Senternovem


09-03-2007 | Energie-efficiency, made in Holland

Nederland maakt school met de manier waarop de overheid de industrie beweegt tot energiebesparing. De Meerjarenafspraken energie-efficiency zijn door Brussel erkend als doeltreffend instrument en SenterNovem, het EZ-agentschap voor duurzaamheid, gaat er graag mee de boer op. Tot in China toe.

De meerjarenafspraken (MJA's) zijn ondertekend door zo'n duizend middelgrote industriële bedrijven die samen ongeveer 15% van de Nederlandse industrie uitmaken, waaronder Campina, Daf en een aantal Philips vestigingen. Elk bedrijf heeft in een vierjarenplan vastgelegd hoe zij efficiënter met energie om zullen springen. Die plannen zijn, eenmaal goedgekeurd door SenterNovem, verwerkt in hun milieuvergunnmg. Wie de doelstellingen niet haalt, heeft iets uit te leggen en als die uitleg geen hout snijdt, wordt het bedrijf in kwestie geroyeerd als deelnemer. In dat geval zal het met de vergunningverlener om de tafel moeten om nieuwe afspraken te maken. 'De voordelen van deelname aan de MJA's zijn dat je als ondernemer knowhow en advies krijgt van SenterNovem en het een en ander opsteekt van "lotgenoten" via zogenaamde
gebruikersbijeenkomsten,' vertelt Ton Munnich van het agentschap.

Grote industriële ondernemingen, zoals DSM en Shell, volgen een ander pad: zij onderwerpen zich aan een benchmark om vast te stellen waar zij staan qua energie-efficiency en hebben zich gecommitteerd aan het doel om in 2012 op dit vlak tot de wereldtop te behoren. Tot 2000 beperkten de MJA's zich tot het energieverbruik binnen het productieproces. Maar daarbuiten is nog heel veel winst te boeken. Munnich: 'In de logistiek bijvoorbeeld: de wijzen van verpakken, opslag en transport van en naar de fabriek zijn ook energie-intensieve processen. En ook op het gebied van huisvesting kan er heel wat worden bereikt. De hele keten, van grondstoffen tot de afvalfase, biedt besparingskansen.' Vorig jaar boekten de deelnemende bedrijven een gemiddelde efficiency-winst van 2,2%: 1,6% in het productieproces plus 0,6% daarbuiten. Daarmee scoren ze hoger dan wat het nieuwe kabinet in zijn regeerakkoord ten doel heeft gesteld (2%) en waarvan energieonderzoeksinstituut ECN heeft gezegd dat het alleen haalbaar is met impopulaire maatregelen. En het kan nog hoger, want het aandeel bedrijven dat 'buiten de poort' maatregelen treft (in 2005 ongeveer een derde) groeit gestaag. Sinds 1 januari van dit jaar probeert SenterNovem de verbreding van het energie-efficiencybeleid ook aan de man te brengen onder de grote jongens, die in het benchmarkingtraject zitten.

De MJA-aanpak is inmiddels een exportartikel. Het succes trok de aandacht van Brussel: de EU-Commissie heeft de strategie in een groenboek als meest doeltreffende manier bestempeld om tot energie-efficiency te komen. 'Vooral nieuwe toetreders tonen veel belangstelling, vertelt Munnich. 'De "oude" lidstaten hebben in de loop der tijd zo hun eigen methoden ontwikkeld, maar de nieuwkomers zijn nog blanco en kijken uitdrukkelijk om zich heen wat er te koop is. Bulgarije en Roemenie hebben de aanpak inmiddels omarmd. Polen, Tsjechië en Hongarije hebben er een begin mee gemaakt.' Overigens is het Nederlandse model niet één op één over te planten. Munnich: 'Het MJA-concept is een mooi staaltje van poldercultuur, een product van typisch Nederlandse verhoudingen. Niet alle elementen zijn over de grens bruikbaar, maar het grondidee wel.'

SenterNovem doet zelfs missiewerk buiten Europa. In de steden Nanjing, Xian en Kelamyi zijn onder de hoede van het EZ-agentschap projecten gestart om ook daar de industrie zuiniger te laten omgaan met energie. De projecten worden betaald met Europees geld. 'De cultuur is er heel anders, veel hierarchischer,' aldus Munnich. 'En het gaat om staatsbedrijven. De afspraken komen dan ook wat anders tot stand en zien er ook anders uit, maar de kern is hetzelfde.' Het is mooi dat SenterNovem tijd en mankracht investeert in China, maar is het agentschap wel de aangewezen instantie om zich bezig te houden met Ontwikkelingssamenwerking? Munnich: 'In feite zorgen we ervoor dat het vestigingsklimaat in China voor Nederlandse bedrijven wat meer gaat lijken op het Nederlandse, want we nemen een stukje Europese normering plus Nederlands beleid naar China. We dragen dus bij aan een gelijk speelveld. Bovendien dient die export nog een ander commercieel belang: we scheppen marktkansen voor Nederlandse energieadviseurs.' Dominee en koopman schudden elkaar de hand.

Bron

Nederlandse Staatscourant van 13-02-2007. Auteur Cyriel van Rossum. Wijzigingsdatum | 13-03-2007