Artsen zonder Grenzen
Meer dan één jaar lang cholera in hoofdstad Angola
01/03/2007 17:20 -- Op 13 februari 2006 werd het eerste geval van
cholera vastgesteld in Luanda, de hoofdstad van Angola. Het tekende de
start van een cholera-uitbraak die al meer dan één jaar duurt: nog
steeds wordt de ziekte verder verspreid en leidt het tot doden. In
januari 2007 werd het land geteisterd door hevige regens met als
gevolg dat het aantal besmettingen drastisch toenam. Het aantal mensen
dat met cholera geïnfecteerd is, is nu terug op het niveau van begin
2006: de grootste cholera-uitbraak die het land ooit gekend heeft.
'Vanuit een epidemisch oogpunt is de uitbraak nooit ten einde gekomen.
Eind 2006 leek het erop dat de uitbraak onder controle was. Maar toen
het vanaf 22 januari flink begon te regenen, zaten we al snel weer op
honderd nieuwe cholerapatiënten per dag,' vertelt Richard Veerman,
landencoördinator van Artsen zonder Grenzen in Luanda.
Doordat het in februari een paar weken droog bleef daalde het aantal
besmettingen; per dag kwamen er 60 nieuwe cholerapatiënten binnen.
Maar Richard vreest dat de uitbraak aan zal zwellen tijdens de
jaarlijkse zware regenbuien in maart, april en mei: 'De water- en
hygiënische voorzieningen zijn nog steeds een groot probleem. Dat
betekent dat als het hier zwaar regent, het aantal mensen dat met
cholera besmet wordt, gegarandeerd stijgt.'
Op dit moment ligt het aantal nieuwe cholerapatiënten in Luanda op 60
per dag. In januari lag het percentage mensen dat aan de ziekte
overleed op drie procent, in februari op twee procent. Vooral de
Caucuaco en Cazenga sloppenwijken zijn door de cholera getroffen.
Richard: 'Caucuaco is een zeer grote krottenwijk waar totaal geen
watervoorziening is. In Cazenga overstroomde het water straten en
huizen zelfs tot op één meter hoog.'
Artsen zonder Grenzen werkt in elf cholerabehandelcentra in Luanda, de
hoofdstad van Angola. Elke behandelcentrum heeft een capaciteit van
300 bedden; dit zal uitgebreid worden naar 500 bedden.