Provincie Utrecht

2007: Reactie provincie Utrecht

Rijksbegroting 2007: Reactie provincie Utrecht

21-9-2006 -

De provincie Utrecht heeft kennis genomen van de voornemens van het kabinet zoals gepresenteerd in de Rijksbegroting 2007. We zijn zeer te spreken over de planstudies die voor de ring van Utrecht en de driehoek Amersfoort-Utrecht-Hilversum worden uitgevoerd. Hiermee kunnen de mobiliteitsproblemen die zich in de regio aandienen worden aangepakt. Wij constateren echter ook dat de middelen die het rijk ter beschikking stelt nog niet voldoende zijn om een aantal rijkstaken met de daarbij behorende ambities te kunnen realiseren. De provincie Utrecht is in 2006 de economisch best presterende provincie en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het Bruto Nationaal Product (BNP). Deze groeiende economie vraagt om de juiste investeringen in zaken als een gezonde, veilige en prettige leefomgeving en goede sociale voorzieningen voor de inwoners van de provincie Utrecht. Hierbij hebben wij het rijk nodig als partner. In deze reactie vragen wij daarom aandacht voor vijf onderwerpen die voor de provincie Utrecht en voor de Randstad als geheel van groot belang zijn: jeugdzorg, monumentenzorg, landelijk gebied, luchtkwaliteit en waterstaatkundige veiligheid.

Jeugdzorg

De provincie Utrecht onderschrijft de conclusie van de Jeugdzorgbrigade dat een stelseldiscussie op dit moment onwenselijk is. De nieuwe wet is pas sinds 1 januari 2005 van kracht en er is eerst rust nodig in de jeugdzorg om jongeren te helpen, wachtlijsten terug te dringen en alle wijzigingen te implementeren. Het stelsel opnieuw ingrijpend te wijzigen (bijv. jeugdzorg van provincies naar gemeenten) is contraproductief.
Het rijk heeft geld beschikbaar gesteld voor het wegwerken van wachtlijsten in het zorgaanbod. Hierdoor kunnen meer kinderen geholpen worden. Het probleem van de wachtlijsten voor indicatie door de bureaus Jeugdzorg is hiermee echter niet opgelost. In Utrecht staan ongeveer 300 jongeren op de wachtlijst voor indicatie. Provinciale staten van Utrecht hebben op 3 juli jl. besloten 1 miljoen euro uit eigen middelen beschikbaar te stellen voor het wegwerken van de wachtlijsten. Een structurele oplossing is hiermee echter nog niet gevonden.

Grote kansen voor het landelijk gebied
Eind 2006 vindt één van de grootste decentralisatieoperaties (ILG) plaats, waarbij de provincies de regie krijgen op de uitvoering in het landelijk gebied. Dit biedt kansen om gezamenlijk met de partners in het landelijk gebied de vele opgaven die er liggen te realiseren en te werken aan landschappelijk mooie, ecologisch waardevolle en economisch vitale gebieden. De provincie Utrecht is hier heel positief over en gaat hier graag mee aan de slag.
Het rijk heeft laten zien dit ook belangrijk te vinden door geld ter beschikking te stellen, maar helaas is dit nog niet voldoende om álle ambities te kunnen realiseren. Binnen de provincie Utrecht treden de tekorten voornamelijk op bij de Nationale Landschappen. Voor het Groene Hart dringen wij daarom aan op het daadwerkelijk ter beschikking stellen van de in totaal benodigde 700-760 miljoen euro (waaronder de FES-claim Westelijke Veenweiden). Bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie is extra geld nodig om de ambities uit Panorama Krayenhoff te kunnen realiseren. De tekorten treden ook op bij de Reconstructie en bij Recreatie rond de stad. De Groenstructuur rond de stad is van belang voor de kwaliteit van het stedelijk woonmilieu. Sinds 1994 wordt al onderhandeld met het rijk over de realisatie van de opgave, waarvoor meer rijksgeld nodig is.

Gezamenlijk verantwoordelijk voor luchtkwaliteit Luchtverontreiniging is in de provincie Utrecht een belangrijk probleem. De provincie heeft een ambitieus maatregelenpakket vastgesteld: het Provinciaal Programma Luchtkwaliteit. Dit programma is een bijdrage aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. De noodzakelijke inspanning is groot en vraagt om blijvende steun van de rijksoverheid.
Belangrijke veroorzaker van het luchtkwaliteitsprobleem is het wegverkeer. Wij pleiten voor een zeer intensieve inzet op een schoner wagenpark. Het bronbeleid op Europees niveau regelen, is een belangrijke stap. Het rijk kan het gebruik van schonere motorbrandstoffen (bijv. aardgas) stimuleren door fiscale vrijstellingsmaatregelen en het bevorderen van een goede aardgasinfrastructuur. De provincie Utrecht wil een eerste groep aardgasgebruikers creëren met behulp van subsidies, goede voorlichting en financiële garantstelling voor aardgasvulstations. Zelfs al zijn nog niet alle lokale en regionale maatregelen in Utrecht in beeld, nu al constateren wij een zware financiële claim op de regionale partners, met een tekort van 40 miljoen euro. Wij pleiten daarom voor voldoende financiële rijksbijdrage voor lokale maatregelen. Met de toegekende 150 miljoen wordt een deel van het tekort opgelost. De extra additionele middelen (uit het FES), waarover het kabinet in januari 2007 een besluit neemt, zouden ook voor dit doel moeten worden ingezet.

Monumentenzorg: wel onderhoud geen restauratie? Voor 2006 financierde het rijk de restauratie van rijksmonumenten, nu financiert het rijk echter alleen nog onderhoud. Achterliggende gedachte hierbij is dat er geen restauratieachterstanden meer zijn. Dit is onjuist. In de provincie Utrecht bedraagt de restauratiebehoefte ongeveer 73 miljoen euro aan subsidiabele restauratiekosten waar geen rijkssubsidie tegenover staat. De provinciale financiering voor het behoud van enkele Utrechtse parels is inmiddels geregeld, maar hiermee zijn niet alle rijksmonumenten (ruim 5000) in de provincie Utrecht veiliggesteld.

Investeren in waterstaatkundige veiligheid is noodzakelijk Het beschermen tegen overstromingen is voor Nederland essentieel: onder zeeniveau wonen ongeveer 9 miljoen mensen en wordt 65% van het BNP verdiend. Het overstromingsrisico in Nederland is de afgelopen jaren aanmerkelijk toegenomen. Extra investeringen en maatregelen op het terrein van waterstaatkundige veiligheid zijn dus noodzakelijk. Op het niveau van de primaire keringen is in 2006 geconstateerd dat 23% van de landelijke keringen niet voldoet aan de gestelde normen en dat van 30% van de keringen nog geen oordeel kan worden gegeven over de veiligheid. Er is 1,6 miljard euro nodig voor de noodzakelijke versterking van primaire waterkeringen, waaronder onze Eemdijken. De door het kabinet beschikbaar gestelde 420 miljoen euro is hiervoor niet toereikend. Ook op het niveau van de regionale keringen zijn de komende jaren forse investeringen nodig om te voldoen aan de gestelde normen. Het afgelopen jaar is ook gebleken dat de organisatorische voorbereiding op het overstromingsrisico in Nederland onvoldoende is. Uit veiligheidsoverwegingen is het een vereiste geld te reserveren voor de voorbereiding, de planvorming en de geconstateerde capaciteitstekorten.
Wij ondersteunen het verzoek van het IPO en de Unie van Waterschappen, om het investeringsbudget voor waterstaatkundige veiligheid structureel op te hogen en tot en met 2020 budget te reserveren.

Gedeputeerde Staten van Utrecht
21 september 2006

Meer informatie: Mieke Ansems, telefoon 030 2582007