Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
138 Vragen van de heer P.F.C. Jansen
(vragen binnengekomen op 6 november 2006
en antwoorden van het college verzonden op 28 november 2006)

De SP-fractie kreeg deze week via derden de volgende studie onder ogen: "A12 salto: Nader verkeerskundig onderzoek in het kader van de besluitvorming voor de richtlijnen van het MER", Grontmij, 15 september 2006, in opdracht van Bestuur Regio Utrecht.

De studie heeft betrekking op de verbetering van de ontsluiting van de gemeente Houten op het autowegennet (A12, eventueel A27), welk project in ambtelijke kringen wordt aangeduid als A12-salto.
Uit de studie blijkt dat onder meer gekeken wordt naar een variant waarbij een nieuwe autowegaansluiting aangelegd wordt aan de oostzijde van de kruising tussen de spoorlijn Utrecht-Den Bosch en de A12, ter hoogte van de Mereveldseweg. Deze weg is een drukke fietsroute voor scholieren, werknemers op de Uithof/Rijnsweerd en recreanten.

De SP-fractie kan zich niet herinneren dat het College de gemeenteraad ooit geïnformeerd heeft over het in beschouwing nemen van deze variant. Als dat gebeurd was zouden wij -en vermoedelijk ook andere fracties- aangegeven hebben dat een nieuwe autowegaansluiting op deze plaats onacceptabel is.

In verband hiermee hebben wij de volgende vragen:

1. Kent uw College deze studie van het BRU?

Ja, de studie is reeds in 2003 gestart, met betrokkenheid van de gemeente Utrecht. De commissie Verkeer en Beheer is in maart 2004 (startnotitie, haalbaarheidsstudie), december 2005 (intentieovereenkomst) en april 2006 (startnotitie MER) geïnformeerd over de voortgang van de studie.

2. Zo ja, heeft u vooraf inbreng geleverd bij het formuleren van de criteria voor het selecteren van de varianten? Als dat gebeurd is: waarom is deze variant dan tóch meegenomen?

Ja. De doelstellingen van de studie zijn reeds in de "startnotitie integrale aanpak A12 Salto" in oktober 2003 geformuleerd. De oplossingsrichtingen voor verbetering van de ontsluiting van de gemeente Houten op het autowegennet moeten voldoen aan de volgende randvoorwaarden: het moet gereed zijn in 2010 (BOR-project, Bereikbaarheidsoffensief Randstad) en het moet financieel haalbaar zijn. Het gaat niet alleen om een duurzame aansluiting op de A12 nabij Bunnik, maar ook om een integrale gebiedsgerichte verkeerskundige visie op het Kromme Rijngebied als gevolg van de nieuwe infrastructuur.

Het college heeft 7 april 2006 een inspraakreactie gegeven op de Startnotitie MER A12-Salto met als belangrijkste aandachtspunten dat de Ring Utrecht niet slechter mag gaan functioneren en dat de verkeersdruk op de Koningsweg niet te veel mag toenemen. De variant Mereveldseweg was toen nog niet genoemd.

Er zijn in eerste instantie drie andere varianten voornamelijk verkeerskundig onderzocht. De variant Mereveldseweg is een recente wens van de gemeente Bunnik, half aangesloten op A12 en/of doorgetrokken naar de Koningsweg. De variant Mereveldseweg past in de doelstellingen (verbinding tussen Houten en A12), maar het is nog niet duidelijk of een duurzame halve aansluiting op de A12 mogelijk is en of de oplossing past in een gebiedsgerichte visie op het Kromme Rijngebied. Als de (aangepaste) Mereveldseweg verbonden blijft met de Koningsweg past deze variant niet binnen de door de gemeente geformuleerde uitgangspunten.
In de gemeenteraden van Houten en Bunnik worden binnenkort de richtlijnen voor de MER-procedure vastgesteld vanuit hun rol als bevoegd gezag.


3. Deelt u onze mening dat een autowegaansluiting bij de Mereveldseweg absoluut onwenselijk is, alleen al uit het oogpunt van de negatieve gevolgen voor de fietsers op deze route?

Ja. De gemeente Bunnik wenst echter een haalbaarheidsstudie naar deze variant en de gemeenten Houten en Bunnik zijn in dit geval het bevoegd gezag. Er is afgesproken dat er een aanvullende startnotitie MER in procedure wordt gebracht, waarbij de gemeente Utrecht ook als bevoegd gezag optreedt, als uit de haalbaarheidsstudie blijkt dat de variant Mereveldseweg kansrijk lijkt.


---- --