Gemeente Apeldoorn

Apeldoorn Monitor 2006: bevolkingsgroei stagneert

Apeldoorn slaagt er goed in zijn unieke kwaliteiten te behouden. De gemeente biedt een goede veiligheid, de schoonste lucht van heel Gelderland, een woningvoorraad van bovengemiddelde kwaliteit en een prima leefklimaat voor opgroeiende kinderen. De economie groeit weer, de werkloosheid loopt snel terug en de bereikbaarheid van Apeldoorn binnen het land is ruim voldoende met zowel het openbaar vervoer als de auto. Dit alles blijkt uit de Apeldoorn Monitor 2006. In de jaarlijks verschijnende monitor worden de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen in de gemeente op een rij worden gezet. Het gemeentebestuur gebruikt die informatie bij de ontwikkeling van het beleid.

Zo komt uit de monitor naar voren dat de Apeldoornse bevolking minder snel groeit dan verwacht. De prognoses, die tot voor kort uitgingen van 170.000 inwoners in 2020, zijn door het CBS bijgesteld tot 161.500 inwoners voor dat jaar. Voor heel Nederland is overigens sprake van een teruglopende bevolkingsgroei. Dat heeft onder andere te maken met de sterke daling in aantallen immigranten die het land binnenkomen.

De afgelopen jaren was in Apeldoorn sprake van een stagnatie in inwonertal. In 2006 zorgde de sluiting van het Asielzoekerscentrum zelfs voor een daling met zon 500 personen, tot rond de 155.500 inwoners. Vooral onder jongeren is er een groot vertrekoverschot. Onderzoek dat de gemeente uitvoerde naar deze jonge vlucht, toont aan dat het volgen van een studie één van de belangrijkste oorzaken is voor vertrek. Maar ook het gebrek aan betaalbare woningen speelt een rol.

Tot in het recente verleden werd het verlies aan jongeren ruimschoots gecompenseerd door de jongvolwassenen (25 tot 39 jarigen) die zich in Apeldoorn vestigden. Vaak ging het om jonge gezinnen met kinderen. De laatste jaren is dat echter minder geworden. Al met al leidt dit tot een veranderende samenstelling van de lokale bevolking: er zijn steeds meer huishoudens zonder kinderen, de beroepsbevolking veroudert, en het aantal 65 plussers groeit gestaag.

Uit de cijfers over de woningmarkt blijkt dat de huizenprijzen in Apeldoorn de afgelopen jaren sneller zijn gestegen dan in omliggende steden als Amersfoort, Zwolle en Deventer. Ook blijft het aanbod aan sociale huurwoningen achter bij de vraag. Hierdoor is het met name voor starters op de woningmarkt vaak jongeren- niet eenvoudig een passende woning te vinden in de gemeente.

Het college is zich bewust van deze ontwikkeling. Door HBO-opleidingen naar Apeldoorn te halen, wordt geprobeerd om jonge inwoners vast te houden dan wel van elders aan te trekken. Daarnaast wordt gezocht naar mogelijkheden om meer tempo in de woningbouwproductie te krijgen én het aanbod aan passende huisvesting voor jongeren te vergroten.

De Apeldoornse binnenstad is, na die van Enschede, het winkelgebied met de hoogste omzet in Oost-Nederland. Dit is vooral te danken aan het feit dat 88 procent van de Apeldoornse inwoners hun niet-dagelijkse aankopen in de gemeente doen, en dan vooral in het centrum. Klanten uit de omliggende regio vormen 19 procent van alle kopers en dat is relatief weinig in vergelijking met andere steden. Het veiligheidsbeleid voor de binnenstad blijkt effect te hebben gehad: niet meer dan één procent van de Apeldoorners voelt zich overdag vaak onveilig in de binnenstad. In 2002 was dat drie procent. s Avonds heeft één op de acht inwoners vaak last van onveiligheidsgevoelens in de binnenstad. Ook dat is minder dan in 2002 (toen gold dat voor één op de vijf inwoners).

Voor de gemeente als geheel is de veiligheidsbeleving goed: inwoners geven als rapportcijfer bijna een 8 aan de veiligheidssituatie in hun woonbuurt. De criminaliteit is voor wat betreft geweldsdelicten en woninginbraken licht verbeterd ten opzichte van 1999. Diefstal is nog altijd het meest voorkomende delict. Het meest opzienbarend is de sterke toename van vernielingen. Het college is blij met het feit dat Apeldoorn relatief weinig geweld kent: het aandeel geweldslachtoffers is met 2,7 procent bijna het laagste van alle grote steden. De stijgende trend rond vandalisme komt niet als een verrassing: in 2006 is daar al extra politiecapaciteit op ingezet, bijvoorbeeld rond de aanpak van uitgaansvandalisme in het centrum. Ook werden er tweemaal zoveel minderjarigen aangehouden voor vernieling als in 2005. Ook in de komende jaren zullen de gemeente en politie gezamenlijk optreden om vandalisme te voorkomen en terug te dringen.

De Apeldoornse economie kende in 2004 een kleine terugval, maar heeft zich in 2005 en 2006 hersteld. Het aantal banen nam weer toe, met name dankzij groei in de sector zakelijke dienstverlening. De werkloosheid liep vooral in 2006 sterk terug. Voor langdurig werklozen blijkt het nog wel lastig om een baan te vinden. Vaak gaat het om laagopgeleiden. De gemeente ondersteunt deze mensen bij de terugkeer naar de arbeidsmarkt. In goede samenwerking met lokale bedrijven en instellingen worden entreebanen gecreëerd, waar mensen werkervaring kunnen opdoen, onder het motto: lokale bedrijven en instellingen zijn de beste plaats voor reïntegratie.

Toch is er niet alleen maar reden tot juichen. Ondanks positieve ontwikkelingen in Apeldoorn, daalt de gemeente al een paar jaar in de ranglijst van woonaantrekkelijkheid voor werknemers. Andere grote gemeenten verbeteren hun woonklimaat blijkbaar in een hoger tempo. Het gemeentebestuur zoekt naar mogelijkheden om daar verandering in te brengen. Zo liggen er op het gebied van cultureel aanbod wellicht nog kansen, dankzij de verbeteringen in infrastructuur die de laatste jaren zijn gerealiseerd (Orpheus, Poppodium Gigant, CODA).

Met een kleine zeven procent is het aandeel niet-westerse allochtone inwoners in Apeldoorn ongeveer gelijk gebleven. Het betreft een relatief jonge bevolkingsgroep: bijna de helft van hen is jonger dan 25 jaar en er zijn amper 65 plussers van niet-westerse komaf. Zowel in woonsituatie als in het basisonderwijs is sprake van enige mate van concentratie van niet-westerse inwoners in bepaalde buurten binnen de stad. Dat leidt ertoe dat autochtone en allochtone kinderen nog vaak gescheiden opgroeien. Zo heeft zeventig procent van de basisscholen nauwelijks leerlingen van niet-westerse origine, terwijl die juist een meerderheid vormen op elf procent van de scholen. In het gemeentelijk integratiebeleid is dit een punt van aandacht.

Steeds meer Apeldoorners reizen met de trein. In twee jaar tijd steeg het aantal treinreizigers in de gemeente met zon tien procent. In 2005 telde de NS gemiddeld 15.365 treinreizigers per werkdag in onze gemeente. De meesten van hen gebruiken de trein om naar hun werk of opleiding te gaan. Inwoners beoordelen de bereikbaarheid per openbaar vervoer van Apeldoorn binnen Nederland met een rapportcijfer 6,9. De landelijke bereikbaarheid per auto wordt met een 7 een fractie hoger gewaardeerd.

De autobereikbaarheid binnen de gemeente wordt beduidend lager aangeslagen (rapportcijfer 5,5). De inwoners van het stadsdeel Noordoost zijn het minst tevreden. De voorgenomen verbreding van de Zutphensestraat is mede bedoeld om hierin verbetering te brengen.

Voor het laatst bijgewerkt op: 8-3-2007 10:38