Provincie Friesland

Aan Hare Excellentie de Minister van Economische Zaken Mw. M.J.A. van der Hoeven
Postbus 20101
2500 EC Den Haag | |

|Leeuwarden, 13 maart 2007                                     |
|Verzonden,                                                    |
|Ons kenmerk |:|00684134                                           |
|Afdeling    |:|Landelijk Gebied Beleid                            |
|Behandeld   |:|P.N.J. Bot / (058) 292 52 71 of                    |
|door        | |p.n.j.bot@fryslan.nl                               |
|Uw kenmerk  |:|                                                   |
|Bijlage(n)  |:|                                                   |
|Onderwerp   |:|Bodemdaling door zout- en gaswinning in Noordwest      |
|            | |Fryslân.                                               |
|                                                                      |
|Excellentie,                                                          |
Nabij Harlingen in het noordwesten van de provincie Fryslân wordt sinds 1995 op grote diepte steenzout gewonnen. Daarnaast wordt in het gebied westelijk van Franeker gas gewonnen. De zoutwinning en de gaswinning veroorzaken bodemdaling. De beide wingebieden overlappen elkaar gedeeltelijk.

In september 2006 zijn er metingen verricht naar zowel bodemdaling door gaswinning door Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. als de zoutwinning door Frisia Zout B.V. Uit informatie van Vermilion blijkt dat de bodemdaling door gaswinning nu 13 cm is, met een vermoedelijke toename tot 17 cm in 2025. Dit is aanzienlijk meer dan de bodemdaling volgens het winningsplan zou mogen zijn (8 cm, maximaal 10 cm).

Het Wetterskip heeft ons een afschrift gestuurd van hun brief aan Staatstoezicht op de Mijnen van 23 februari 2007. Hierin geeft het Wetterskip aan dat door de beïnvloeding van de gaswinning door Vermilion op de bodemdalingsgebieden Barradeel en Barradeel II er zeer waarschijnlijk aanvullende herstelwerkzaamheden aan het watersysteem moeten worden getroffen. Tevens vraagt het Wetterskip om handhaving van de gestelde voorwaarden.

De uitgewerkte bodemdalingsgegevens van Frisia Zout van de metingen van september 2006 zijn nog steeds niet door Frisia gepresenteerd. Hierdoor is er geen exact inzicht in de bodemdaling in Barradeel en Barradeel II is, wat de onderlinge beïnvloeding van deze gebieden is en wat de beïnvloeding door de gaswinning van Vermilion is. Tevens is er, afhankelijk van de bodemdaling in Barradeel II, op korte termijn een herzien waterhuishoudingsplan noodzakelijk. Het is dan ook de vraag of Frisia Zout op dit moment nog binnen de door u gestelde regels opereert. Hoe gaat u optreden indien er overschrijding van de voorwaarden plaatsvindt?

Wij maken ons uiterst grote zorgen over deze ontwikkelingen en willen u dan ook met klem uitnodigen voor een bestuurlijk overleg om hierover nog in maart 2007 met ons te overleggen.

|Gedeputeerde Staten van Fryslân,                              |
|                                                              |
|                                                              |
|                                                              |
|drs. E.H.T.M. Nijpels , voorzitter                            |
|                                                              |
|                                                              |
|mr. J. Wibier , secretaris                                    |
|I.a.a.:                                                       |
|                                                              |
|Provinciale Staten van Fryslân, Wetterkip Fryslân,            |
|Staatstoezicht op de Mijnen, Vermilion Oil & Gas Netherlands  |
|B.V. en Frisia Zout B.V.                                      |

-----------------------

| | |
| | |
|                              |

-----------------------
| | |
| | |

---- --