CJE/07/23
15 maart 2007
Pers en Voorlichting
PERSCOMMUNIQUE nr. 23/07
15 maart 2007
Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-95/04 P
British Airways plc / Commissie van de Europese Gemeenschappen
Het Hof wijst de hogere voorziening van British Airways af
Het Hof bevestigt het arrest van het Gerecht van eerste aanleg
houdende verwerping van het beroep tegen de beschikking van de
Commissie waarbij British Airways een geldboete van 6,8 miljoen EUR
werd opgelegd wegens misbruik van machtspositie.
Naar aanleiding van een klacht die Virgin Atlantic Airways had
ingediend tegen de door British Airways (BA) met reisagenten gesloten
overeenkomsten betreffende de provisie en andere financiële
stimulansen voor de verkoop van BA-biljetten, heeft de Commissie een
onderzoeksprocedure ingesteld.
Daarop heeft BA met ingang van 1998 een nieuwe prestatiepremieregeling
ingevoerd. Virgin heeft niettemin bij de Commissie een tweede klacht
tegen deze nieuwe financiële stimuleringsregeling ingediend.
Bij beschikking van 14 juli 1999 heeft de Commissie de door BA
toegepaste overeenkomsten en financiële stimuleringsregelingen
afgekeurd als misbruik van machtspositie op de Britse markt van
diensten van reisagenten voor vliegreizen en haar een geldboete van
6,8 miljoen EUR opgelegd. Volgens de Commissie werden de Britse
reisagenten door de prestatiepremieregelingen ertoe aangezet, de
verkoop van BA-biljetten op hetzelfde peil te houden of te doen
stijgen door aan deze biljetten de voorkeur te geven boven die van
concurrerende luchtvaartmaatschappijen.
In december 2003 heeft het Gerecht van eerste aanleg het door BA
ingestelde beroep tot nietigverklaring van deze beschikking
verworpen. Tegen dat arrest heeft BA hogere voorziening ingesteld
bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Vandaag heeft het Hof de hogere voorziening ten dele niet-ontvankelijk
en ten dele ongegrond verklaard en ze bijgevolg afgewezen.
Het Hof herinnert eraan dat het in het kader van een hogere
voorziening zijn eigen beoordeling van de marktgegevens en van de
mededingingssituatie niet in de plaats mag stellen van die van het
Gerecht. De hogere voorziening moet tot rechtsvragen beperkt blijven.
De beoordeling van de feiten vormt geen rechtsvraag die door het Hof
kan worden getoetst. Niet-ontvankelijk zijn bijgevolg de grieven
waarmee BA de beoordeling van de feiten en de bewijsmiddelen door het
Gerecht opnieuw ter discussie stelt.
Bovendien bevestigt het Hof dat het Gerecht geen blijk heeft gegeven
van een onjuiste rechtsopvatting door het beroep van BA te verwerpen.
Het arrest van het Gerecht wordt dus bevestigd.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: BG CS DE EN EL ES FR HU IT NL PL RO SK SL
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche
r&numaff=C-95/04 P
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught.
Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988
---
Zaak T-219/99, British Airways, zie PC 116/03
(http://www.curia.europa.eu/nl/actu/communiques/cp03/aff/cp03116nl.htm
).
European Union