waarop wij u daarover nader
informeren.
1. Het nieuwe leren
Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) en de
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) voeren - in aansluiting op de eerdere noodklokactie - momenteel
een inventarisatie uit naar klachten van studenten over `het nieuwe leren' in het voortgezet onderwijs,
middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. De organisaties hebben hiertoe onder andere het
meldpunt www.noodklok.nl ingericht.
De klachteninventarisatie wordt eind maart door de organisaties aan ons aangeboden.
Voormalig staatssecretaris Bruins heeft op 30 januari 2007 toegezegd de klachten serieus te bekijken
en over te gaan tot hoor en wederhoor bij de betreffende instellingen. Wij doen die toezegging gestand.
Bij de analyse van de klachten zullen wij, waar nodig, ook de inspectie en de Auditdienst inschakelen.
Wij zullen u uiterlijk in mei informeren over de uitkomsten van de inventarisatie en de reactie van de
instellingen daarop.
2. Onderwijstijd
Veel onderwijsinstellingen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs schieten
tekort in de naleving van de minimale urennorm. Hierop heeft het voorgaande kabinet verschillende
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nlE
blad 2/2
maatregelen genomen. Als blijkt dat een instelling de normen niet naleeft of de naleving niet kan
aantonen, volgen sancties. Hierover bent u geïnformeerd in september 2006 (Kamerstuk 2005-2006
27451, nr. 60, Tweede Kamer).
In de brief van 12 februari 2007 (Kamerstuk 2005-2006 27451, nr. 63, Tweede Kamer) hebben onze
voorgangers u geïnformeerd over de resultaten van de quick scan van november en december 2006,
waarbij de inspectie heeft gekeken naar de geprogrammeerde onderwijstijd en de deugdelijkheid van
de verantwoording. Dat beeld wekt nog onvoldoende vertrouwen. Aan de instellingen is tegelijkertijd
een brief gestuurd met een stevige oproep tot naleving. In de procedurevergadering van 15 maart 2007
heeft uw kamer besloten over de brief van 12 februari 2007 een feitelijke vragenronde te houden.
Binnenkort zal de inspectie in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs
onderzoeken of instellingen daadwerkelijk voldoende onderwijstijd realiseren. Tevens zullen we de
komende tijd benutten voor aanvullende acties om de naleving een extra impuls te geven.
Wij zullen u in oktober 2007 informeren over de uitkomsten van het voorjaarsonderzoek en onze
reactie daarop.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart